Economie

De Jager kan goedkoop lenen, met dank aan de Grieken

APELDOORN – Op de kapitaalmarkt, bij de handel in langlopende leningen, is de tienjaarsrente voor Nederland deze week onder de 2 procent terechtgekomen. Hij bereikte daarmee het laagste niveau ooit. Vijf vragen.

Drs. A. A. C. de Rooij
18 May 2012 18:57Gewijzigd op 14 November 2020 21:09
Minister De Jager.  Foto ANP
Minister De Jager. Foto ANP

Waardoor wordt de daling veroorzaakt?

In het huidige klimaat van grote onzekerheid over hoe het verder zal gaan in de eurozone, zoeken internationale beleggers voor het onderbrengen van hun vermogens veilige havens op. Met name Duitsland heeft, dankzij zijn traditie van een stabiel beleid, de status van zo’n toevluchtsoord in bange tijden. Maar ook Nederland fungeert als zodanig.

Marktpartijen kopen staatsobligaties van die landen. Dat stuwt de koers van de betrokken stukken op. Het effectief rendement, graadmeter voor de rente, beweegt altijd in tegen­gestelde richting en zakt dus. Voor leningen met een aflossingstermijn van tien jaar liet het recent een laagterecord aantekenen van zo’n 1,93 procent.

Een lage rente, met dank aan Griekenland?

Zo zou je het kunnen zeggen. De politieke patstelling in Athene en de twijfels over uitvoering van de opgelegde saneringsmaatregelen zorgen voor onrust en spanning. Ligt een faillissement van de Zuid-Europese natie in het verschiet en wat zullen daarvan de gevolgen zijn voor de rest van het gebied met de gemeenschappelijke munt? Investeerders proberen de risico’s zo veel mogelijk te beperken.

Maar Nederland staat er op dit moment toch ook niet zo florissant voor?

De economie verkeert in een recessie en daarmee doen we het op het punt van de groei slechter dan gemiddeld in de eurozone. Maar de gang van zaken aan het rentefront illustreert dat desondanks het vertrouwen van de financiële wereld in ons land niet aan kracht inboet. Daarbij speelt het lente­akkoord een positieve rol. Met de afspraken over bezuinigingen en hervormingen heeft politiek Den Haag een signaal afgegeven dat het blijft hechten aan solide overheidsfinanciën.

Hoe heeft de kapitaalmarktrente zich ontwikkeld, bezien over een langere periode?

Begin juni 2009 was er voor het laatst sprake van een stand boven de 4 procent. Vervolgens werd er vorig jaar april nog een piek geregistreerd van 3,7 procent. Sinds augustus 2011 schommelde de lange rente tussen 2,1 en 2,6. En deze week dus een historisch dieptepunt.

Wie profiteren er van de lage stand en voor wie is die nadelig?

De overheid is als zij nieuwe leningen plaatst, goedkoop uit. Dat vermindert de druk op de begroting en daarbij zijn we als belastingbetalers allemaal gebaat.

Voor spaarders pakt een lagere rente niet plezierig uit. Zij ontvangen een steeds geringere vergoeding over hun tegoeden. Zij teren zelfs in, als we rekening houden met de effecten van de inflatie en de vermogensrendementsheffing.

Pensioenfondsen zijn evenmin blij met de neerwaartse lijn. Een lagere rente betekent dat de dekkingsgraad, een cijfer dat uitdrukt in hoeverre zij aan hun toekomstige betalings­verplichtingen kunnen voldoen, almaar verslechtert. Dat noopt op den duur tot kortingen op de pensioenrechten van (gepensioneerde) werknemers.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer