Organist dom Speyer verguld met Seifertorgels
Iedere dag studeert Markus Eichenlaub op ‘zijn’ Seifertorgels in de dom van Speyer. De aanblik van het kerkgebouw ontroert hem telkens weer. „Ik ervaar het als een groot geschenk, als genade dat ik in deze mystieke ruimte mag werken. Hier hoop ik oud te worden.”
Soberheid kenmerkt de Keizer- en Mariadom in Speyer, een stad in de Duitse deelstaat Rijnland-Palts. Anders dan in veel andere rooms-katholieke bedehuizen regeert de eenvoud in de grootste romaanse kerk van de wereld, die sinds 1981 op de Werelderfgoedlijst van Unesco prijkt. De pilaren van het middenschip bevatten geen beelden en in het koor ontbreekt een kleurrijk altaar.
Dat maakt indruk. Ook op Markus Eichenlaub (1970), die sinds 2010 als organist en ”Kirchenmusikdirektor” aan de dom verbonden is. „De ruimte raakt mij steeds weer.” De beide orgels die Seifert in 2008 en 2011 in de kerk realiseerde, inspireren de organist eveneens. Het instrument in het Koningskoor (2008) heeft een verrassing in petto. Het herbergt een tweede orgel van vijf stemmen met een middeleeuws karakter.
Eichenlaub haast zich naar het hoofdorgel (2011) om het te demonstreren. Hij zit tussen de pijpen. Zijn verrichtingen zijn zichtbaar dankzij een weerspiegeling boven de speeltafel.
Kilo’s afgevallen
De kans is groot dat een willekeurige bezoeker in de dom met orgelklanken wordt verwelkomd, want Eichenlaub studeert er vrijwel dagelijks zo’n zeven uur. „Dit jaar voer ik onder andere de tien Widorsymfonieën uit. Het is een klus om dit voor te bereiden, alleen al het uitzoeken van registraties en vingerzettingen. Ik kan mijn spel opnemen en beneden luisteren of ik tevreden ben over articulatie, klankbalans en tempo. Het komt voor dat ik tien keer heen en weer loop om dingen bij te stellen. Een enkele reis telt honderd treden. De eerste drie weken na de ingebruikname van het hoofdorgel viel ik 7 kilo af.”
Eichenlaub etaleert eerst de poëtische kant van het instrument en laat labialen en strijkers door de kerk zingen. De draagkracht van de grondstemmen, inclusief de 32-voets registers van het pedaal, is indrukwekkend. Datzelfde geldt voor de enorme power van de tongwerken op het solowerk.
Het hoofdorgel, dat 83 stemmen en 4 klavieren telt, kent een Frans-romantische signatuur. Maar het herbergt ook Duits-romantische elementen. „Dankzij het Positief met registers als Dolce, Vox angelica en de ronde Trompet. Het hoofdwerk klinkt nobel. De Bazuin 32’ van het pedaal is voor een Bachplenum gedacht. Bachs Preludium in Es-dur klinkt hier ”wunderbar”.”
De orgelreus blijkt ook te kunnen uitblinken in helderheid als Eichenlaub het romantische idioom vaarwel zegt en eeuwen terug in de tijd stapt. „Een triosonate van Bach komt verrassend genoeg beter op het hoofd- dan op het koororgel tot zijn recht.”
Ondanks de nagalm van elf seconden wordt de klank geen brij in de 110 meter lange kerkruimte. „Mensen vroegen na de ingebruikname wat er met de akoestiek gebeurd was, omdat het voormalige in 1961 door Scherps gebouwde orgel minder doorzichtig klonk. Dit instrument stond 3 meter naar achteren opgesteld en had een orgelkas. Nu staat het pijpwerk vrij opgesteld en fungeert het kerkgewelf als klankbord. Die keus heeft goed uitgepakt.”
Geen tandenborstel
Het instrument –12 meter hoog, 9,5 meter breed en 6 meter diep– staat op een stalen plateau. Het front bestaat uit diverse aflopende pijpenvelden. Voor dit ontwerp van architect Gottfried Böhm gingen niet ieders handen op elkaar. Ook Eichenlaub was kritisch, erkent hij. „Ik vond het aanzicht steriel ogen, maar ik ben van gedachte veranderd. Critici noemen het front een tandenborstel, maar ik zie het ontwerp inmiddels als een grote harp die zijn klanken laat uitwaaieren in de kerk.”
Eichenlaub groeide op in de Rijnland-Palts. Hij studeerde onder anderen bij Pieter van Dijk, de organist van de Laurenskerk in Alkmaar, en won in 1997 de eerste prijs tijdens het Schnitgerconcours in de Noord-Hollandse stad.
„Ik bezocht als kind veel concerten in de dom van Speyer en droomde ervan ooit organist in deze kerk te zijn. Uiteindelijk kwam ik in de dom van Limburg terecht en sloot ik mij steeds meer af voor Speyer. Totdat er een vacature kwam. Ik heb gesolliciteerd en er mijn hele hart en kunnen in gelegd. Wel in afhankelijkheid van Gods wil. Hij wist of het goed voor mij zou zijn om al dan niet naar Speyer te gaan. Dat gaf rust.”
Er solliciteerden 38 kerkmusici naar de post. Uiteindelijk koos de selectiecommissie unaniem voor Eichenlaub. Het betreft een volledige betrekking. „Ik wil mijn leven geven voor de kerkmuziek. Ik onderhoud contacten met kerkmusici in de omgeving en geniet van de omgang met mensen.”
Mensenvisser
Het nieuwe hoofdorgel heeft het concertbezoek een impuls gegeven. „Er komen gemiddeld 400 mensen naar een concert. De eerste orgelwandeling vorig jaar langs vier kerken in Speyer trok 800 mensen. Sommigen gaven aan een kerkdienst te willen bezoeken om nog eens een orgel te kunnen beluisteren. Geweldig toch om mensen zo dichter bij het geloof te brengen? Ik heb als kerkmusicus een grote verantwoordelijkheid en beschouw het als mijn roeping om een muzikale mensenvisser te zijn. Ik hoop dat mensen die mij horen merken dat ik niet alleen muziek maak, maar ook zelf in Jezus Christus geloof.”
Snaterende Regaal
Eichenlaub neemt plaats op de orgelbank van het drieklaviers Seifertorgel (2008) in het Koningskoor. Het zijn in feite twee instrumenten: een met 32 stemmen in een klassieke Zuid-Duitse stijl met een Frans-romantisch getint zwelwerk en een van 5 stemmen met een middentoonstemming. „Het is een bijzonder instrument dat ik nog nergens in zo’n opzet ben tegengekomen. Het idee was met die vijf stemmen te laten horen hoe het eerste orgel in de dom geklonken zou kunnen hebben.”
De klank van de ‘oude’ registers is van een ontroerende schoonheid. De domorganist demonstreert de vocale Prestant 8’, een snaterende Regaal en de krachtige Mixtuur 2’ met een improvisatie. De draagkracht in de kerkruimte is opmerkelijk. „Het middentoonorgel is sneller en duidelijk in alle hoeken van de dom te horen dan de andere stemmen van het koororgel. Misschien wel dankzij het rijke boventoonspectrum.”
Het koororgel is knap ingepast tussen twee pilaren in het Koningskoor en heeft twee fronten, een in het koor en een in het zijschip. „Het instrument mocht vanuit het middenschip niet te zien zijn en is primair bedoeld om koren te begeleiden.”
Met een improvisatie in Frans-barokke stijl etaleert Eichenlaub de klassieke kant van dit instrument. Het Plein Jeu (alle prestanten en mixturen) klinkt breed en voornaam. Dan is het tijd voor de Frans-romantische kant en voor de Vox Humana met tremulant. Een wereld die prima is te combineren met de wat brutale tongwerken van hoofdwerk en positief.
Met deze klankrijkdom lijkt een hoofdorgel overbodig. Eichenlaub benadrukt dat de bouw van dit hoofdinstrument echt nodig was. „De akoestische uitstraling van het orgel in het Koningskoor is niet optimaal. Het geluid moet als het ware eerst een hoek om voordat het het middenschip bereikt.”
Globetrotter
Voor Eichenlaub is met zijn benoeming in de dom een levensdroom vervuld. Hij voelt er zich gelukkig met orgels waarop hij naar hartenlust kan kleuren. De speelman zit boordevol plannen voor de toekomst. „Ik voel mij een muzikale globetrotter en wil spannende concertprogramma’s maken, zo veel mogelijk mensen interesseren voor het orgel en niet in de laatste plaats de muziek een ziel proberen te geven.”
Hij kijkt vooruit. „Ik speelde ooit alle Bachwerken. Twee jaar voor mijn pensioen, in 2035, herdenken we Bachs 350e geboortedag. Dan hoop ik nogmaals zijn orgeloeuvre te kunnen uitvoeren.”
Orgels met extra’s
De orgels in de dom van Speyer werden gebouwd door Romanus Seifert & Sohn uit het Duitse Kevelaer. De orgelmaker voorzag de instrumenten van extra’s, zoals setzers om registercombinaties te kunnen voorprogrammeren en sub- en superkoppels die de draagkracht kunnen vergroten. „Met de melodiekoppels van beide orgels kan ik de cantus firmus extra goed laten uitkomen”, aldus Eichenlaub. De zwelkast van het koororgel kan tegelijkertijd of in twee delen –front in koor en front in zijschip– bediend worden.
Voor het bespelen van het middentoondeel van het koororgel is de toetsdiepgang met 2 millimeter te verminderen om een passende speelwijze te kunnen realiseren.
Het koororgel is ook bespeelbaar vanaf het hoofdorgel. Eichenlaub gebruikt dit het koororgel regelmatig als echowerk.
Het hoofdorgel bevat ook „dynamische” koppels. „De kracht van mijn aanslag wordt geregistreerd. Als ik deze koppels gebruik, neemt de klanksterkte toe met een krachtig toucher. Andersom geldt hetzelfde.”