Maar de rechters zagen geen bewijs dat de man te maken had met terrorisme of met de jihad, de gewapende strijd tegen vijanden van de islam.

Het openbaar ministerie had twee weken geleden tegen hem drie jaar geëist. Het zag de Algerijn als ”meestervervalser”, die islamitische strijders die aanslagen wilden plegen van valse passen en rijbewijzen zou hebben voorzien. De rechters vonden het aangevoerde bewijs daarvoor te mager en schrapten de aanklacht dat I. deel uitmaakte van een criminele organisatie.

Justitie ziet het vonnis toch niet als een nederlaag. In de zaak tegen de Algerijn gebruikte zij informatie van de veiligheidsdienst AIVD. De rechtbank besliste dat die informatie als grondslag kon dienen voor een justitieel onderzoek.

In een eerste proces tegen vermeende moslimterroristen in december 2002 vonden de rechters nog dat het gebruik van AIVD-materiaal onrechtmatig was, omdat er geen grondwettelijke basis voor was. Het gerechtshof in Den Haag corrigeerde die uitspraak in april en gaf het OM gelijk.

In een tweede zaak in juni besliste de rechtbank dat AIVD-materiaal wel als startinformatie voor onderzoek kan dienen, maar dat politie en justitie zelf met bewijs moeten komen. Het OM slaagde daar toen niet in.

Het standpunt van de rechtbank over gebruik van AIVD-informatie was maandag hetzelfde als in de vorige zaak. Justitie ziet daarom met vertrouwen het hoger beroep in oktober tegen vier vermeende terroristen tegemoet. Die werden in september 2001, twee dagen na de terreuraanslagen in New York en Washington, in een woning in Rotterdam aangehouden. Op dat adres woonde ook de Algerijn, die net was vertrokken. De politie hield hem in maart van dit jaar in Duitsland aan.

Justitie verdenkt zijn voormalige huisgenoten van het voorbereiden van een aanslag op de Amerikaanse ambassade in Parijs. Twee van hen zouden deel uitmaken van het al-Qaida-netwerk van Osama bin Laden. De rechtbank sprak hen in december vorig jaar vrij. Het hoger beroep dient van 27 tot en met 29 oktober.

„In de zaak tegen vermeende moslimterroristen in december werd het OM niet ontvankelijk verklaard. De rechtbank is daarop teruggekomen. De jurisprudentie ontwikkelt zich op dit gebied”, aldus persofficier P. Spoon. Minister van Justitie Donner kondigde in juni na de tegenvallende uitkomst in de twee eerdere processen nog aan dat de wet mogelijk moet worden gewijzigd, teneinde terroristen te kunnen vervolgen.