Buitenland

E-mails zeer compromitterend voor Blair

E-mails van zijn naaste medewerkers hebben de Britse premier Tony Blair ernstig in verlegenheid gebracht. Uit de boodschappen blijkt zonneklaar dat de Britse regering in september 2002 eigenlijk van mening was dat het Irak-dossier onvoldoende grond bevatte om te spreken van een onmiddellijke dreiging van Saddam Hussein. Blair zou in het debat over de noodzaak van een oorlog in Irak echter voortdurend hameren op juist de acute dreiging die van Irak voor het Westen uitging.

AP
19 August 2003 08:59Gewijzigd op 14 November 2020 00:30

De e-mails kwamen aan het licht in het onderzoek van de door Lord Hutton geleide commissie naar de dood van de Britse wapenadviseur David Kelly, die zelfmoord pleegde nadat hij door het ministerie van Defensie was aangeduid als BBC-informant.

De onderzoekers kregen een e-mail te zien van Blairs perschef Alastair Campbell aan Blairs chef-staf Jonathan Powell, gedateerd op 5 september. Uit de boodschap blijkt dat het dossier herhaaldelijk aanzienlijk is herschreven. Campbell maakt gewag van een herzieningssessie met John Scarlett, de voorzitter van de Gezamenlijke Inlichtingencommissie, en Julian Miller, chef van de evaluatiecommissie van het Cabinet Office (het bureau van de premier). Hij zegt expliciet dat de herschrijving geschiedt in overeenstemming met Blairs instructies.

De commissie hoorde eerder dat de controversiële bewering dat Irak in staat was binnen 45 minuten massavernietigingswapens in te zetten, voor het eerst in het dossier werd vermeld in een ontwerp dat dateert van 10 of 11 september.

De commissie kreeg daarnaast een e-mail onder ogen van Powell aan Scarlett, gedateerd op 17 september, waarin letterlijk wordt gezegd dat er geen bewijzen in het dossier staan voor een „onmiddellijke dreiging” door Irak. „Het dossier is goed en overtuigend voor degenen die bereid zijn te worden overtuigd”, aldus Powell. „Het document doet niets om aan te tonen dat er sprake is van een dreiging, laat staan een onmiddellijke dreiging door Saddam. (…) Wij moeten bij de presentatie van het document duidelijk maken dat wij niet zeggen dat wij beschikken over bewijzen dat hij een onmiddellijke dreiging vormt.”

Eerder zeiden het hoofd persvoorlichting van het ministerie van Defensie, Pam Teare, en Powell dat het ministerie van Defensie en niet de staf van Blair aan de pers had onthuld dat Kelly de BBC-informant was. Ook werd duidelijk dat Blair persoonlijk nauw bij deze ontwikkelingen betrokken was, aangezien hij zich voortdurend liet voorlichten. „De minister-president maakte duidelijk (…) dat het ministerie van Defensie de zaak verder diende af te handelen”, zei Powell.

Teare bevestigde dat de beslissing om Kelly’s naam bekend te maken op haar ministerie was genomen. Het ministerie wilde voorkomen dat de pers in het wilde weg zou gaan gissen. Teare zei dat Kelly’s naam enkel werd bevestigd als journalisten hem noemden en nooit uit eigen beweging was gegeven.

Kelly pleegde een maand geleden zelfmoord, kort nadat bekend was geworden dat hij de belangrijkste bron was geweest voor een nieuwsverslag van BBC-journalist Andrew Gilligan. Daarin werd gesteld dat de Britse regering informatie over de Iraakse massavernietigingswapens had aangedikt om een oorlog tegen Irak te rechtvaardigen.

Uit getuigenissen voor de onderzoekscommissie is tot nu toe duidelijk geworden dat Kelly zich ernstig in het nauw gedreven voelde toen zijn superieuren op het ministerie van Defensie erachter kwamen dat hij met Gilligan had gesproken. De druk op hem groeide toen ze hem vervolgens opdracht gaven te verschijnen voor de twee parlementaire onderzoekscommissies die de controverse rond de informatie over de Iraakse wapens onderzochten. „We waren wel degelijk bezorgd over dr. Kelly”, zei Teare. „We waren ons ervan bewust dat het in de schijnwerpers staan zwaar voor hem zou zijn en dat hij hulp nodig zou hebben om het te doorstaan.”

Teare weersprak in haar getuigenis de claim van de BBC dat het ministerie van Defensie de kans had gekregen om op de dag van de uitzending te reageren op het verslag van Gilligan. Volgens haar heeft de BBC op de dag voor de uitzending niet één keer met het ministerie gebeld

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer