Om Sions Wil
Twee lieve oude mensen die samen oud geworden waren en die toch voor elkaar in zeker opzicht vreemdeling waren gebleven. Ds. H. Zweistra schrijft erover in Om Sions Wil (pastoraal blad voor de gereformeerde gezindte).
„Het is al weer enige tijd geleden dat een oud vrouwtje bij een collega laat op de avond aanbelde. Zenuwachtig stond ze aan haar tasje te plukken. De predikant deed open en keek haar glimlachend aan. Hij kende haar wel. Trouw zat ze onder zijn gehoor in de mooie oude dorpskerk. Haar man was opgenomen in het ziekenhuis. Een hartinfarct moest geconstateerd worden.
’t Was allemaal niet zonder zorg. Toen ze op uitnodiging van de predikant binnenkwam, greep ze zijn hand en vroeg met bevende stem: „Domineer, hait die nog wat ézeit…”
Twee lieve oude mensen die samen oud geworden waren en die toch voor elkaar in zeker opzicht vreemdeling waren gebleven. Ik zeg niet dat het een slecht huwelijk was. Mij komt dat oordeel niet toe. Toch wel triest dat zo veel verhuld was gebleven in dat lange huwelijksleven. Eigenlijk wel het meest wezenlijke. „Hait die nog wat ézeit…” Daar was zij nieuwsgierig naar. Kennelijk had zij steeds met die vraag rondgelopen „Wie is toch die man? Wat gaat in hem om?” Op haar vraag was nooit een antwoord gekomen. Wellicht had ze ’t hem ook nooit op de man af gevraagd. Niet gedurfd! ’t Is ook zo teer! Nu was ze met haar nood bij haar „domineer” terechtgekomen. Misschien kon hij op haar brandende vraag een antwoord geven.
Samen oud geworden en veel, heel veel was verhuld gebleven. Zij zijn bepaald niet het enige echtpaar dat zonder onthulling van het diepste innerlijk naar het eind toeleefde en leeft. Staan ze misschien niet model voor een bepaalde generatie?”