Noodhulp Liberia nog moeilijk te geven
Het is voor de hulporganisatie Mensen in Nood/Cordaid erg moeilijk om nu noodhulp te geven in Monrovia, de hoofdstad van het door oorlog verscheurde Liberia. De situatie in de stad is daar te onvoorspelbaar voor. Wel is er inmiddels een vlucht aangekomen met medische goederen, waaronder een basispakket medicijnen ter voorkoming van cholera, diarree en andere infectieziektes.
Dat heeft Mariska Smolders maandag laten weten. Zij is namens Mensen in Nood/Cordaid vrijdag in Liberia aangekomen als lid van een noodhulpteam van het Internationale Caritas Netwerk. De Nederlandse spreekt van een moeilijke situatie in Monrovia waar naar schatting 175.000 vluchtelingen zitten. Daardoor is het aantal mensen in de stad tot ongeveer 1,2 miljoen gestegen.
„We zijn nu bezig met gedetailleerd onderzoek naar wat de noden zijn en waar de prioriteiten liggen. We kunnen wel overal wat wegzetten, maar dat zou een onbezonnen actie zijn. Er zijn nog veel wapens in omloop en dat belemmert de hulp. De situatie in de stad is erg moeilijk. Alle winkels en klinieken zijn leeggeroofd en worden verhandeld op de zwarte markt. Alles wat er in de stad wordt verkocht, is gestolen", aldus Smolders. Het hulpteam wil voorkomen dat ook de noodhulp wordt gestolen.
De duizenden vluchtelingen zitten veelal op elkaar gepropt in scholen, stadions en andere gebouwen. „Je weet niet wat je ziet", zegt Smolders. „In de catacomben van het stadion proberen de ontheemden vuurtjes te branden om daar het beetje voedsel dat ze hebben warm te maken. Verder is er geen schoon drinkwater en zijn er geen sanitaire voorzieningen. Op verschillende plaatsen is al malaria en cholera uitgebroken. In het stadion sterft wel iedere dag iemand."