Radio onmisbaar voor zending in China
BARNEVELD – In de meest afgelegen bergdorpen in China hebben mensen beschikking over televisie of mobiele telefoon. Dat neemt niet weg dat radio het meest geëigende middel blijft om de volken met het Evangelie te bereiken. „Velen kunnen nauwelijks lezen of schrijven, en leven vooral in een mondelinge cultuur. Ze leren de Bijbel vooral kennen door het vertellen van verhalen en gelijkenissen.”
Dat zegt de Chinese christin Limei, werkzaam voor Trans World Radio (TWR) in China. Ze was deze week op uitnodiging van TWR in Nederland. Limei is een alleenstaande vrouw van 40 jaar oud, woonachtig in Singapore. Sinds 2001 is ze betrokken bij projecten voor vier onbereikte bevolkingsgroepen in China, de Amdo-Tibetanen, de Hui, de Nosu Yi en de Oeigoeren. Het gaat om groepen die soms uit miljoenen mensen bestaan en die diverse religies aanhangen, zoals de islam (Oeigoeren) en het boeddhisme (Amdo-Tibetanen).
China telt 519 bevolkingsgroepen, waarvan er 428 nog niet met het Evangelie zijn bereikt. Limei laat aan de hand van de meest recente statistieken zien hoe groot de nood is onder deze onbereikte volkeren. „De beste methode om hen te bereiken is mensen te sturen die hun stamtaal spreken. Dat kan door Chinezen maar ook door buitenlandse zendelingen, als ze maar materiaal hebben dat programma’s in de eigen taal aanbiedt.”
En er ís veel materiaal. Limei laat verschillende apparaten zien waarmee radioprogramma’s beluisterd kunnen worden, zoals draagbare audiospelers en mp3-spelers. Veel apparaten werken op zonne-energie en vereisen dus geen batterijen, wat handig is in afgelegen bergdorpen. TWR levert kant-en-klare programma’s die in deze apparaten geladen kunnen worden. „Er zijn ook geheugenkaartjes voor mobiele telefoons beschikbaar. We ontdekten dat zelfs in de meest afgelegen gebieden steeds meer mensen een mobiele telefoon gebruiken. Het plaatsen van deze kaartjes is een prachtig middel om ook deze doelgroep te bereiken.”
TWR bereikt China via een radiozender die opgesteld is op het eiland Guam, ten oosten van de Filipijnen. Het dagelijks leven van Limei bestaat hierin dat zij voortdurend vanuit Singapore naar China vliegt, en vandaar de verschillende volken bezoekt. Vaak moet ze uren lopen om afgelegen gebieden te bezoeken.
De TWR-medewerkster coördineert het contact met veldwerkers die nagaan waar en in welke mate er naar de programma’s geluisterd wordt. Limei: „Het uitzenden van radioprogramma’s kan nooit zonder het bieden van een vorm van follow-up. Het gaat erom dat mensen die het Evangelie horen dat ook met elkaar delen in een gemeenschap. We werken dan ook nauw samen met lokale kerken, die ervoor zorgen dat mensen verder onderwezen worden in de Bijbel.”
Limei beseft dat er veel meer werk is dan dat door de Chinese kerken kan worden gedaan. „Veel Chinese christenen hebben genoeg aan hun eigen zorgen en hebben geen tijd of geld om langere tijd zendingswerk op zich te nemen. Wat dat betreft moeten we geen idealistisch beeld schetsen van de Chinese kerk. Er zijn missionair ingestelde gemeenten, maar andere zijn dat soms beduidend minder.”
Limei constateert momenteel een grote mate van geloofsvrijheid in China, al wil ze zelf niet op de foto en is Limei niet haar echte naam. „Dat doe ik omdat ik regelmatig naar China reis. China wordt steeds toleranter, maar er blijven lastige regio’s in dit immense land. We komen regelmatig in regio’s waar maatschappelijke of politieke onrust heerst, zoals in Tibet en het gebied van de Oeigoeren. TWR onthoudt zich van inmenging en laat zich niet uit over politieke kwesties.”
Analfabeet
Slechts 4 procent van de Chinezen is analfabeet, maar de officiële minimumeisen liggen laag. „Als mensen enkele Chinese karakters kunnen schrijven of lezen, zijn ze officieel geen analfabeet. Velen hebben echter maar een korte tijd onderwijs genoten en houden zich in het dagelijks leven bezig met het werk op het land. Ze kunnen nauwelijks lezen of schrijven of hebben dat verleerd.”
Radio en mondelinge cultuur passen precies bij elkaar, aldus Limei. „In de steden luisteren Chinezen naar een geordende preek met een logische opbouw. Op het platteland heerst daarentegen een mondelinge cultuur. Men leert de Bijbel aan de hand van verhalen en gelijkenissen. Men vertelt die verhalen weer door aan anderen. Het is een statistisch gegeven dat 80 procent van de onbereikte volkeren deel uitmaakt van een mondelinge cultuur.”
Internet en televisie zijn overal in China beschikbaar. Toch blijft er een markt voor de radio, stelt Limei. „Radio is en blijft het medium voor mondelinge overdracht. Er is wel internet, maar veel Chinezen hebben er nauwelijks toegang toe of weten het niet te benutten. Bovendien blijft het een medium dat door de regering gemakkelijk gecontroleerd wordt, waardoor het lastiger is om het Evangelie uit te dragen.”
Limei krijgt regelmatig reacties op haar werk, al zijn velen niet in staat om een brief te schrijven of op een andere manier op de programma’s te reageren. „De reacties die ik krijg zijn echter bemoedigend. Zo was er iemand die ooit in zijn jeugd het Evangelie had gehoord, maar dat vervolgens vergat. Door een radioprogramma werd hij weer herinnerd aan de christelijke boodschap.
Er zijn mensen die door deze programma’s tot geloof zijn gekomen en dat ook aan anderen van hun volk of stam willen doorgeven. Dat geeft ons moed en vertrouwen om door te gaan met ons werk.”