Architectuur Biënnale laat zien hoe stad organisch kan groeien
In de toekomst zullen de bewoners veel meer betrokken worden bij het vormgeven van steden. De vijfde Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam laat zien hoe dat kan.
De architectuurbiënnale, die tot 12 augustus loopt, gaat over het maken van de stad. Anders dan je zou verwachten gaat het niet om een statische tentoonstelling in een museale ruimte: de stedelijke ruimte zelf speelt een rol bij het project. Rotterdam is als het ware één grote tentoonstellingsruimte.
Maar daar blijft het niet bij. Op verschillende locaties in het centrum van de havenstad is in de architectuur ingegrepen. Het idee is dat de tentoonstelling zo een blijvende erfenis in het stedelijke landschap nalaat.
De hoofdtentoonstelling is ingericht in het Nederlands Architectuurinstituut (NAi) in de zuidwesthoek van het centrumgebied van Rotterdam. Maar ook in de noordelijkste punt van het centrum is een tentoonstellingslocatie te vinden: het Schieblock aan het Hofplein. Tussen beide locaties is een route uitgezet die leidt langs plaatsen waar ingrepen in het stedelijke landschap zijn gepleegd.
Bombardement
De term ”architectuurbiënnale” moet niet al te letterlijk worden opgevat. Het gaat veel meer over de vraag hoe een stad wordt gemaakt. Deze biënnale legt de nadruk op de mensen die de stedelijke gebouwen gebruiken en de relatie tussen deze mensen en de gebouwen.
Het centrum van Rotterdam wordt gekenmerkt door het nieuwe stadshart gebouwd na het bombardement van mei 1940. Een van de kenmerken van de stedenbouw uit deze periode zijn de brede wegen die het stadshart doorkruisen. De gebouwen staan als eilanden in de open ruimte.
Deze clusters van gebouwen hebben een groot nadeel: er is geen samenhang tussen deze plekken. Om van het ene naar het andere cluster te komen moet men een zee aan infrastructuur oversteken. Een wandeling door Rotterdam is daardoor niet erg aantrekkelijk. In een natuurlijk gegroeide, meer compacte stad is de ervaring van de bezoeker heel anders. De functies op straatniveau –zoals winkels en restaurants– verbinden de verschillende stadsdelen dan aan elkaar, waardoor de bezoeker ongemerkt door de stad begint te dwalen. Een dergelijk centrum heeft tot gevolg dat mensen langer in de stad willen blijven, omdat er iets valt te ontdekken. De aanwezigheid van mensen versterkt vervolgens allerlei andere functies in het stadscentrum, zodat er een levendig geheel ontstaat.
Zigzag
De route die speciaal voor deze architectuurbiënnale door het centrum van Rotterdam is uitgezet heet ZigZagCity. De naam duidt op het karakter van de route: je wordt zigzag door de stad geleid, langs achterkanten van panden, langs vergeten binnenplaatsen, via een voetgangersgebied, om uiteindelijk te arriveren bij het Hofplein.
Het Hofplein is bij uitstek een voorbeeld van een weinig herbergzaam, op zichzelf staand eiland. De weinige winkels en horeca die aan het plein zijn gevestigd, geven nauwelijks enige levendigheid aan het plein. Rondom zijn ontoegankelijke kantoorgebouwen gevestigd.
Speciaal voor de ZigZagCityroute is hier echter verandering in gebracht. Het voormalige hoofdkantoor van Shell aan het Hofplein is open voor publiek. Op de achttiende verdieping is een tijdelijk minicafé ingericht. Onder het genot van een kopje koffie kunnen bezoekers genieten van een prachtig uitzicht op Rotterdam.
Creatieve bedrijven
Als je naar beneden kijkt valt direct de wirwar van gele lijnen op die op de straat zijn aangebracht. Deze lijnen leiden naar het Schieblock, een voormalig kantoorgebouw aan het Hofplein dat inmiddels is ingericht als plek voor verschillende creatieve bedrijven. Eigenlijk was het Schieblock aangekocht door een projectontwikkelaar die hier hoogbouw wil realiseren. Door de financiële crisis liggen deze plannen echter stil. Jarenlange leegstand dreigde.
Twee creatieve ondernemers –de landschapsarchitecten Elma van Boxtel en Kristian Koreman– trokken zich het lot van deze plek zo aan dat ze besloten in het leegstaande gebouw te gaan wonen en werken. Deze persoonlijke inmenging heeft geleid tot een tijdelijke gebruiksovereenkomst met betrekking tot het gebouw. Door de voortdurende inzet van Van Boxtel en Koreman op deze plek is het gebouw omgevormd tot een broedplaats van creatief talent.
De persoonlijke betrokkenheid bij de vorming van de stad is een van de leidende thema’s van de biënnale. Op dit moment zijn door de moeilijke economische situatie de mogelijkheden van projectontwikkelaars verder afgenomen. Ook de overheid neemt steeds minder het voortouw bij het ontwikkelen van de stad. De inbreng van de gebruikers van de stad is daarom van essentieel belang. Door zich te organiseren kunnen de gebruikers van gebouwen initiatieven ontwikkelen om de directe omgeving te verbeteren. Zij attenderen de overheid op de noodzaak van bepaalde ingrepen, in plaats van andersom, zoals in het verleden gebeurde.
Luchtsingel
Deze gang van zaken betekent ook dat de invloed van de gebruiker op de omgeving sterk vergroot is. Een voorbeeld hiervan vormt het Stadsinitiatief dat de gemeente Rotterdam instelde. Bewoners konden hun ideeën voor de stad kenbaar maken, waarna de burgers stemden over de uitvoering ervan. Elma van Boxtel en Kristian Koreman hebben voor het Schieblock en de directe omgeving handig gebruikgemaakt van deze mogelijkheid. Hun bezorgdheid over de afwezigheid van de onderlinge relaties tussen verschillende plekken in het centrum in Rotterdam bracht hen tot het creëren van een Luchtsingel. Dit is een voetgangersbrug die van het Centraal Station dwars door het Schieblock over het spoor naar de voormalige Hofpleinlijn voert. De Luchtsingel verbindt zo het centrum van Rotterdam met Rotterdam-Noord, voorheen enkel te bereiken door een onaantrekkelijke tunnel onder het spoor dat dwars door de binnenstad snijdt.
De Luchtsingel wordt gefinancierd door iedereen die maar een bijdrage wil leveren. Voor 25 euro is een plank in de brug te koop; daarin kan desgewenst de naam van de koper of een boodschap in worden gefreesd.
Geen sloop
Deze aanpak betekent een grote verandering ten opzichte van de traditionele manier van ontwikkelen van een locatie. Voor de plannen met betrekking tot het Schieblock is het bijvoorbeeld ondenkbaar dat de gebruikers van gebouwen er niet bij betrokken worden. Het is zelfs zeer de vraag of de projectontwikkelaar van het Schieblock ooit het huidige pand zal kunnen afbreken. Waarschijnlijk zal hij zorgvuldig moeten bekijken hoe een uiterst actieve groep gebruikers een plek kan krijgen in zijn plan.
Op deze manier wordt er afscheid genomen van de traditionele afbraak-nieuwbouwmethode, waarmee de stad zich nauwelijks tot een levendig geheel kan ontwikkelen. In plaats daarvan ontstaat er een organisch groeiend geheel waarin niet de gebouwen maar de gemeenschap van gebruikers de stad vormt.
De vijfde Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam loopt tot 12 augustus in het Nederlands Architectuur Instituut in Rotterdam. De route Zig Zag City is tot en met 6 mei te volgen. www.iabr.nl