Adhocratie
De politiek, dat zijn wij. De politiek weerspiegelt onze samenleving en laat ons als door een vergrootglas zien wie wij zelf zijn.
Het opblazen van het kabinet door PVV-leider Wilders maakte dat met één klap duidelijk. Het maakte pijnlijk zichtbaar wat er kan gebeuren wanneer een land zich door de onderbuik laat regeren. Dan verwordt democratie gemakkelijk tot adhocratie. Dan regeren chaos en verwarring.
Dat besef gaf Nederlanders even een gevoel van collectieve schaamte. Het was misschien mede die schaamte die de politici van het politieke midden ertoe bracht om een nooit eerder vertoonde daadkracht aan de dag te leggen, hoewel politiek opportunisme daarin zeker ook een rol speelde.
Daarna ging de Tweede Kamer, „gehoord hebbende de beraadslagingen”, weer over tot de orde van de dag. Edoch, wie na het voorgevallene zonder meer overgaat tot de orde van de dag, valt ook weer gemakkelijk terug in de waan van de dag, en mist een kans om zichzelf beter te leren kennen.
Want de politiek, dat zijn wij. U en ik dus. U en ik, behoudende christenen welteverstaan. Welnu, wat zien we in de politiek?
Het fundament ontbreekt. „Wilders sloeg plotseling linksaf”, zo constateerde de CDA-voorman Van Haersma Buma. Van coherentie in de standpunten van de PVV is geen sprake, en van consistentie in de tijd evenmin. Het is een beginselloze hutspot. Dat is dan bij ons gelukkig nog anders. Of toch niet? Lijkt dit misschien enigzins op de wijze waarop steeds meer refo’s hun leven inrichten? Een forse dosis godsdienst, een dubbele portie wereld, een flinke snuif vermaak en twee- of driemaal daags een schepje genot. Ieder mengt zijn eigen cocktail. „Dat moet ieder voor zich uitmaken”, is onder ons een gevleugelde uitdrukking geworden.
Het gevoel regeert. „Ik kon niet anders”, zo verdedigde Wilders zich, en daarmee had zijn argumentatie zo ongeveer de maximale diepgang bereikt. „Ik zie dat nu eenmaal anders”, zo verdedigen tal van refo’s zich die aangesproken worden op hun keuzes, zich daarmee afsluitend voor verder gesprek en argumentatie op grond van Gods Woord. „Zo voel ik dat nu eenmaal.”
Tanend gezag. „Doe normaal, joh!” riep Wilders naar de minster-president, waarmee een nieuw dieptepunt werd bereikt in parlementaire omgangsvormen. Maar zijn wij nou veel beter? Anders? Eren wij het gezag nog? We zeggen ”hoi” tegen de dominee en stappen naar een ander kerkverband als de gang van zaken ons niet bevalt. Begrippen zoals onderdanigheid en nederigheid zijn uit ons vocabulaire verdwenen. Die zijn ”niet meer van deze tijd”.
Halve waarheden. Het was een open en transparant proces geweest, sprak D66-leider Pechtold op zalvende toon. Ieder die wilde, had kunnen particperen. „Gezwam”, stelde SGP-leider Van der Staaij terecht vast. Pechtold verpersoonlijkt de gangbare wijze van omgaan met de waarheid in de politiek. Hij benadrukt datgene wat past in zijn verhaal, en verzwijgt de feiten die hem minder welgevallig zijn. Maar hoe is dat bij ons? Geloven wij nog werkelijk dat een halve waarheid een hele leugen is?
Geen stijl. Het moet gezegd, Wilders draagt in ieder geval consequent een pak en een stropdas, maar daar houdt het gevoel voor stijl dan wel zo ongeveer op. Tijdens Kamerdebatten hangt hij onverschillig in zijn stoel, en doet hij vooral zijn best om uit te stralen dat hij overal lak aan heeft. Zijn toespraken zijn vol platitudes. Nee, dan wij! Hoewel… ook wij gaan steeds vaker in spijkerbroek naar de kerk, spuien onze primaire emoties op Twitter en staan in vrijetijdskleding voor de klas. „Het gaat niet om het uiterlijk”, zeggen we dan.
De politiek, dat zijn wij. De politiek, dat ben ik. Wilders, dat ben ik. Pechtold, dat ben ik. Samson, dat ben ik. Ik ben erger dan allemaal. Daar komt het op neer. Wie dat beseft, vindt alle reden om zich beschaamd neer te buigen. Alleen een volk dat zo in het stof ligt, wordt door Hem weer opgericht.
De auteur is directeur van een it-bedrijf. Reageren? gedachtegoed@refdag.nl