Rotterdam en Den Haag bezuinigen fors op muziek
ROTTERDAM/DEN HAAG – In Rotterdam en Den Haag is woensdag de cultuurnota voor de komende jaren gepresenteerd. Beide steden bezuinigen vanaf volgend jaar fors op muziek.
Dat meldde Viertakt Nieuws eerder deze week. De Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur presenteerde een advies dat „pijn doet”, onder andere bij instellingen van klassieke muziek. Zo worden het Gergiev Festival en de Operadagen Rotterdam ongeveer gehalveerd in hun budget. De commissie adviseert beide festivals niet jaarlijks maar tweejaarlijks te programmeren, het liefst om de beurt. Het gezelschap Opera Onafhankelijk Toneel, dat ongeveer ieder jaar een opera produceert, krijgt helemaal geen geld meer.
Het Rotterdams Philharmonisch Orkest (RPhO) komt er goed van af: de subsidie moet ongeveer gelijk blijven. De adviescommissie vindt de artistieke kwaliteit van het orkest dan ook zeer hoog. In het rapport krijgt het orkest echter ook een reprimande. „Door alles op alles te zetten om de hoogst haalbare top te bereiken, neemt de aanvrager een egocentrische positie in. Het orkest werkt weinig structureel samen met andere partijen in de stad. Het presenteert zich als het toporkest van Rotterdam, maar trekt zich langzaam uit de stad terug, door zich meer te gaan concentreren op buitenlandse tournees.”
Ook in Den Haag verscheen woensdag het adviesrapport voor kunst en cultuur voor de periode 2013-1016: ”Het Cultureel Kapitaal van Den Haag”. Ten aanzien van het Residentie Orkest stelt de commissie dat het een van de boegbeelden van de stad kan worden, maar dan moeten er wel betere plannen komen. Komen die er, dan krijgt het orkest jaarlijks 3,5 miljoen euro. Overigens nog steeds 1,5 miljoen minder dan in de huidige periode.
Over het Nederlands Muziek Instituut zegt de commissie in haar advies dat zij het betreurt dat het Rijk eenzijdig besloten heeft het NMI niet langer te subsidiëren en daarmee feitelijk aangeeft geen verantwoordelijkheid te willen dragen voor het muzikaal erfgoed. De commissie onderkent het belang van het NMI voor het muziekleven en staat dan ook op het standpunt dat het wegvallen van de rijkssubsidie geen aanleiding mag zijn om de gemeentelijke bijdrage te stoppen. Voorwaarde is wel dat het NMI een integratie tot stand brengt met het Haags Gemeentearchief (HGA). Desondanks stelt de commissie voor de subsidie van de gemeente Den Haag terug te brengen van € 374.000 naar € 300.000.
Daarnaast geeft de commissie een inhoudelijke beoordeling ten aanzien van het functioneren van het NMI in de afgelopen jaren. Zo stelt ze dat het NMI de afgelopen jaren onvoldoende naar buiten gericht heeft geopereerd en vraagt zij zich af of er niet meer voortgang had kunnen worden gemaakt bij de ontsluiting van de muziekcollecties.
Het NMI schrijft op zijn website „met verbijstering” kennis te hebben genomen van de beoordeling en advisering van de gemeentelijke adviescommissie. „Het NMI kan zich niet herkennen in de beoordeling en de kritiek van de commissie. Het lijkt er verder op dat de commissie beoogt de collectie ‘op te bergen’ bij het Haags Gemeentearchief. Met de voorgestelde omvang van een toekomstig NMI is er in de toekomst nauwelijks bekendheid en dynamiek rond het muzikaal erfgoed te organiseren.”