Dat blijkt uit de maandelijkse nieuwsflits die het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) vrijdag heeft gepubliceerd.

De afgelopen twaalf maanden heeft het CWI het aantal werkzoekenden met een mbo-, havo- of vwo-opleiding zien oplopen met 46 procent. Over deze periode registreerden de voormalige Arbeidsbureaus een toename van het totale aantal niet-werkende werkzoekenden met bijna 27 procent. Dat is een stijging van 482.800 personen in juli 2002 naar 612.200 in dezelfde maand dit jaar.

Ook het aantal werkzoekenden zonder baan met een opleiding op hbo- of universitair niveau nam sterk toe. Het CWI heeft 33 procent meer mensen ingeschreven met een afgeronde hbo-opleiding en 25 procent meer met een universitaire graad. Onder de ongeschoolde werklozen werd een stijging genoteerd van 7,6 procent.

Een woordvoerder van het CWI benadrukt dat de arbeidsmarktpositie van ongeschoolden nog altijd veel slechter is dan die van mensen met een afgeronde opleiding. „Het aantal ongeschoolde werkzoekenden zonder baan is als percentage van de beroepsbevolking aanzienlijk hoger.”

De zegsman wijst erop dat van de ongeschoolde beroepsbevolking slechts 39 procent aan het werk is. De arbeidsparticipatie van afgestudeerde mbo’ers ligt op 77 procent en die van mensen met een havo- of vwo-diploma op 52 procent.

In juli bedroeg volgens het CWI het totaal aantal werkzoekenden zonder baan 8,2 procent van beroepsbevolking, alle Nederlanders tussen de 15 en 65 jaar die direct beschikbaar zijn voor een baan van ten minste twaalf uur.

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) presenteert volgens planning op 19 augustus de werkloosheidscijfers over juli. In juni telde het CBS 403.000 werklozen, ofwel 5,4 procent van de beroepsbevolking.

Het CBS hanteert een andere definitie van werkloosheid dan het CWI. Het statistisch bureau kijkt naar de werkloze beroepsbevolking en telt de werklozen die actief op zoek zijn naar een baan van tenminste twaalf uur per week. Het CWI telt iedereen mee die als werkzoekend staat geregistreerd.