Bezoek moefti aan Jeruzalem blijft heet hangijzer
JERUZALEM – Het bezoek dat de Egyptische grootmoefti Ali Gomaa vorige week woensdag bracht aan Jeruzalem blijft de gemoederen in de islamitische wereld bezighouden.
Ali Gomaa was tijdens zijn pelgrimage in gezelschap van de Jordaanse prins Ghazi bin Mohammed. De prins en de grootmoefti baden gezamenlijk in de al-Aqsamoskee en brachten vervolgens een bezoek aan de Heilige Grafkerk en het Grieks-orthodoxe patriarchaat in Jeruzalem.
Volgens bronnen rond de grootmoefti –de hoogste islamitische autoriteit in Egypte– dient dit laatste te worden geïnterpreteerd als een bevestiging van de broederlijke banden tussen christenen en moslims. Dit is zeker geen onbelangrijke geste tegen de achtergrond van de oplopende spanningen tussen beide geloofsgemeenschappen in het thuisland van de grootmoefti, Egypte.
Het bezoek leidde afgelopen weekend tot een furieuze reactie van de invloedrijke geestelijke Yusuf al-Qaradawi, die reageerde in zijn hoedanigheid als voorzitter van de International Union for Muslim Scholars. Qaradawi wordt tegelijk gezien als ongekroonde koning van de moslimbroeders.
Met het oog op zijn positie kan gesuggereerd worden dat zijn vernietigende oordeel over de actie van de Egyptische grootmoefti niet zozeer zijn persoonlijke visie weergeeft, maar eerder de afkeuring van islamitische geleerden wereldwijd.
Qaradawi noemde het bezoek „haram” –oftewel „verboden”–, wat binnen de islamitische jurisprudentie een zwaarwegende morele veroordeling is waar consequenties aan zijn verbonden. Qaradawi schrijft „dat er consensus bestaat tussen christenen en moslims dat het bezoeken van Jeruzalem verboden dient te blijven zolang Israël de stad militair bezet. Ik had niet verwacht dat een eminente persoonlijkheid als sheikh Ali Gomaa tegen deze consensus zou ingaan.”
Ook de Egyptische moslimbroeders zetten deze week opnieuw de aanval op de grootmoefti in. Vorige week noemden zij het bezoek al „een catastrofe die de Palestijnse belangen ondermijnt.” Op hun website Ikhwanweb stellen zij dat „het bezoek van de grootmoefti de gevoelens van zowel moslims als christenen ernstig heeft gekwetst.”
De verklaring van de Egyptische moslimbroeders neemt vervolgens een onverwachte wending. Ze melden „dat de koptische paus Shenuda III tijdens zijn leven meerdere malen zijn edict bekrachtigd heeft dat onze christelijke broeders en zusters verbiedt om Jeruzalem te bezoeken.”
Onder Egyptische kopten echter blijkt wel degelijk een verlangen te bestaan om het Heilige Land te bezoeken. Zij zullen zich hierbij juist gesteund voelen door het bezoek van de Egyptische grootmoefti aan Jeruzalem.
De komende dagen zal de strijd hierover binnen Egypte verdergaan. Ondertussen wist de Egyptische krant al-Ahram te melden dat de Egyptische Unie van Schrijvers het lid-maatschap van de Egyptische grootmoefti wil beëindigen. De unie zou hier begin deze week een spoedvergadering over beleggen.
In politieke kringen in Egypte wordt het bezoek van de grootmoefti aan Jeruzalem bovendien gezien als een politieke verklaring, omdat het plaatsvond op een moment dat in Egypte de discussie is opgelaaid over het verbreken of tenminste herzien van het vredesverdrag met Israël.