„Politie zocht naar dader met donkere huid”
OSLO (ANP/AFP/DPA/RTR) – De politie zocht vlak na de de bomaanslag in Oslo vorig jaar zomer naar een dader „met een bruine huid.” Dat zei politieman Thor Langli dinsdag tijdens de zevende dag van het proces tegen Anders Behring Breivik. Agenten zochten naar een donkerkleurige dader na het bekijken van beelden van bewakingscamera’s.
Later zochten opsporingsambtenaren naar twee daders. Langli ging daarvan uit omdat mensen ter plaatse het uiterlijk van de dader verschillend beschreven. Toen een brandweerman had gezegd dat hij een Scandinavisch uitziende man in een politie-uniform op de plek van het misdrijf had gezien, kwamen de agenten op het spoor van Breivik. Agenten kregen de opdracht de Noor in het uiterste geval neer te schieten. Langli zei ook dat agenten er rekening mee hielden dat er meer bommen zouden ontploffen.
Breivik liet op 22 juli vorig jaar een bus met explosieven ontploffen voor het kantoor van premier Jens Stoltenberg van de Arbeiderspartij. Daardoor kwamen acht mensen om het leven; meer dan 200 mensen raakten gewond. Vorige week zei de Noor dat hij had gehoopt de hele regering om te brengen. Breivik zei maandag dat het hem speet dat er bij de bomaanslag slachtoffers waren gevallen onder passanten. Zij hadden niets met de politiek te maken.
In de chaos die volgde op de bomaanslag, ging Breivik naar het het eiland Utoya. Daar hielden jongeren van de Noorse Arbeiderspartij een kamp. Hij schoot er 69 mensen dood. Breivik noemde de slachtoffers daar maandag „legitieme doelwitten”, omdat zij „politieke activisten” waren.
Forensische experts van de politie zeiden dinsdag dat de lichamen van de meeste dodelijke slachtoffers van de aanslag in Oslo door de kracht van de explosie uiteen waren gespat.