Muziek

Orgelpark verrijkt met middeleeuwse replica

Hoe klonk een middeleeuws orgel? Er zijn geen bandopnames, dus niemand weet het. Om er toch een indruk van te krijgen, bouwde orgelmakerij Reil in Heerde „een studiekopie” van het oudste bewaard gebleven orgel in Nederland. De ingebruikname van het bijzondere instrument is vandaag.

Evert van Dijkhuizen

20 April 2012 23:00Gewijzigd op 14 November 2020 20:38
Het Van Stratenorgel in het Orgelpark. Foto Orgelpark, Sonja Duimel
Het Van Stratenorgel in het Orgelpark. Foto Orgelpark, Sonja Duimel

Het Orgelpark in Amsterdam, een voormalige kerk naast het Vondelpark, telt drie gaanderijen. Op twee ervan staat een orgel. Ook boven de kansel hangt er een. De derde gaanderij wás leeg, maar herbergt nu de replica van het instrument dat Peter Gerritsz in 1479 bouwde voor de Utrechtse Nicolaïkerk.

Johan Luijmes, artistiek leider van het Orgelpark, kijkt schuin omhoog naar het fonkelnieuwe front met z’n fraai beschilderde luiken aan weerszijden. „Het staat er alsof het voor deze ruimte is gemaakt, zo mooi past het hier. Het balkon moest wel verstevigd worden vanwege het gewicht van het orgel.”

Boven bij het ranke instrument valt de bezoeker van de ene verbazing in de andere. Het ís een orgel, maar bijna alles is anders. De twee klavieren, hoofdwerk en bovenwerk, tellen minder toetsen dan normaal: respectievelijk 42 en 37. De toetsen zijn breder: met één hand een octaaf spelen kost moeite. Luijmes: „In het begin pakte ik per ongeluk een septiem in plaats van een octaaf.”

De klavieren beginnen niet, zoals gebruikelijk, met een c-toets, maar met een b-toets. Omdat het orgel ook nog eens een hele toon lager gestemd staat dan normaal (a1 = 388 Herz), klinkt de laagste toon als een contra-a. De stemming van het orgel is niet gelijkzwevend, zoals bij moderne orgels, maar middentoon. Toonsoorten met weinig kruisen en mollen klinken zuiverder dan normaal, toonsoorten met veel kruisen en mollen valser. Het pedaal is een verhaal apart. Het telt slechts elf korte toetsen. Erop spelen is een waagstuk.

De windlade van het hoofdwerk is uitgevoerd als blokwerk. De organist kan de toevoer van de wind naar de verschillende rijen pijpen niet afsluiten door een register dicht te doen zoals bij moderne orgels. Per toets klinken en bloc alle pijpen die bij die toets horen, zoals gebruikelijk in de middeleeuwen.

De langste pijp van elk groepje per toets laat de grondtoon horen en staat in het front. De andere pijpen zorgen voor de boventonen (kwinten en octaven) en bevinden zich in het orgel. De boventonen zijn bijna niet apart te horen, maar versterken de klank van de grondtoon.

Het front van het orgel laat zien hoe twee pijpen tegelijk worden aangeblazen. De ene pijp staat rechtop, de andere op z’n kop. De voeten van de pijpen raken elkaar en kunnen daardoor tegelijk van wind worden voorzien. Deze techniek is ook bij latere orgels toegepast om de instrumenten meer helderheid te geven.

De dispositie van de studiekopie trekt de aandacht. Het hoofdwerk bevat een Principaal, het bovenwerk een Doof, een Positie en een Cimbel. De verschillende registers geven de mogelijkheid om alleen de frontpijpen te laten horen, alleen de binnenpijpen of een combinatie van die twee.

De klank van de frontpijpen wordt in de middeleeuwen Doof genoemd. Doof staat voor dof en typeert het geluid van fluiten. De binnenpijpen, aangeduid met Positie, hebben de klank van een Prestant. Als ze samen worden gebruikt, heet dat Principaal.

De Principaal is 7 tot 18 sterk. Dit houdt in dat het register in de baskant 7 pijpen per toets telt, in de discant maar liefst 18. De Doof is 2 tot 3 sterk en leent zijn pijpen voor een deel van het hoofdwerk. Een transmissie dus. De Cimbel, eind 15e eeuw uitgevonden, is 3 sterk en imiteert het geluid van kleine belletjes. Een van de drie pijpjes per toets klinkt een terts (drie tonen) hoger dan de grondtoon. Achter het orgel staat een rij pijpen die bij het pedaal horen. Ze heten Bourdonnen. De frontpijpen zijn van bijna 100 procent tin gemaakt, de binnenpijpen van lood.

Kunst apart

Opvallend aan het orgel is de ondiepe kas, slechts 70 centimeter. Achter het instrument liggen vier balgen –geen gewone, maar smidsbalgen– die voor de wind zorgen. Ze worden met de hand bediend door middel van stokken die om de beurt naar beneden worden gedrukt. „Een kunst apart”, zegt Luijmes. „Hoe gelijkmatiger je de stokken beweegt, hoe beter de windtoevoer.”

Terwijl hij speelt, bedient Jan Koelewijn, intonateur bij orgelmakerij Reil, de balgen. Maar wat te doen als de organist alleen is? Luijmes: „Tja, dan heb je toch echt een motor nodig.” Hij wijst: „Die staat daar. Het enige onderdeel dat niet past bij een kopie van een middeleeuws orgel.” Nog een opvallend detail: de winddruk is 63 millimeter, veel lager dan bij moderne orgels.

Bij de bouw van het instrument, die zo’n vier jaar duurde, dienden bewaard gebleven onderdelen van het Gerritszorgel uit 1479 als uitgangspunt. Ondanks ingrijpende renovaties van dit instrument in 1547 en 1601 bleven de orgelkas, de speelmechaniek, de windlade van het hoofdwerk en een deel van het pijpwerk bewaard.

Het Gerritszorgel is sinds 1885 buiten gebruik. De lege kas, inclusief het later toegevoegde rugwerk, hangt in de Koorkerk in Middelburg. Het binnenwerk van het orgel ligt opgeslagen bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Er zijn plannen om het orgel weer op te bouwen, maar tot op heden is daar om verschillende redenen niets van gekomen.

Omdat niet alles bewaard is gebleven van het Gerritszorgel was er onderzoek nodig om de reconstructie compleet te maken. Daarbij speelden de orgeldeskundigen Wim Diepenhorst en Rudi van Straten een belangrijke rol. Ze werkten nauw samen met orgelmakerij Reil.

„Een spannende ontdekkingstocht en een buitengewoon leerzaam proces”, blikt directeur Hans Reil terug. „We zijn dankzij het onderzoek veel te weten gekomen over de orgelbouw in de late middeleeuwen. Deze kennis kan benut worden als het ooit tot de herbouw van het Gerritszorgel komt.”

Volgens Reil is zijn bedrijf ver gegaan in het zich verplaatsen in de orgelbouw rond 1500. „Het gieten van de metalen platen voor de pijpen, het maken van de pijpen en het nabewerken ervan is zo veel mogelijk op de originele wijze gedaan. En we hebben al het houtwerk niet machinaal, maar met de hand geschaafd. Desondanks blijft dit orgel een studiekopie: een mogelijke reconstructie van het Gerritszorgel. Het zou hovaardig zijn het anders te zeggen.”

Het oudste nog bespeelbare orgel in Nederland is het koororgel van de Grote of Sint-Laurenskerk in Alkmaar. Het wordt in 1511 gebouwd door Jan van Covelen en luidt een breuk in met de tot dat moment gangbare orgelbouw. Het instrument is voorzien van een sleeplade die het mogelijk maakt de pijpen te verdelen in klankkleuren die per register gekozen kunnen worden.

Verloren

Voortaan worden er orgels gebouwd met een Holpijp, Gemshoorn, Regaal en Trompet in plaats van met alleen een Prestant. In rap tempo worden ook de orgels uit de late middeleeuwen volgens deze nieuwe techniek gemoderniseerd. Veel originele instrumenten gaan daardoor verloren, terwijl ze goed beschouwd het oertype van het Nederlandse orgel vormen.

Hoe de laatmiddeleeuwse orgels bij benadering hebben geklonken, laat Wim Diepenhorst horen als hij de replica van het Gerritszorgel demonstreert. Opvallend is de luide, heldere klank. Het qua dispositie bescheiden instrument, vernoemd naar adviseur Rudi van Straten, vult de hele ruimte van het forse Orgelpark.

Vanmiddag wordt de replica officieel in gebruik genomen, vanavond is het eerste concert. Dan zal het orgel klinken in combinatie met koorzang van Schola Gregoriana, geheel in middeleeuwse stijl. „Maar”, zegt Luijmes, „het is wel een orgel van deze tijd. Daarom hebben we twee opdrachten gegeven voor nieuwe, eigentijdse composities. Het orgel zal vanavond ook klinken in combinatie met blokfluit en elektronica.”

De artistiek leider is blij met het nieuwe oeroude orgel. „Het Orgelpark is een volstrekt uniek instrument met een enorme power rijker geworden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer