In de zon zitten als de zon schijnt
Snoeien om te groeien? Of eerst groeien en dán snoeien? De discussie woedt nog steeds. Het eerste komt inderdaad beroerd uit, maar het tweede is nog nooit gelukt.
„Het was in december 2005 dat de huidige minister Schultz van V&W het verdrag tekende met België over de Westerschelde. Een helder en duidelijk verdrag.”
Zo begon PvdA-Kamerlid Jacobi donderdag het debat over de Hedwigepolder. Europese regels voor natuurcompensatie zijn nu eenmaal regels en een verdrag is een verdrag, dus „teruggeven aan de natuur” die polder, ofwel: onder water!
Het was in februari 1992 dat de toekomstige eurolanden, onder leiding van PvdA-minister Kok, de afspraak maakten het begrotingstekort, op straffe van sancties, de 3 procent niet te laten ontstijgen. Later is die regel nog regelmatig bekrachtigd en recent nog aangescherpt. In 2009 bepaalden de eurolanden tevens dat er niet langer dan tot 2013 een oogje zou worden toegeknepen, zoals sinds de kredietcrisis de praktijk was.
Dat alles gebeurde mede op aandringen van Nederland en niet in de laatste plaats óók de PvdA. Het is daarom boeiend om te zien dat die partij de ene overeenkomst (Hedwige) zo totaal anders beoordeelt dan de andere (begrotingsnorm).
De PvdA stelde in maart dat Nederland twee jaar uitstel moet krijgen van de Europese Commissie voor het voldoen aan de eis van een begrotingstekort van maximaal 3 procent.
Hierop vooruitlopend presenteerde fractievoorzitter Samsom onlangs een bezuinigingspakket waarin het tekort in 2013 3,6 procent bedraagt. „We moeten meer doen dan de begroting op orde brengen”, sprak hij daarbij, maar hij doet op korte termijn dus duidelijk minder dan Brussel vraagt.
Samsoms GroenLinkscollega Sap –evenals de PvdA behoorlijk pro-Europa– kwam afgelopen week met een hervormingspakket met dezelfde eindcijfers voor 2013. Daarbij zei ze zeker te weten dat de Commissie dat prima vindt: „Ik zou er zo uit zijn met Brussel”, aldus Sap. „Ik denk dat als Nederland met een goed plan komt, Brussel nog wel een keer een uitzondering wil maken.”
Volgens de twee partijen, die ook de SP aan hun kant vinden, is er „geen zinnige economische of financiële reden” om al in 2013 orde op zaken te stellen. Het zou de economie alleen maar verder afknijpen.
Dat laatste is zonder meer waar. Zo becijferde ING vorige week dat de bezuinigingsronde waarvoor het kabinet zich nu opmaakt, tussen de 0,8 en 1,0 procentpunt van de groei afhaalt, waardoor de Nederlandse economie in 2013 –opnieuw– niet of nauwelijks groeit.
Naast simpelweg ”afspraak is afspraak” zijn er echter wel degelijk ook andere redenen om niet lichtvaardig om te gaan met het terugdringen van het begrotingstekort. Dat Nederland bij onvoldoende saneren het risico loopt zijn hoogste AAA-status bij kredietbeoordelaars te verliezen, is daarvan niet eens de zwaarwichtigste, hoewel dit miljarden meer aan rente-uitgaven kan kosten.
Belangrijker is de constatering dat de huidige zware ingrepen die voor de deur staan, het gevolg zijn van jarenlang uitstel van noodzakelijke hervormingen. Kabinet op kabinet liet het houdbaarheidstekort –dat aangeeft of het Rijk straks nog kan doen wat het nu doet– links liggen. Daarvoor draagt ook de PvdA verantwoordelijkheid.
Toen in 2008 donkere wolken zich samenpakten boven de economie, was de lijn van Bos en Balkenende dat Nederland tegen een stootje kon. De begroting, waaruit iedere cent geperst was die er maar te halen viel, bleef in stand. Terwijl de recessie Nederland de grootste krimp sinds de jaren dertig bezorgde, steeg de koopkracht van de burger toch maar mooi! Op dat moment dempten de extra uitgaven wellicht de recessie, maar de huidige stap terug is er wel groter door geworden.
Wie het overzicht bekijkt van de Nederlandse begrotingsoverschotten en -tekorten sinds 1960 (zie illustratie) wordt niet vrolijk. Ja, daken repareer je bij voorkeur als de zon schijnt, niet als het regent. Maar als de zon schijnt, gaan we er in Nederland –van links tot rechts!– liever in zitten dan hamsteren voor later. Het aantal keren dat Nederland, ook met een groei van 4 tot 5 procent, begrotingsoverschotten wist te realiseren zijn met gemak op de vingers van twee handen te tellen.
Die wetenschap in combinatie met het feit dat de groei van de Nederlandse economie (onder meer door de vergrijzing) de komende jaren structureel fors lager zal liggen dan voorheen, zou terughoudendheid moeten voeden om belangrijke maatregelen nog langer uit te stellen.