Het vuurgevecht speelde zich af in de wijk Sadr City -voorheen Saddam City- in het noorden van Bagdad. In de wijk wonen voornamelijk sjiitische moslims. Het verdreven regime van Saddam, een soennitische moslim, heeft sjiitische moslims vervolgd. De sjiieten, die 60 procent van de Iraakse bevolking uitmaken, zijn van cruciaal belang voor de Amerikaanse plannen voor de wederopbouw van Irak.

Het geweld brak ’s morgens uit toen Amerikanen vanuit een legerhelikopter probeerden een islamitische vlag van een communicatietoren te verwijderen. Met stokken gewapende Irakezen die de toren hadden beklommen, sloegen het bemanningslid dat de vlag vanuit de helikopter wilde pakken weer naar binnen om hun symbool te beschermen. Toen losten Amerikaanse grondtroepen waarschuwingsschoten die door Iraakse schutters werden beantwoord.

Volgens de sjiitische geestelijke sjeik Ali al-Mutairi trokken de Amerikanen zich na twintig minuten terug. Woordvoerders van het Amerikaanse leger in Bagdad zeiden geen informatie te hebben over het incident.

Opnieuw zijn twee Amerikaanse militairen in Irak omgekomen bij guerrilla-aanvallen, meldde het Amerikaanse leger. Bij een aanval op een Amerikaanse patrouille in het noorden van Irak kwam woensdag één Amerikaanse soldaat om en raakte een tweede gewond. Het incident voltrok zich op een weg zo’n 25 kilometer ten zuiden van Tikrit, de thuisstad van Saddam Hussein. De slachtoffers reden in een pantserwagen die deel uitmaakte van een konvooi van vier legervoertuigen. Dinsdag kwam een Amerikaanse militair om en raakten er twee gewond bij een bomaanslag in de buurt van al-Taji. Het leger wilde verder geen details kwijt over die bomaanslag.

Sinds 1 mei, toen de Amerikaanse president George Bush verklaarde dat de grote gevechtshandelingen tot het verleden behoorden, zijn zestig Amerikaanse militairen in Irak omgekomen bij aanslag en schietpartijen.

De Arabische satellietzender Al-Jazeera in Qatar heeft woensdag in een televisie-uitzending een handgeschreven brief voorgelezen die afkomstig zou zijn van de verdreven Iraakse president Saddam Hussein.

In de brief antwoordt Saddam kennelijk op vragen die een journalist aan hem heeft gestuurd over uitlatingen van Ibrahim Jafari. Die werd eind vorige maand gekozen als de eerste president van de regeringsraad van Irak. Het presidentschap rouleert en geldt steeds voor een maand.

De soennitische Saddam prijst in de brief het standpunt van de sjiitische leider Ali Sistani. De grootayatollah heeft eind juni een fatwa (religieus decreet) uitgevaardigd tegen de vorming van de regeringsraad, waarvan de leden zijn aangewezen door de Amerikaanse bezettingsmacht.

Irak is woensdag begonnen met het pompen van ruwe olie uit olievelden in het noorden van het land naar de Turkse Middellandse-Zeehaven Ceyhan, meldden de Turkse autoriteiten. Het is voor het eerst sinds de oorlog dat Irak olie door de pijpleiding naar Turkije pompt.