De hoogste civiele bestuurder voor Irak, de Amerikaan Paul Bremer, zei zondag in een interview met The New York Times dat Ansar al-Islam boven aan de lijst van terroristische organisaties in Irak staat. Volgens Bremer hebben honderden Ansar al-Islam-strijders Irak geïnfiltreerd om daar aanslagen voor te bereiden. Krekar noemde die verklaring „waarschijnlijk onjuist.”

Volgens de in Noorwegen wonende Krekar had Bremer eigenlijk willen zeggen dat de Iraanse regering Ansar al-Islam van wapens heeft voorzien. Krekar ontkent dit en wijst erop dat veel oud-leden van de beweging in Iraanse gevangenissen zitten. Hij erkende dat het voor Ansar-leden „volstrekt natuurlijk” zou zijn om Amerikanen aan te vallen, omdat in de oorlog, in acht dagen in maart, 253 leden van de groep door Amerikaanse raketten zijn gedood. Hij zei ook dat enkele honderden Ansar-leden de aanvallen van het Amerikaanse leger en zijn Koerdische bondgenoten hebben overleefd.

Een Noorse rechter sprak Krekar in maart vrij van een aanklacht wegens terrorisme. Krekar heeft in Noorwegen de vluchtelingenstatus. Hij wordt door Jordanië gezocht op beschuldiging van drugssmokkel. De Nederlandse justitie liet Krekar afgelopen januari naar Noorwegen vertrekken, nadat een Nederlandse rechtbank het Jordaanse uitleveringsverzoek had afgewezen.