Prof. Cees Dekker: Wetenschap hoort bij beheren aarde
UTRECHT – „De mens kreeg van God de opdracht om de wereld te beheren. Wetenschap hoort bij die ordening”, aldus prof. dr. Cees Dekker. De biofysicus sprak woensdagavond voor de christelijke studentenvereniging Ichthus Utrecht over geloof en wetenschap.
Dekker, verbonden aan de Technische Universiteit Delft, heeft in Utrecht gestudeerd – maar was geen lid van Ichthus. Dat oogst onder de ichtianen niet zo veel waardering. Vanuit de zaal klinken honende geluiden als hij dit bekendmaakt.
Dekker confronteert de studenten aan het begin van de avond met een aantal vragen waarop zij moeten antwoorden. „Zijn geloof en wetenschap in conflict met elkaar, of juist in harmonie? Is wetenschap voor geloof een bedreiging of een versterking?” Veel ichthianen blijken wetenschap positief te duiden.
Hoe ziet Dekker de verhouding tussen geloof en wetenschap? „Ik ervaar grote harmonie. Het grote gebod dat God geeft, is dat je God moet liefhebben met heel je ziel en verstand. In dat laatste kader valt volgens mij ook wetenschap. Daarnaast kreeg de mens de opdracht om de wereld te beheren. Wetenschap hoort bij die ordening.”
Het antwoord op de vraag of er een disharmonie is tussen geloof en wetenschap beantwoordt de biofysicus resoluut. „Nee, er is geen conflict. Wat er speelt is een ander conflict, namelijk dat tussen een religieus wereldbeeld en een seculier atheïstisch wereldbeeld. De vraag is: welke van de twee wereldbeelden is correct? God bestaat of bestaat niet. Ik ben een ouderwetse waarheidszoeker. Ik wil weten of God bestaat. Of de zin van het leven die ik ervaar reëel of illusie is. Ik wil bewijs verzamelen, voordat ik het geloof.”
Dekker is tot de conclusie gekomen dat een christelijk wereldbeeld een goed passend perspectief geeft op de wereld om ons heen. „Dat is rationeel bevredigender dan een atheïstisch wereldbeeld. Elk wereldbeeld houdt spanningen. Ik zoek naar het wereldbeeld dat het best past bij de werkelijkheid. Uiteindelijk heb ik het hier over persoonlijke overtuiging.”
Maar wetenschap is toch ook een geloof, klinkt het. Dekker: „Wetenschap levert kennis op, het is een bepaalde methodiek voor mij. Het wereldbeeld overstijgt wetenschap. Als je empirie tot de hoogste norm verheft, moet je agnost zijn. Ik geloof dat de waarheid vanzelf wel komt bovendrijven. Het godsbegrip van waarheid gaat een laag dieper, over een Persoon. Als ik geen gelovige zou zijn, zou ik atheïst zijn.”
Dekker was een tijdlang aanhanger van intelligent design (ID); inmiddels noemt hij zich theïstisch evolutionist. „Ik werd afgeschilderd als advocaat van de ID-beweging. Ik vond ID een interessante these, maar niet meer dan dat.”
De discussie over schepping en evolutie gaat volgens hem gepaard met veel verwarring. „Een deel van de verwarring is de meervoudige betekenis van het woord evolutie.” Evolutie is volgens Dekker wetenschap. „Evolutie kan als religie worden benoemd. Maar dat is iets heel anders. Ik denk dat je schepping en evolutie kunt harmoniseren als je maar het goede begrip gebruikt. Dus evolutie als biologie.”
Voor de Delftse wetenschapper is het zeer overtuigend dat evolutie heeft plaatsgevonden. „Maar niets is 100 procent zeker.”
„God is nog steeds betrokken bij deze wereld. Dat is een geloofsuitspraak. Ik heb niets tegen geloofsuitspraken. Wat lees ik in de Bijbel en wat lees ik in de natuur? God laat zich door beide kennen. In de natuur lees ik 13 miljard jaar ontstaansgeschiedenis, in de Bijbel zes dagen. Schepping in zes dagen zou zomaar eens kunnen, maar vanuit de wetenschap kan ik dat niet geloven. Lees ik dan iets verkeerd?”
Voor Dekker is Genesis alleen relevant voor vragen zoals: Wie is God, wat is de aard van de natuur en het kwaad en wie is de mens, wat is het probleem van de mens en wat is de oplossing? „Moeten wij een compleet beargumenteerde visie hebben over schepping en evolutie? Nee, dat hoeft niet.”
Maar waarom staat dan het scheppingsverhaal in de Bijbel? Dan zou het evolutieverhaal toch verteld worden in Genesis 1? „Ja, waarom? Misschien. Sorry, ik kan er niet meer over zeggen.”