Eikenprachtkever slaat zijn slag in Scherpenzeel
SCHERPENZEEL – Op zo’n 20 hectare bos op landgoed Scherpenzeel zijn inlandse eiken doodgegaan. Andere bezwijken binnenkort. Dat ontdekte insectendeskundige Leen Moraal van onderzoeksbureau Alterra, onderdeel van Wageningen Universiteit.
De eikenbomen zijn aangetast door de eikenprachtkever, die lange gangen in de bast van de boom maakt en zo de sapstroom onderbreekt.
De kever krijgt steeds meer kans omdat er enkele jaren geleden is gekozen voor zogenoemd nat natuurbeheer, waar eikenbomen niet goed tegen kunnen. De kever slaat vooral toe in verzwakte bomen.
Volgens Moraal verzwakken de bomen in het bosgebied van ongeveer 20 hectare doordat ze tegenwoordig bijna altijd met de wortels in het grondwater staan. Nat natuurbeheer wordt ingezet om bepaalde door verdroging verdwenen plantensoorten terug te laten keren.
Buffer
Er wordt beweerd dat deze vorm van natuurbeheer goed is als buffer voor het omliggende akkerland. Maar dat spreekt Jitze Kopinga –de naaste collega van Moraal– tegen. „Bomen worden juist geplant om gebieden droger te maken. Ze verdampen anderhalf keer meer water dan akkervegetatie.” Volgens Kopinga zijn de gronden alleen drassiger om er andere planten te laten groeien. „Maar als je de ene soort lokt, verjaag je altijd de andere soort.”
Moraal en Kopinga verwachten dat dit seizoen nog veel meer eiken dood zullen gaan. Kopinga: „Het doel van nat natuurbeheer was heel duidelijk, maar de gevolgen zijn dat niet.” Het is volgens hem te laat om het tij te keren. „Als de beheerder onwetend was van de gevolgen van de wijzigingen in het gebiedsplan kan hij misschien een schadeclaim indienen, maar als hij ervan afwist, kan dat niet.”
Buitenstaanders
Beheerder van het particuliere landgoed is Govert Bos. Het landgoed was in de achttiende eeuw in het bezit van Herman Royaards en is nu in het bezit van zijn nazaten. „We zitten inmiddels in de vierde vererving, en het landgoed is in het bezit van zo’n twintig erven.”
Bos ziet de stand van zaken optimistischer in dan Kopinga. Hij laat weten dat er inmiddels actie wordt ondernomen om de aangetaste bomen zo snel mogelijk te verwijderen, het liefst voordat een nieuwe groep kevers zijn slag kan slaan. „Om bomen te kappen en te verwijderen is toestemming nodig van de provincie en de gemeente. Dat is nu lastig, omdat het broedseizoen is ingegaan.”
Het hoge grondwaterpeil is inmiddels al wel teruggebracht. „Er is ooit gerommeld door buitenstaanders, wij hebben dit niet bedacht”, aldus Bos. Wie die „buitenstaanders” zijn, wil Bos niet zeggen. „We gaan niet met modder gooien.” Wel wil Bos duidelijk maken dat de plaag niet het hele landgoed betreft. Het gaat om „slecht” 20 van de 1000 hectare waaruit landgoed Scherpenzeel bestaat.
Er is voor een leek op dit moment overigens weinig te zien aan de bomen, vertelt Jitze Kopinga. Jan Boertjes, technisch beleidsmedewerker groen bij de gemeente Scherpenzeel, verwacht dat de schade pas rond juni duidelijk zichtbaar zal zijn. „Het gebladerte van de aangetaste bomen is dan dunner.”