„Verwarrende chaos in noorden van Mali”
APELDOORN – Islamisten hebben vrijdag na de onafhankelijkheidsverklaring van de regio Azawad in Noord-Mali de sharia uitgeroepen. „Malinese moslims zijn vanouds gematigd, maar je hebt niet veel radicalen nodig om grote problemen te veroorzaken”, zegt onderzoeker Benjamin Soares van het Afrika-Studiecentrum in Leiden.
Boven het veroverde legerkamp in de Noord-Malinese stad Timboektoe wappert volgens berichten naast de nationale driekleur nu ook een zwarte wimpel met de tekst ”Allah is groot”. De rebellen van de Nationale Beweging voor de Bevrijding van Azawad (MNLA) lijken mee te buigen met de islamisten. „De rebellen hebben op de radio gezegd dat ze de bevolking geen kwaad zullen doen, maar ze hebben vrouwen gevraagd om buiten de sluier te dragen”, citeerde persbureau IPS een inwoner van de stad.
Eerder spraken waarnemers al hun zorgen uit over de rol van de radicaalislamistische groep Ansar Dine in de opstandige regio. De groep zou banden onderhouden met de WestAfrikaanse tak van al-Qaida: al-Qaida in de Magreb. Ooggetuigen repten van de aanwezigheid van buitenlandse strijders in Mali uit landen als Nigeria, Mauritanië en Algerije. De radicale groepen speelden in op de onlusten die twee weken geleden onstonden na de staatsgreep in het land.
Volgens Afrika- en islamspecialist Benjamin Soares is moeilijk uit te maken wie werkelijk de touwtjes in handen houdt in het noorden van Mali. „Het is een verwarrende chaos. Er zijn echter zonder twijfel jonge radicale moslims actief. Ze hekelen de manier waarop de islam vanouds in Mali gepraktiseerd wordt. Die groep is wellicht niet groot, maar dat hoeft ook niet om veel problemen te krijgen.”
Hoe nauw de banden tussen de in januari opgerichte Malinese terreurgroep Ansar Dine en al-Qaida in de Magreb zijn, is niet helemaal duidelijk, aldus Soares. „Dat er banden zijn, is echter wel zeker. Ansar Dine onderhandelde bijvoorbeeld namens al-Qaida over ontvoerde westerse toeristen in Timboektoe, eind vorig jaar.”
De Leidse onderzoeker maakt zich „grote zorgen” over de situatie in Mali. Hij hoorde van contacten in Timboektoe dat velen de stad uit proberen te komen. Milities zouden vrouwen verkrachten, maar ook het voedsel raakt op en er is bovendien geen elektriciteit. „Er dreigt een grote humanitaire crisis”, stelt Soares. „Mali had al te kampen met de gevolgen van ernstige droogte. Het is uiterst onzeker hoe de situatie zich zal ontwikkelen.”