Bidden voor bezoekers van de graftuin in Jeruzalem
Protestanten, rooms-katholieken, liberalen en orthodoxen: iedereen is welkom in de graftuin in Jeruzalem, de plek waarvan veel protestanten geloven dat de Heere Jezus daar is gestorven en begraven. De van oorsprong Nederlandse Wilma van de Biesebos werkt al bijna dertig jaar in de graftuin en heeft soms bijzondere ervaringen met bezoekers.
De dagen voor Pasen zijn druk in de graftuin. Gemiddeld duizend mensen per dag bezoeken de plek. Groepen worden verzocht niet langer dan een halfuur te blijven. Een team van medewerkers, dat in deze periode uit zo’n dertig personen bestaat, geeft rondleidingen en beantwoordt vragen.
Wilma van de Biesebos is een van de medewerkers. Ze werkt sinds 1986 in de graftuin, momenteel voor zestien uur in de week. De overige werkdagen helpt ze Holocaustoverlevenden in Jeruzalem.
Van de Biesebos studeerde theologie, is van oorsprong gereformeerd en bezoekt sinds dertig jaar een Joods-Messiaanse gemeente. Ze voelt zich geroepen ook in de graftuin werk te verrichten.
Ze ‘bemant’ de receptie en ziet iedereen die binnenkomt. Dat zijn protestanten, evangelicalen, rooms-katholieken en orthodoxen, uit beide halfronden. De bedoeling is dat iedereen het gevoel krijgt dat hij of zij welkom is, zegt Van de Biesebos, ook als het druk is.
Huilen
De medewerkster heeft soms bijzondere ervaringen met bezoekers. „Er kwam eens een punker binnen met zijn haar in drie kleuren geverfd. Ik zei: „Dit is een bijzonder plekje, hier moet je de tijd voor nemen.” Hij ging de tuin binnen, kwam na lange tijd terug en zei: „Er is iets vreemds met mij gebeurd. Ik zat op de plek waar je de schedelheuvel ziet en ik moest ineens vreselijk huilen. Het was niet vanwege verdriet, maar vanwege blijdschap en opluchting.””
Van de Biesebos vertelde hem dat ze geloofde dat hij door de Heere was aangeraakt. „Ik vroeg hem of hij een Bijbel bij zich had. Die had hij niet. Of ik hem een hele Bijbel gaf of alleen het Nieuwe Testament, dat weet ik niet meer. Ik heb hem in elk geval Bijbelse literatuur meegegeven.”
In de winkel bij de graftuin kunnen bezoekers terecht voor boekjes over Bijbelse onderwerpen, zoals ”Hoe kan ik geloven?”, ”Wie is Jezus?” en ”Wat is het verhaal van de opstanding?” Er zijn ook Bijbels te koop, in diverse talen.
Een man vertelde een van de medewerkers in de graftuin dat zijn huwelijk kapot was en niet meer te redden viel. Ze bemoedigde hem met de woorden dat er voor God geen hopeloos geval bestaat. „De volgende dag kwam hij terug met zijn familie, waarmee hij zich had verzoend.”
Soms is aan iemands gedrag te zien dat de plaats iets met hem of haar doet, vertelt Van de Biesebos. „Een vrouw raakte volkomen in verwarring. Iedereen uit de groep kende het verhaal over het lege graf al en zij niet. Gelukkig was er iemand in de groep die zei: „Luister maar gewoon naar wat de gids zegt. Vanavond in het hotel pakken we de Bijbel erbij. Dan lezen we dit verhaal.””
Hoogtepunt
Soms ontvangt Van de Biesebos brieven of e-mails van bezoekers als ze weer thuis zijn. „Ze schrijven bijvoorbeeld dat het bezoek aan de graftuin hun veel heeft gedaan, dat het het hoogtepunt vormde van hun reis of dat ze in de tuin tot geloof kwamen.”
Een Finse verpleegkundige vertelde de medewerkster dat ze lang geleden naar de graftuin was gekomen met een groep. „Op een vrije dag tijdens hun reis besloot ze alleen terug te komen. Ze sprak met niemand, ging tegenover het graf zitten en ze voelde dat er in haar binnenste iets gebeurde wat ze niet kon verklaren. Toen ze terugkwam in het hotel, pakte ze haar Bijbel uit de koffer. Ze wist zeker dat ze vanaf die dag niet meer dezelfde zou zijn. Ze kreeg liefde voor Israël en besloot hier te komen werken. Bij haar hoorde je dus pas na lange tijd wat het bezoek aan de graftuin met haar had gedaan.”
Koffer vol gebeden
Elke bezoeker geeft zijn eigen invulling aan een bezoek aan de graftuin, vertelt Van de Biesebos. „Sommige groepen willen het heilig avondmaal vieren. Dat geldt bijvoorbeeld voor Amerikaanse christenen. Rooms-katholieken houden vaak een eucharistieviering onder leiding van een priester. Nederlanders willen graag als groep bij elkaar zitten, het verhaal over de opstanding uit de Bijbel lezen en een lied zingen.”
Van de Biesebos merkt dat christenen uit bijvoorbeeld Zuid-Amerika of Afrika veel meer waarde hechten aan de plek dan christenen uit West-Europa. Dat leidt soms tot vreemde situaties. „Iemand kwam met een koffer vol opgeschreven gebeden en wilde die in het lege graf leggen. We vroegen ons als team af hoe we dat op moesten lossen. Wij kunnen de bezoekers niet onze manier van geloven opleggen. Maar wij willen ook niet dat dit een plaats van bijgeloof wordt. We stelden hem voor de koffer open te maken, alle gebeden aan God op te dragen, de koffer dicht te doen en weer mee te nemen.”
Soms laten bezoekers een briefje achter met een gebed erop. „Een van de teamleden bidt dan voor deze persoon. Bij de ochtendopening bidden we dat iedereen die hier komt, gezegend mag worden.”
Vier openluchtdiensten op paasmorgen
Het was de Britse generaal Gordon die in 1883 een rotsachtige heuvel in Jeruzalem ontdekte die een merkwaardige gelijkenis vertoont met een menselijke schedel. Hij veronderstelde dat die heuvel de echte plaats van Golgotha zou zijn geweest. Dit idee werd nog versterkt doordat men dichtbij een oud graf vond, uitgehouwen in de rots en vermoedelijk daterend uit de eerste eeuw.
De Britse Graftuin Associatie kocht het graf en het gebied eromheen in 1894, nadat generaal Gordon de plek had geïdentificeerd. De in Arabisch Oost-Jeruzalem gelegen graftuin is nog steeds populair bij evangelische en protestantse pelgrims, omdat ze zich daar goed een voorstelling van de opstandingsgeschiedenis kunnen vormen.
Op paasmorgen gaat om zes uur ’s ochtends de deur van de graftuin open. Sommigen hebben dan de nacht slapende voor de deur doorgebracht om als eerste naar binnen te kunnen. In totaal zullen tussen de 1500 en 2000 christenen aanwezig zijn voor de Engelstalige openluchtdienst tijdens zonsopgang. Dezelfde dag volgen nog drie diensten.
Op Goede Vrijdag is de tuin open voor meditatie. Er is ook een Arabische dienst op zaterdag 17 april – de dag voor het orthodoxe paasfeest.
De dagen direct voor of na Pasen zijn doorgaans niet zo druk. De reden is dat protestanten met Pasen graag thuis zijn. De graftuin is vooral geliefd bij hen. Rooms-katholieke en orthodoxe christenen maken met Pasen een pelgrimage naar Jeruzalem. Bij hen staat de Heilige Grafkerk centraal.
De graftuin telde vorig jaar een recordaantal van 264.000 bezoekers. De verwachting is dat het aantal verder zal toenemen. Israël hoopt in 2015 10 miljoen toeristen te ontvangen en in het jaar 2020 15 miljoen. „Het wordt voor ons een enorme uitdaging drie keer zo veel mensen door de graftuin rond te leiden als vandaag de dag en hun daarbij dezelfde uitstekende ervaring te bieden”, zegt de anglicaanse directeur van de graftuin, Richard Meryon.
Meryon vertelt dat zijn team niet claimt dat de graftuin de exacte plaats van de opstanding is. „Waar het om gaat, zijn het sterven, de begrafenis en de opstanding zelf en de betekenis daarvan.” Overigens heeft de plek wel een aantal kenmerken die ook in de Bijbel genoemd worden. Dat zijn: een rots waarin bezoekers de vorm van een schedel kunnen ontwaren, een tuin en een graf. Verder is er in de tuin een eeuwenoude wijnpers en een waterput.
Volgens Meryon stelt zijn team zichzelf drie doelen. „Het eerste is het bezoek aan de graftuin het hoogtepunt te laten zijn van de reis van toeristen naar Israël. Het tweede is dat het bezoek iets met de mensen doet. Wij bidden elke dag dat de mensen die hier binnenlopen door de Heilige Geest worden aangeraakt. Het derde is dat iedereen die komt de geschiedenis van de kruisiging en opstanding hoort in zijn of haar moedertaal. Dat is een grote uitdaging, want de mensen komen uit zestig verschillende landen.”
Gesprek met directeur Richard Meryon van de graftuin.