Goede Vrijdag: Hét offer wordt gebracht
Goede Vrijdag is een dag die christenen, terugkijkend, ”goed” mogen noemen. Aarzelend en schuchter, omdat het de verschrikkelijkste dag uit de wereldgeschiedenis was. De mens, geschapen als beelddrager van God, spijkert hier zijn Schepper aan het kruis. Het was immers Jezus Zelf Die zei: „Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien.”
Daarom schrijft Maarten Luther: „Op deze Mens zul je wijzen en zeggen: dat is God.” Die stervende Mens, dat is God. Dat blijft een mysterie dat door mensen nooit doorzien zal kunnen worden. Hier wordt het offer gebracht. Er is, op deze laatste voorbereidingsdag van het paasfeest, een onzichtbaar verband tussen de tempel in Jeruzalem en deze kale heuvel Golgotha, net buiten de stad. Bloedstorting, verzoening. Hét offer wordt gebracht. Niet minder is er een onzichtbaar verband met de zesde scheppingsdag, de Goede Vrijdag in het paradijs. „En God zag al wat Hij gemaakt had, en ziet, het was zeer goed.” „Het is volbracht”, zegt Jezus. Het doel is bereikt. En ook in dit kruiswoord klinkt een echo uit het paradijs. „Alzo zijn volbracht de hemel en de aarde en al hun heer. Als nu God op de zevende dag volbracht had Zijn werk, dat Hij gemaakt had, heeft Hij gerust op de zevende dag van al Zijn werk.”
Lees hier het gedicht ”Hij droeg onze smarten”, van Jacobus Revius