Dat heeft de onderdirecteur van de dienst, Martin Howard, maandag gezegd op de eerste dag van de verhoren van een gerechtelijk onderzoek naar de dood van de wetenschapper David Kelly. Niettemin hield Howard vol dat de informatie over de Iraakse wapens afkomstig was van een bekende en betrouwbare bron.

Op de eerste dag van de verhoren van de commissie-Hutton ging het onder meer over de vraag tot welke informatie Kelly toegang had. De personeelschef van het Britse ministerie van Defensie, Richard Hatfield, verklaarde dat Kelly volledige toegang had tot de informatie van de inlichtingendienst. Dat schraagt een bewering van de BBC. De zender had Kelly aangeduid als „hoge inlichtingenbron.” De regering maakte daar later bezwaar tegen omdat Kelly een „technische expert” zou zijn.

Volgens Hatfield kon Kelly alle informatie van de geheime dienst opvragen die hij nodig dacht te hebben. Bovendien hoorde het bij Kelly’s functie dat hij contact zocht met journalisten, zei Hatfield. De wetenschapper had zich wel moeten realiseren dat in zijn functiebeschrijving stond dat hij niet over „politiek omstreden onderwerpen” mocht discussiëren. Hatfield zei verrast te zijn door Kelly’s uitleg dat hij niet van het bestaan van die richtlijn op de hoogste was. Volgens de personeelschef is Kelly dan ook buiten zijn boekje gegaan door meermaals met BBC-journalist Andrew Gilligan te praten over onderwerpen die lang niet alleen louter technische aangelegenheden betroffen.

Een oud-collega van de wapendeskundige zei voor de commissie dat Kelly een uitstekende wetenschapper was wiens werk heeft geholpen inzicht te krijgen in het chemische wapenprogramma van Saddam. De oud-collega, Terence Taylor van het Internationale Instituut voor Strategische Studies in Washington, getuigde dat Kelly zowel in de Verenigde Staten als in Groot-Brittannië een zeer gerespecteerde wetenschapper was. „Zijn werk in Irak was opvallend succesvol”, zei Taylor. „Hij was erg vastberaden.”

De wapenexpert Kelly was de belangrijkste bron voor het BBC-bericht dat de regering-Blair de bewijzen tegen Irak had aangedikt om de oorlog tegen dat land te rechtvaardigen. Hij maakte op 18 juli een eind aan zijn leven nadat zijn naam in de publiciteit was gekomen. Het onderzoek moet vaststellen wat de toedracht van Kelly’s zelfmoord is geweest. Tevens moet eruit blijken of de Britse regering de Iraakse dreiging inderdaad heeft overdreven. Vandaag hoort de commissie journalist Gilligan en het hoofd van de BBC-nieuwsdienst, Richard Sambrook.

Naar verwachting worden later in het onderzoek ook politieke hoofdrolspelers als premier Tony Blair, zijn persvoorlichter Alastair Campbell en minister van Defensie Geoff Hoon gehoord.