Coalitiepartij vraagt intrekking amnestiewet
PARAMARIBO (ANP) – De twee leden van de Surinaamse coalitiepartij BEP zijn tegen de amnestiewet die verdachten van de decembermoorden vrijwaart van straf. De partij is niet tegen het verlenen van amnestie, maar wil niet dat het nu lopende strafproces tegen de verdachten van de decembermoorden gestopt wordt. Dat zei fractievoorzitter Ronny Asabina dinsdag tijdens de parlementaire behandeling van de amnestiewet.
BEP, wat staat voor Broederschap en Eenheid in de Politiek, vertegenwoordigt vooral inwoners uit het binnenland van Suriname. Volgens Asabina gaat het bij het ingediende voorstel om gelegenheidswetgeving met als enig doel te voorkomen dat Desi Bouterse schuldig wordt bevonden aan betrokkenheid bij de decembermoorden. Bouterse is nu president van Suriname.
„We zijn tegen amnestie in deze fase van het proces. Aanname van de wet is niet goed voor de rechtsstaat”, vindt Asabina. „Als de rechter gesproken heeft, kunnen we overwegen gratie te geven. Maar we moeten niet doen alsof er niks gebeurd is. Dus niet eerst amnestie en dan waarheidsvinding.”
Asabina zit met zijn standpunt op dezelfde lijn als de oppositie. Namens de oppositie was ex-president Venetiaan een van de woordvoerders. Hij hield een emotioneel betoog en pleitte voor hoofdelijke stemming, zodat voor iedereen duidelijk wordt welke parlementariërs voor deze omstreden wet zullen stemmen.
Tijdens het debat was er veel discussie over de vraag of het Moiwana-vonnis wel of niet onder de amnestiewet valt. Dit vonnis, uitgesproken door het Inter-Amerikaans Hof van de Rechten van de Mens, draagt Suriname op de daders te berechten van een moordpartij op ongeveer 50 mensen in het dorp Moiwana. Dit gebeurde in 1986 tijdens de binnenlandse oorlog.