Krekar benadrukt echter dat hij al sinds maart geen direct contact meer heeft gehad met zijn mensen. Over concrete plannen weet hij niets. Maar het was voor het begin van de oorlog duidelijk dat Ansar al–Islam zou reageren als de Amerikanen de organisatie zou aanvallen, stelt Krekar.

Uit de informatie die hij op afstand heeft weten te verzamelen, blijkt volgens hem niet dat de leden van Ansar al–Islam van standpunt zijn veranderd. Krekar zegt dat bij de bombardementen en aanvallen van de Amerikanen tussen de 75 en tachtig van zijn mensen zijn gedood. Onder hen waren ook burgers, constateert hij.

Krekar reageert maandag op de uitlatingen van de Amerikaanse bewindvoerder in Irak, Paul Bremer. In een interview dat de krant The New York Times zondag publiceerde zei Bremer, dat honderden leden van de militante organisatie Ansar al–Islam in Irak zijn en daar grote terroristische aanslagen voorbereiden.

Volgens Bremer vluchtten de eerste Ansar al–Islam leden naar Iran, nadat de Amerikaanse strijdkrachten in april aanvallen hadden uitgevoerd op de bases van de groep in het noorden van Irak. De meesten zijn volgens de Amerikanen inmiddels weer in Irak teruggekeerd.

Krekar gelooft niet dat het om zo veel aanhangers gaat, als de Amerikanen noemen. Hij vertelt dat er nog een aanzienlijk aantal mensen van Ansar al–Islam in gevangenissen in Iran vastzit. Maar hij bevestigt wel dat strijders van de organisatie zich in de bergen bevinden. Hij weet ook dat in ieder geval veertien leiders van Ansar al–Islam nog in leven zijn.

Krekar gelooft niet dat zijn organisatie iets te maken heeft met de aanslag op de Jordaanse ambassade, donderdag in Irak. Daarbij kwamen minstens zeventien mensen om het leven. „Onze organisatie richt zich nooit tegen burgers", benadrukt Krekar. „Dat is een duidelijke afspraak. Ook hebben wij niets tegen Jordanië. Dat land heeft ons immers niet aangevallen."

Krekar zat vorig jaar nog in Nederland vast. Hij werd toen op 12 september op Schiphol aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij drugshandel. Krekar was onderweg van Iran naar Noorwegen, waar hij sinds 1991 als vluchteling woont.

Hij zat hier tot 13 januari in hechtenis. De aanklacht van drugshandel bleek niet concreet genoeg en Nederland zette hem begin dit jaar plotseling uit naar Noorwegen. Vorige week kreeg Krekar nog een schadevergoeding toegewezen van de rechtbank in Haarlem, omdat hij onterecht in Nederland was vastgehouden.