Muziek

Jongens Thomanerkoor Leipzig: geloven, zingen en leren

Leipzig is trots op het Thomanerkoor, dat zijn 800-jarig bestaan viert. Duizenden inwoners van de Duitse stad woonden vorige week de feestelijkheden bij. Daarbij stond de muziek van Bach, de beroemdste Thomas­cantor, centraal.

30 March 2012 22:26Gewijzigd op 14 November 2020 20:14
Thomanerkoor Leipzig. Foto Thomanerkoor, Gert Mothes.
Thomanerkoor Leipzig. Foto Thomanerkoor, Gert Mothes.

Geloven, zingen, leren. Deze woorden in het logo van het Thomaner­koor geven de kern aan. Ze klinken ook tijdens de feestelijke plechtigheid, vorige week in de Thomaskerk, die al eeuwenlang als thuisbasis van het jongenskoor fungeert. Jongeren openen de bijeenkomst en vertellen dat ze met hun zang „God willen eren en de naaste dienen.” Ze roepen de aanwezigen op met hen het lied ”Dankt, dankt nu allen God” aan te heffen, omdat ze in vrijheid kunnen ”Glauben, singen und lernen”.

De Thomasschool, het gymnasium waar de koorleden les krijgen, heeft tegenwoordig een „christelijk-humanistische” signatuur. Het lidmaatschap van een christelijke kerk is gewenst, maar geen voorwaarde om tot het Thomanerkoor te kunnen toetreden. De huidige dirigent en artistiek leider, de zestiende Thomascantor Georg Christoph Biller, vertelt desgevraagd dat bij zijn aantreden in 1992 de helft van de jongens niet uit een christelijk gezin kwam. „Ik zag dat als een probleem omdat we met geestelijke muziek bezig zijn, maar dat beeld heb ik bijgesteld. De koorleden stellen vaak vragen over de liedteksten. Veel jongens hebben zich tijdens hun koortijd uit eigen overtuiging laten dopen.”

De Thomascantor benadrukt dat zijn koor muziek met een boodschap verklankt. „Ik zie het uitvoeren van Bachs muziek als een kans om mensen te bereiken die ver van het christelijk geloof staan. Soms moet ik oppassen hoe ik dat verwoord. Tijdens een persconferentie in China stelde ik dat de vragen rond leven en dood voor ieder mens gelden. Het werd vervolgens heel stil.”

In de Thomaskerk wonen alleen genodigden, onder wie de nieuwe Duitse president Gauck, de ”Festakt” bij. Buiten luisteren honderden mensen via boxen mee naar toespraken en naar de zang van hun Thomaner.

Een van de sprekers is de eminente Bachkenner Christoph Wolff. Hij memoreert hoe markgraaf Dietrich van Meissen in 1212 in Leipzig het augustijner Thomasklooster met bijbehorend ziekenhuis stichtte. Enkele jaren later zetten de monniken een armenschool op voor talent­volle kinderen uit Leipzig en om­geving.

Van een koor is in die tijd nog geen sprake. De monniken besteden veel aandacht aan het zang­onderwijs. Van de scholieren wordt verwacht dat ze in ruil voor scholing en onderdak zingen tijdens kerkdiensten, doop­ceremonies, bruiloften, begrafenissen en zelfs bij terechtstellingen.

Het Thomanerkoor dankt zijn wereldfaam mede aan Johann Sebastian Bach, die van 1723 tot zijn sterven in 1750 als Thomas­cantor in Leipzig was. „Zijn invloed reikt tot vandaag de dag”, aldus Wolff. Hij illustreert dit aan de hand van ”Singet dem Herrn ein neues Lied”. „Dit motet is niet alleen een muzikaal kunstwerk. Bach componeerde deze compositie voor dubbelkoor als een etude om het technische kunnen van de jongens naar een hoger plan te tillen. Hij verlangde van zijn zangers hetzelfde als wat hij met handen en voeten op een orgel voor elkaar kon krijgen. Elk van de acht partijen is even virtuoos. Jongens die deze muziek beheersten, kon Bach als solist inzetten. Toen Mozart dit motet in 1789 in de Thomasschool hoorde zingen, was hij vol lof.”

De circa 95 koorleden, Thomaner geheten, trekken de hele week met elkaar op. Ze wonen in een internaat, volgen het reguliere onderwijs aan de Thomasschool, krijgen er muziekles, leren een instrument bespelen, repeteren dagelijks als koor en zingen op vrijdag, zaterdag en zondag in de Thomaskerk. Jaarlijks gaan ze een keer op toernee in het buitenland. Een hele kluif, niet alleen als je 9 jaar, maar ook wanneer je 18 bent.

Gelukkig is er ook tijd voor ontspanning. Voetballen staat daarbij hoog in het vaandel. Ook op deze doordeweekse dag trapt een tiental jongens een balletje op het veld naast de school. Een enkeling sloft met zijn voetbalschoenen richting internaat. Binnen klinkt pianomuziek en lopen enkele jongens te zingen.

Het onderkomen kent een vaste indeling. Roman Friedrich, pr-man van het koor, leidt het bezoek rond. In de eetzaal staan bekers en borden klaar voor het avondeten. „Elke maaltijd begint met gebed en het zingen van een koraal. De filosofie van het Thomaner­koor is dat de oudere leden de jongeren opvangen en begeleiden.” Friedrich toont ”Stube 2”, een huiskamer met rechts de vier deuren van even­zoveel slaapkamers. „Hier leven zo’n tien à twaalf Thomaner. Ze maken er hun huiswerk en slapen er. Elke Stube kent een oudste.”

In het gebouw ernaast neemt Thomascantor Biller even later twee jongens apart. Ze mogen laten horen of ze hun solistenpartij kennen. Elk jaar krijgt hij nieuwe jongens onder zijn hoede. „Dat is best lastig”, erkent Biller. „De koorleden leren vooral door zelf te zingen. Ik geef voortdurend aan welk klankideaal mij voor ogen staat. Een lichte, heldere en transparante klank is onmisbaar voor de polyfone structuren in Bachs muziek. Het tintelende in diens werken moet tot zijn recht komen. Tegelijkertijd moet de koorklank krachtig zijn om de Thomaskerk te kunnen vullen.”

Biller was ooit zelf Thomaner en trad in 1992 aan. „In het spoor van Bach gaan is zowel eervol als zwaar. Ik vroeg mij de eerste tijd ook sterk af waar ik als Bach­interpreet stond. We leven in een tijd van uitvoeringsideologieën. Tegenwoordig laat ik mij daar niets meer aan gelegen liggen. Ik bestudeer de partituur, zoek naar datgene wat achter de noten staat en volg mijn innerlijke stem. Ik kan in elk geval niets met de dirigenten die slechts één stem per partij voorstaan. Ze kunnen dit niet staven. Bach had maar vier jongens per zangstem tot zijn beschikking, maar hij zou de mogelijkheid om zijn koor sterker te bezetten –tegenwoordig zet ik bij een cantate tien zangers per stem in– zeker hebben benut.”

Het koor heeft toekomst, meent de Thomascantor. „De jongens zijn kinderen van hun tijd. Om toekomstige zangers voor klassieke muziek te interesseren, zetten we soms andere middelen in, bijvoorbeeld door Bach te combineren met jazz.”

Dat Leipzig trots is op het Thomaner­koor blijkt ook tijdens het burgerfeest, vorige week woensdag. Een dikke duizend stedelingen stromen samen om de jongens en oud-koorleden te horen zingen. Om de betrokkenheid van de Leipzigers te onderstrepen, gaat burgemeester Jung tussen de bassen staan. Hij zingt vol overgave het koraal ”Wachet auf, ruft uns die Stimme” en het lied ”Sah ein Knab’ ein Röslein steh’n” mee.

Meer informatie: www.thomana2012.de


Leipzig zet jubilerende Thomanerkoor in het zonnetje

Als jongere zat ze jarenlang vrijwel wekelijks in de Thomaskerk in Leipzig om het Thomanerkoor te horen. „Ik kwam voor de muziek en ook een beetje omdat er leuke jongens op dat koor zaten”, vertelt Kerstin Sieblist. Ze is verantwoordelijk voor ”Cantate! Zum 800. Geburtstag der Thomaner”. De tentoonstelling in het Stadtgeschichtliches Museum Leipzig is sinds 20 maart te bezichtigen. Achthonderd jaar geleden stichtte de markgraaf van Meissen op deze dag in Leipzig de abdij van St. Thomas en de bijbehorende school. Een initiatief waaruit het drieluik Thomanerkoor, Thomasschool en Thomaskerk voortkwam.

De Duitsers laten het jubileum niet ongemerkt voorbijgaan. Er verschijnen boeken, er worden exposities samengesteld en er staan talrijke concerten op stapel. Daarbij klinkt niet alleen oude muziek, maar ook nieuw werk van Thomascantor Biller en van componisten als Henze en Penderecki. Op 20 maart besteedde niet alleen de Leipziger Volkszeitung uitgebreid aandacht aan de geboortedag van het jongenskoor. Ook een krant als Bild ruimde een hele pagina voor de Thomaner in.

Sieblist is mede dankzij het Thomanerkoor van klassieke muziek gaan houden. De museumcurator is trots op de prestaties van het koor en keek net als veel stadsgenoten lange tijd op naar het gezelschap. Inmiddels durft ze kanttekeningen te plaatsen. „Het koor overleefde oorlogen en dictaturen. Wel werd tijdens de nazi- en de DDR-tijd geprobeerd de jongens voor politieke doeleinden in te zetten. De voorlaatste cantor, Rotzsch, sluisde informatie over koorleden door aan de geheime dienst Stasi. Koorlid zijn is niet altijd leuk. Het betekent heel wat om als negenjarige gescheiden van je ouders in een internaat te leven en opgevangen te worden door oudere jongens.”

De expositie biedt in tien thema’s een evenwichtig beeld van het Thomanerkoor. Naast een brok geschiedenis aan de hand van waardevolle oude objecten, reisverslagen en info over politieke systemen, de hoogte- en dieptepunten van de jongens zelf: heimwee en plezier, twijfel en trots, vriendschap en ruzie.

In het Bachmuseum Leipzig ging deze maand ”Netz­werk Thomanerchor” van start. Deze bescheiden en fraaie expositie richt zich op Bach en zijn Thomaner. Er liggen autografen van muziek van de grote Thomascantor en door leerlingen gemaakte kopieën. De tentoonstelling ‘vertelt’ ook over schoolregels, laat de getuigschriften zien die Bach voor diverse leerlingen schreef en toont etensvoorschriften. Zo kregen de jongens rond 1730 elke middag- en avondmaaltijd zo’n 250 gram vlees, destijds een grote luxe.

Het werk in Leipzig bracht de nodige conflicten met zich mee. Zo schreef Bach de gemeenteraad in 1730 dat hij over „te weinig zangers, slechte zangers en matige instrumentalisten” beschikte. Voor het evenwicht legden de samenstellers van de expositie er een klacht van de raad zelf over Bach naast.

Meer informatie: www.stadtgeschichtliches-museum-leipzig.de en www.bach-leipzig.de

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer