Amerikaanse dominee gaat Noord-Korea met radio’s te lijf
De Amerikaanse predikant Douglas Shin gaat het Noord-Koreaanse dictatoriale regime te lijf met radio’s die via luchtballonnen het land worden binnengesmokkeld. De ’kleine infiltrant’ moet de Noord-Koreanen voorzien van betrouwbare informatie. Noord-Koreaanse radio’s zijn zo gebouwd dat ze enkel de officiële staatszender kunnen ontvangen. De Noord-Koreaanse krant Rodong Sinmun noemde onlangs het binnensmokkelen van radio’s een imperialistisch plan om Noord-Korea te ondermijnen. De radio’s verspreiden volgens de krant „het bandeloze Amerikaanse zedelijke leven.”
„Ik heb meer dan twintig ballonnen”, zegt dominee Shin (48), die in Zuid-Korea wacht op de juiste wind om de ballonnen over de gedemilitariseerde zone (DMZ) tussen Noord- en Zuid-Korea te laten drijven. „Daarmee kan ik zo’n 600 radio’s Noord-Korea binnensmokkelen. Elke ballon kan namelijk een dertigtal radio’s vervoeren.” Een timer zorgt dat de ballon uiteindelijk ergens in het hermetisch afgesloten land zachtjes neerkomt, zodat de radio’s niet beschadigd raken.
De activist Shin begon zijn radiocampagne eerder dit jaar. Amerikaanse persorganisaties doken onmiddellijk op het unieke initiatief en brachten het idee onder de aandacht van Amerikaanse senatoren. Die vonden het project zo aantrekkelijk, dat afgelopen maand de Amerikaanse overheid een wet aannam die het de VS verplicht om radio’s Noord-Korea binnen te smokkelen.
Shins project is echter totaal onafhankelijk. „We hebben een budget van 7000 dollar. Allemaal donaties van christelijke en andere mensenrechtenorganisaties, en particulieren. We krijgen niets van de overheid.” Hij noemt zijn organisatie ”Exodus 21”, „een groep van een enkele man met veel aanhangers.”
„Dit is als het ware een gijzelingssituatie”, zegt Shin om het waarom van zijn initiatief uit te leggen. „Kim Jong-Il houdt zijn eigen volk en gekidnapte Japanners en Noord-Koreanen als gegijzelden in Noord-Korea. Gegijzelden hebben de neiging om te sympathiseren met degenen die hen gijzelen. Ik wil deze mensen wakker schudden.”
Het ineenstorten van de communistische regimes in Oost-Europa wordt vaak toegeschreven aan het grote aantal mensen dat naar westerse radioprogramma’s luisterde. Volgens Shin is de situatie in Noord-Korea volledig anders. „Anders dan in het Sovjetblok, hebben ze geen radio’s in Noord-Korea. Wij willen de gewone mensen een oor geven.”
Shin zegt dat zijn methode vele malen veiliger is dan het plan van de Amerikaanse minister van Defensie, Rumsfeld, het zogenaamde Pentagon Plan 5030. Het plan is nog niet aangenomen, maar wordt volgens Amerikaanse nieuwsberichten nu uitgewerkt door admiraal Fargo, de bevelhebber van de Amerikaanse strijdkrachten in de Pacific.
Sommige onderdelen van het plan zijn zo agressief, dat het een oorlog zou kunnen veroorzaken, vertelden ingewijden onlangs tegen het Amerikaanse tijdschrift U.S. News.
Het onderliggende concept van Plan 5030 is dat Noord-Korea in verwarring wordt gebracht en dat de schaarse voorraden worden verbruikt. De militaire destabilisatie zou uiteindelijk Noord-Koreaanse bevelhebbers ertoe bewegen een coup te plegen.
Volgens het plan kunnen Amerikaans militaire bevelhebbers in de regio op eigen initiatief verrassingsmanoeuvres uitvoeren die Noord-Korea het idee geven dat de VS een oorlog aan het voorbereiden zijn. Als Noord-Koreanen week na week in hun bunkers de nooit komende aanval afwachten, verbruiken ze hun oorlogsvoorraden.
Ook zouden RC-135-verkenningsvliegtuigen zo dicht bij de Noord-Koreaanse grens vliegen dat Noord-Korea gedwongen wordt er gevechtsvliegtuigen op af te sturen en brandstof, uitermate schaars in het land, te verbruiken. Het verspreiden van desinformatie en het ontregelen van financiële netwerken zijn ook onderdeel van het plan.
Volgens deskundigen vervaagt Plan 5030 de scheidslijn tussen oorlog en vrede. Er is bovendien geen garantie dat Noord-Korea uit louter frustratie bijvoorbeeld niet Seoul bombardeert. De Zuid-Koreaanse hoofdstad ligt binnen schootsafstand van de Noord-Koreaanse artillerie.
„Mijn plan”, zegt Shin, „is een menselijke optie in plaats van een militaire optie. Het neemt weliswaar meer tijd in beslag, maar het is ’zachter’. Het is heel moeilijk om te reageren op een dergelijk project.”
Dat radio’s grote invloed kunnen uitoefenen is reeds gebleken. De afgelopen jaren zijn er individueel radio’s Noord-Korea binnengesmokkeld en sommige Noord-Koreanen is het gelukt om hun aangepaste officiële radio om te bouwen zodat die andere zenders kan ontvangen. Dit ondanks het feit dat een overtreder doorgaans naar een concentratiekamp wordt gezonden voor het luisteren naar buitenlandse zenders, in feite de doodstraf.
Afgelopen februari hield het Zuid-Koreaanse Korean Broadcasting System (KBS) een onderzoek onder 103 Noord-Koreaanse vluchtelingen. Daaruit bleek dat 67 procent van hen naar KBS-programma’s had geluisterd voordat zij Noord-Korea ontvluchtten.
In een interview met het Zuid-Koreaanse dagblad Korea Times zegt de 36-jarige Park Sang-hak dat hij een enorme schok kreeg toen hij op zijn achttiende voor het eerst naar een Zuid-Koreaans programma luisterde. „Als ik niet naar de radio had geluisterd en over Zuid-Korea had geweten, zou ik Noord-Korea niet zo snel verlaten hebben”, zegt Pak, die tot de Noord-Koreaanse elite behoorde.
Het is geen nieuw idee om ballonnen over de grens te zenden. Sinds de jaren vijftig hebben Noord- én Zuid-Korea elkaar regelmatig propagandamateriaal gezonden via ballonnen. Hoewel ze het nooit openlijk erkenden, hebben de VS dit waarschijnlijk ook gedaan. Het zou zelfs mogelijk zijn dat de VS reeds een uiterst geheim project hebben waarin radio’s in Noord-Korea worden uitgezet. Er duiken sporadisch berichten op van in Noord-Korea gevonden ballonnen met radio’s.
Een Noord-Koreaanse vluchteling die tijdens de jaren negentig tot een militaire eenheid behoorde die onderzoek deed naar Zuid-Koreaanse propaganda, werd onlangs geïnterviewd door het Amerikaanse tijdschrift Time. Volgens de vluchteling vertelde de Noord-Koreaanse overheid dat Zuid-Koreaanse ballonnen vergiftigd waren. „Mensen waren bang om ze aan te raken, omdat hun verteld werd dat hun hand zou verrotten of dat ze blind zouden worden. Tegenwoordig houden ze de radio en vertellen ze niets aan de autoriteiten.”