Israël voorbereid op mars naar Jeruzalem
JERUZALEM – Het Israëlische veiligheidsapparaat is voorbereid op de zogenoemde wereldwijde mars naar Jeruzalem, die vrijdag moet plaatshebben. Politie en leger wachten de demonstranten op.
De mars is een internationaal evenement om solidariteit met de Palestijnen te tonen en Jeruzalem te beschermen, aldus de website van de mars. De organisatoren zeggen in een persbericht dat er „vreedzame, niet-gewelddadige demonstraties in Palestina en de omringende landen” worden georganiseerd. Ze spreken over betogingen bij de grenzen tussen Israël en Jordanië, militaire controleposten op de Westelijke Jordaanoever, bij de grensovergang Erez/Gaza en in Jeruzalem.
Demonstranten zijn van plan naar Jeruzalem te lopen of de stad zo dicht mogelijk te benaderen. Volgens een adviserende raad vormen de pogingen van de Israëlische regering om „de Arabische en culturele identiteit van de stad te veranderen een misdaad tegen de mensheid.”
Tot het adviserend comité behoren onder anderen de anglicaanse aartsbisschop Desmond Tutu, filosoof Cornel West, sjeik Reed Salah van de islamitische beweging in Israël en de Grieks-orthodoxe aartsbisschop Atallah Hanna in Jeruzalem.
De demonstranten zouden afkomstig zijn uit Zuidoost-Azië, de Arabische landen en andere staen. Een adviseur van de Iraanse president Mahmud Ahmadinejad heeft in Zuid-Libanon de grens met Israël bezocht, mogelijk met het doel een demonstratie voor te bereiden. Libanon heeft betogingen aan de grens met Israël echter verboden, maar Israëlische bronnen houden er rekening mee dat een aantal demonstranten toch zal proberen tot het grensgebied door te dringen.
Bovendien heeft de Palestijnse leider Marwan Barghuti een oproep gedaan tot „een grootschalige volksopstand.” Israël heeft Barghuti veroordeeld tot levenslang vanwege zijn betrokkenheid bij de moord op vier Israëliërs en een Grieks-orthodoxe priester. Hij is echter zeer populair onder de Palestijnen en wordt gezien als mogelijk opvolger van de Palestijnse president Abbas, als hij vrijgelaten zou worden.
Woordvoerder Micky Rosenfeld van de Israëlische politie zegt dat agenten voor morgen in samenwerking met het leger, de grenspolitie en andere veiligheidsinstanties dezelfde voorbereidingen treffen als voor grote demonstraties in de afgelopen jaren.
De politie houdt ook rekening met betogingen in Galilea en de Negev. Israëlische Arabieren plannen grote marsen in Arabeh in Galilea. Zaterdag houden ze een grote rally in Jaffa (ten zuiden van Tel Aviv). In de Negev willen bedoeïenen demonstreren tegen pogingen van Israël hen in bestaande steden te huisvesten. Ook in andere plaatsen in Israël zijn demonstraties op touw gezet.
Israël is niet van plan de demonstranten toe te laten. Legerwoordvoerder kapitein Arye Sharuz Shalicar zegt dat het de verantwoordelijkheid van het leger is om de grenzen van het land het hele jaar door te beveiligen. „Het doet er niet toe op welke dag of welk uur. We houden onze ogen steeds open.”
De mars heeft plaats op de zogeheten landdag. Op 30 maart 1976 vielen er zes doden en tientallen gewonden onder Israëlische Arabieren bij botsingen met Israëlische veiligheidstroepen. De Arabieren demonstreerden tegen landonteigeningen.
Pogingen om naar Jeruzalem te marcheren zijn geen recent verschijnsel. Vorig jaar bestonden er eveneens plannen om Israël en Jeruzalem te bereiken. Er kwam toen weinig van terecht. Op 15 mei (op de zogenaamde Nakba- of Catastrofedag) werden demonstranten bij de grens met Libanon tegenhouden door het Libanese leger en Israëlische soldaten. Het aantal doden liep op tot zeker tien.
Alleen op de de Golanhoogvlakte bij het plaatsje Majdal Shams slaagden ruim honderd Palestijnen er vorig jaar in de grens van Syrië en Israël over te steken. Later op de dag keerden ze weer terug. Vier Palestijnen verloren het leven. Het Israëlische leger heeft nadien het hekwerk aan de grens versterkt.
De situatie morgen wordt mogelijk ernstiger dan op landdagen in voorgaande jaren. Pro-Palestijnse activisten bereiden zich ook voor op acties in april en mei.