Staatssecretaris Knapen (Buitenlandse Zaken) zei dinsdag tijdens het vragenuurtje in de Tweede Kamer dat het kabinet eerst een officiële mededeling van de Israëlische regering over de kwestie wil afwachten. Die komt niet voor zondag.

De VN-Mensenrechtenraad wil een onderzoeksteam naar Israël sturen om op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem te onderzoeken hoe het staat met de bouw van Joodse nederzettingen, maar Israël weigert daaraan mee te werken.

Knapen plaatste kritische kanttekeningen bij de zogeheten ”factfinding mission” van de raad. „Vergeleken bij waar zulke missies elders voor zijn gebruikt, achten wij de missie naar Israël disproportioneel.”

Hij kritiseerde ook de Mensenrechtenraad. „Die zoomt steeds heel specifiek in op Israël. De laatste zes jaar zijn er 43 resoluties tegen Israël aangenomen en 5 tegen Syrië.” De staatssecretaris noemde het „betreurenswaardig” dat de raad „de gezaghebbende positie die hij kan verwerven op de tocht laat staan door dit soort verhoudingen.”

De Roon (PVV) en Voordewind (CU) vroegen daarop waarom Nederland dan niet vertrekt uit de VN-Mensenrechtenraad. Knapen antwoordde dat het bij een aantal andere VN-organisaties ook decennia heeft geduurd voordat zij gezag hadden ontwikkeld. „In die zin vind ik dat wij de moed niet moeten opgeven.”