„Onderdompeling is geen breuk met de gereformeerde traditie”
AMSTERDAM – In de Jeruzalemkerk in Amsterdam worden met Pasen drie mensen gedoopt door ze helemaal onder te dompelen. ”Gereformeerde Bonds-dominee breekt met traditie”, kopte dagblad Trouw donderdag. „Dit is helemaal geen breuk met de gereformeerde traditie.”
Ds. B. J. van der Graaf, inderdaad lid van de Gereformeerde Bond en predikant van de Jeruzalemkerk, legt uit wat de overwegingen zijn geweest. „De vraag kwam bij de dopelingen vandaan. Vervolgens hebben we er als kerkenraad over gesproken. We waren er snel uit: dit verlangen is Bijbels en heeft goede papieren.”
Er waren wel een paar praktische hobbels. „Hoe kom je aan een bad? We zijn nu bezig met een baptistengemeente om er een te lenen. Uitwijken naar een ander gebouw willen we niet. En met z’n allen naar een rivier of een vijver in het Vondelpark is ook geen optie. De doop, teken van inlijving, is iets wat in het midden van de gemeente moet plaatsvinden.”
Ander probleem is dat er zes dopelingen zijn, van wie er drie wel door middel van de gebruikelijke besprenkeling worden gedoopt. „Dat was een aangelegen punt”, aldus ds. Van der Graaf. „Wat doe je als je een gemengde dooppraktijk gaat invoeren? We willen echt voorkomen dat deze twee vormen tegen elkaar uitgespeeld gaan worden. Voor beide praktijken is iets te zeggen.”
De Jeruzalemkerk koos ervoor op twee momenten te dopen: tijdens de paaswake op de avond van Stille Zaterdag en op eerste paasdag. „In de Vroege Kerk was de paasnacht hét moment waarop de mensen werden gedoopt, door onderdompeling. Dus we breken misschien met een kleine traditie, maar we voegen ons in een grote traditie”, aldus de predikant.
Christelijke gemeente De Wegwijzer in Almere is vertrouwd met de praktijk van de doop door onderdompeling, zegt voorganger André Meulmeester. De gemeente ontstond in de jaren 90 uit het evangelisatiewerk van de gereformeerde gemeente van Lelystad en wil voluit staan in de traditie van het gereformeerde belijden.
De eerste dopeling is destijds om praktische redenen door besprenkeling gedoopt, aldus Meulmeester. „Daarna hebben we een bassin gekocht.” De Wegwijzer bezon zich op de vraag hoe de doop in een missionaire context het beste gestalte kan krijgen. Uitgangspunt is dan de heidendoop, zegt Meulmeester. „Bij de kinderdoop in de christelijke gemeente gaat het om de inlijving van kinderen van gelovige ouders in het verbond. Bij volwassendoop gaat het om de inlijving van heidenen in de christelijke gemeente. Ze leggen het oude leven af en mogen met een nieuw leven beginnen. In die missionaire context is de onderdompeling het duidelijkste beeld, heel visueel. En dat is toch wat een sacrament wil doen: de betekende zaak visualiseren.”
Bij kinderen die in de gemeente gedoopt worden, hanteert De Wegwijzer wel de besprenkeling. „Om praktische redenen. Het teken is voor ons niet heilig. We hebben ook een keer een vrouw gehad die om medische redenen niet ondergedompeld kon worden. Die hebben we toen ook door besprenkeling gedoopt.” Meulmeester benadrukt overigens dat het in zijn gemeente om de eerste doop gaat. „We doen niet aan overdoop.”
Hij heeft „helemaal niet” het idee dat de praktijk van de onderdompeling een breuk met de gereformeerde traditie is. „Op mijn netvlies staan de foto’s van de doopdiensten die mijn schoonvader, ds. C. G. Vreugdenhil, in Papoea leidde. Zo’n honderd dopelingen bij een vijver. Dat was Zending Gereformeerde Gemeenten.”
De Apeldoornse emeritus hoogleraar kerkgeschiedenis prof. W. van ’t Spijker reageert nuchter op de kwestie. „Voor mij is doop door onderdompeling geen breuk met de gereformeerde traditie. Ik kan me voorstellen dat er in een missionaire situatie behoefte aan is. Het is lood om oud ijzer. Al het water van de oceaan kan de zonden niet afwassen. Het is een teken. De hoeveelheid water maakt niet uit. Dat is altijd benadrukt in de gereformeerde traditie. In het doopformulier is dan ook sprake van „de ondergang in en de besprenkeling met het water.” Er wordt geen keus gemaakt.”
Waarom is in de kerkgeschiedenis voor de besprenkeling gekozen? „Ik heb dat altijd uitgelegd als een klimaatkwestie. Wij hebben niet zulke warme rivieren als in het oosten.”
Hoewel het lood om oud ijzer is, ziet de hoogleraar toch gevaren bij de doop door onderdompeling. „Afgezien van de heisa –vergeef me het woord– die het met zich meebrengt, is het bij deze vorm toch een meer individuele zaak. Terwijl de doop in het midden van de gemeente moet plaatsvinden, als het teken van de inlijving in de gemeente. Daarom gebeurt het niet in een hoek van de kerk. Dat element komt in het gedrang bij de doop door onderdompeling.” Beducht is hij ook voor mensen die doorslaan. „Volgens sommige baptisten kun je niet zalig worden als je niet bent ondergedompeld. Dan kent men aan de ene vorm meer kracht toe dan aan de andere. Dat is gevaarlijk.”