De vertegenwoordigers van de onderwijsbonden en -koepels en de onderwijswoordvoerders uit de Tweede Kamer ontmoetten elkaar zaterdag in de gereformeerd vrijgemaakte scholengemeenschap Guido de Brès in Amersfoort. Ook minister Van Bijsterveldt van Onderwijs was aanwezig, zij het dat ze wat later kwam.

ChristenUniefractievoorzitter Slob was de initiatiefnemer. Met stijgende verbazing las en hoorde hij enkele weken geleden hoe de onderlinge verhoudingen tussen onderwijsveld en politiek verslechterden. Zó had hij het nog niet meegemaakt de afgelopen dertig jaar van zijn werkzame leven als onderwijsman en politicus. De geplande bezuinigingen in het passend onderwijs waren voor de vakbonden reden om stevig uit te halen naar minister Van Bijsterveldt („onvoldoende intellectueel”) en de onderwijs woordvoerders van VVD en PVV, Elias en Beertema („Ze maken het onderwijs kapot”).

In eerste instantie kreeg Slob de handen er niet voor op elkaar. Alleen de linkse oppositie was van plan te komen naar de nationale onderwijsdag, zoals de ChristenUnievoorman de verzoeningspoging noemde. Maar uiteindelijk waren zaterdag bijna alle hoofdrolspelers aanwezig. De PVV’er Beertema was er niet. Hij vond de excuses van de AOb aan zijn adres te mager. AOb’er Kircz noemde de PVV’er „een racist.” SGP’er Dijkgraaf was ook niet aanwezig; hij had andere verplichtingen.

De Kamerleden en vertegenwoordigers van het onderwijsveld gingen zaterdagmorgen in groepjes met elkaar praten. Daar heeft men elkaar diep in de ogen gekeken. Hier en daar zijn excuses gemaakt voor de manier waarop ze met elkaar zijn omgegaan. Zo moet het niet langer. Maar daarmee zijn de onderwijsbonden en de coalitiefracties elkaar niet in de armen gevallen. Er blijven verschillen van mening over de bezuinigingen, maar de hoofdrolspelers zullen elkaar voortaan met respect behandelen.

„Het debat kan nu door. We hebben met zijn allen immers hetzelfde doel, het beste uit de kinderen te halen”, zo stelden minister Van Bijsterveldt en initiatiefnemer Slob na afloop tevreden vast.

Ook de VVD’er Elias was tevreden. Hij gaf toe er van tevoren niet zo veel zin in te hebben: „Het is toch een beetje zo’n verjaardagsfeestje in de straat waar je niet op zit te wachten.” Na afloop stelde hij dat een dergelijke ontmoeting toch wel zinvol was. Misschien wel zo goed dat er elk jaar zo’n dag moet plaatsvinden. De liberaal gaat daar mogelijk het initiatief voor nemen. Hij was ook degene die de nationale onderwijsdag omdoopte tot ”grote onderwijsverzoendag”. Inderdaad was de Grote Verzoendag in Israël een jaarlijks terugkerend ritueel.

De Guido de Brèsscholengemeenschap is dan misschien nog niet zo’n verkeerde plaats van samenkomst. Bij de ChristenUniefractie hadden ze er al van tevoren van genoten. Alle hoofdspelers van het onderwijs in de leer bij Guido de Brès, de opsteller van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Het kan geen van de aanwezigen zijn ontgaan: op de muur van de aula staat in grote letters een uitspraak van De Brès uit 1651: „Er is niemand die ons meer liefheeft dan Jezus Christus.”