CU: Verbeter nazorg boer na dierziekte
KAMPERVEEN – Het kabinet moet met voorstellen komen voor een betere nazorg aan boeren na de bestrijding van een dierziekte als mond-en-klauwzeer (MKZ).
ChristenUnie-Kamerlid Wiegman gaat staatssecretaris Bleker (Landbouw) daartoe oproepen als de Kamer over enkele weken weer met hem debatteert over MKZ, heeft ze gisteren desgevraagd laten weten.
Dat debat zal onder meer gaan over de vraag of er in 2001 MKZ heerste in Kamperveen en of die ziekte daar toen terecht en op de juiste wijze is vastgesteld. Enkele Kamperveense boeren, verenigd in de Stichting Geruimde Boerderijen Kamperveen MKZ-2001, betwijfelen, net als boeren in Kootwijkerbroek, of er in 2001 terecht dieren zijn geruimd in hun dorp. Op dertien bedrijven in Kamperveen werd vee gedood.
Wiegman heeft vertegenwoordigers van de Kamperveense stichting gistermorgen in Kamperveen gesproken. Bij die mensen is de achterdocht jegens de overheid gegroeid. „Hun vertrouwen in de overheid heeft een stevige knauw gekregen.”
De overheid „zou zich bij de uitbraak van dierziektes als MKZ en Q-koorts veel meer bewust moeten zijn van de emoties die de dierziektebestrijding bij boeren oproept”, meent het CU-Kamerlid. „Ik wil dat in de draaiboeken meer aandacht komt voor nazorg aan getroffen boeren.” Wiegman wil ook dat ambtenaren en controleurs zorgvuldiger met boeren omgaan.
Staatssecretaris Bleker heeft reizigers gisteren opgeroepen geen etenswaren of natuurproducten uit Egypte en Libië mee naar huis nemen nu er in die landen een uitbraak is van MKZ. Het gaat in het bijzonder om vlees, kaas en huiden van dieren die gevoelig zijn voor MKZ, zoals koeien, schapen en geiten.
De bewindsman wil voorkomen dat de dierziekte naar Nederland komt. „Het meenemen van deze producten is een risico voor een uitbraak hier.”