De Pater neemt na 34 jaar afscheid van Stichting Woord en Daad
MOERKAPELLE – Na 34 jaar neemt H. de Pater afscheid van Stichting Woord en Daad. „Ik heb het meer als een dienende taak dan als een baan gezien.”
Betonconstructeur was het beroep waarmee hij vroeger de kost verdiende. „Ik maakte carrière, maar was er niet tevreden mee. Steeds meer kreeg ik het gevoel dat ik alleen voor de winst van de aandeelhouders bezig was. Ik heb het als leiding van de Heere ervaren dat ik bij Woord en Daad betrokken raakte en zo dienstbaar kon zijn voor de naaste.”
De Pater werd in 1978 bestuurslid en kwam in 1987 in dienst van de stichting, eerst als voorlichter, later als fondsenwerver. Toen hij in 2004 met pensioen ging, bleef hij als vrijwilliger drie of vier dagen per week actief. „Dat is geleidelijk minder geworden; het laatste halfjaar was het nog maar een halve dag per week.”
Begin april wordt De Pater 70; reden waarom hij vanavond afscheid neemt. De laatste acht jaar hield hij zich vooral bezig met het begeleiden van de plaatselijke comités en het organiseren van evenementen.
Het afscheidssymposium vanavond is gewijd aan een andere activiteit waarin hij veel tijd stak: het financiële adoptieprogramma dat in 1976 werd opgezet. „Aanvankelijk groeide dat enorm; na acht jaar hielpen we 12.500 kinderen. Toen kwam er een inzinking, waardoor het aantal in vijf jaar daalde naar 10.000. We stopten met projecten in Indonesië. Die lagen te ver uit elkaar en waren daardoor niet controleerbaar, en onze partnerorganisatie wilde niet meewerken aan concentratie. We stopten ook in Nicaragua –daar verdween te veel van ons geld richting de overheid– en Haïti, waar we onenigheid met de partnerorganisatie hadden. Het gevolg was dat we heel veel sponsors moesten melden dat we de adoptie van hun kind stopzetten.
Rond 1990 hebben we het programma anders opgezet. We richtten ons meer op de ontwikkeling van kinderen via het onderwijs. We zorgen nog steeds voor voedsel en kleding, maar dat gaat nu via de scholen. De werving in Nederland werd anders opgezet. We publiceren pagina’s vol pasfoto’s van adoptiekinderen en op de Wegwijsbeurs hangen we de wanden van onze stand er vol mee. Mensen kunnen zo een adoptiekind uitkiezen. Dat heeft heel goed gewerkt.”
In 1992 startte de actie ”Sponsors werven sponsors”. Binnen een jaar kwamen er 3000 adopties bij. „In twintig jaar tijd groeide het aantal kinderen dat we kunnen helpen naar ruim 35.000. De afgelopen anderhalf jaar was er een kentering: als gevolg van de economische crisis worden mensen voorzichtiger met het aangaan van verplichtingen op lange termijn.”
”Adopteer een kind! Of liever niet?” is vanavond het thema bij De Paters afscheid. Hij vertelt er zelf over het adoptieprogramma, SGP-Kamerlid Van der Staaij levert „een persoonlijke en politiek getinte bijdrage” en L. Visser van Red een Kind bespreekt het onderwerp ”Waarom ik kritisch ben op financiële adoptie”.
Welke kritiek is dat, denkt u?
„Geen idee. Er is wel eens gezegd dat financiële adoptie niet relevant is voor de ontwikkeling van een kind. Uit de praktijk blijkt dat dit wel het geval is, zeker sinds we alle hulp in het onderwijs geconcentreerd hebben. Ook is de vraag gesteld of we een kind door financiële adoptie niet bevoordelen boven andere kinderen. We werken echter dorpsgewijs: als we een school stichten, mogen alle kinderen van een dorp ernaartoe, mits de ouders het christelijke karakter van het onderwijs aanvaarden. Dus ik weet werkelijk niet wat de kritiek nog zou kunnen zijn. Maar dat horen we vanavond wel.”
Na 34 jaar zwaait De Pater af. „Zo heb ik het bij mijn pensioen afgesproken: als ik 70 mag worden, wil ik helemaal stoppen.” Werkloos hoeft hij zich niet te voelen: sinds 2009 vraagt het ouderlingschap in de gereformeerde gemeente van Moerkapelle zijn aandacht.
„Ik ervaar het als een wonder dat het werk voor Woord en Daad op mijn weg gekomen is. Ds. J. Driessen zat eind jaren zeventig in het bestuur en kreeg de taak een nieuw bestuurslid te zoeken. Daarvoor keek hij in zijn eigen gemeente rond. Zo ben ik bij het werk betrokken geraakt. Ik heb het de afgelopen jaren geleidelijk overgedragen.”