Dochter Sonja: Mijn vader was zo’n ontzettend joviale man
Ze kent een kant van haar vader die weinig anderen kenden, zegt Sonja deVries-Asma (71), de dochter van de organist. „Als hij bij ons in Canada was, ging hij helemaal los. Het was zó’n ontzettend joviale man!”
Het is voor het eerst dat ze het doet: in een interview vertellen over haar vader. Ze vindt het van tevoren nogal spannend: „Wat moet ik zeggen? Ik ben al 46 jaar weg uit Holland.” Ook inhoudelijk weet ze niets over zijn muzikale leven. Half Engels: „Ik ben nooit in mijn vaders muziek geweest. Ik was al heel jong een hiphoppersoon. Ik luisterde niet naar klassieke muziek, maar naar muzikanten als Michael Jackson. Ik was altijd aan het dansen. Raar hè, de dochter van zo’n groot musicus die nooit belangstelling had voor zijn muziek.”
Toch doet ze het, vertellen over haar vader, telefonisch vanuit het Canadese Surrey, net buiten Vancouver. „Ik doe het om hem. Ik ben altijd op de achtergrond geweest.” Een foto van haar bij het artikel wil ze dan ook niet. „Ik ben heel privé.”
Of ze naar Nederland komt om de herdenking van de 100e geboortedag van haar vader mee te maken, is op het moment van het gesprek nog onduidelijk. Ze weet niet wat ze hier zal aantreffen. „Niemand kent mij. En degenen die ik vroeger goed kende, zijn allemaal weg. Wim van der Panne, George de Vries, Wiggert Wijbrands: die kwamen vroeger bij ons over de vloer, omdat ze als registrant m’n vader hielpen. Die kende ik heel goed.”
Oegstgeest
Feike Asma trouwde op 3 april 1940, net voor het uitbreken van de oorlog, met Jacqueline Dolkens. Op 17 augustus van dat jaar werd Sonja geboren. Een jaar later volgde zoon Feike, door Sonja steevast aangeduid als ”Feikie”. Asma was toen organist in de Hooglandse Kerk in Leiden. In 1943 kreeg hij zijn aanstelling in de evangelisch-lutherse kerk in Den Haag.
Het gezin Asma woonde in die tijd in Oegstgeest. Eerst aan de Endegeesterstraatweg, na anderhalf jaar aan de Rijnzichtweg, op de eerste verdieping van een hoekwoning. Het gezin had een tuin ter beschikking; foto’s uit die tijd tonen een gezellig jong gezin onder de parasol en –op een ander plaatje– vader Feike met zijn twee kinderen in z’n armen; een sigaar in zijn mond.
Sonja kan zich van die tijd weinig herinneren. „Ik weet dat vader organist was, en dat hij altijd aan het werk was. Toen ik een jaar of 12 was, zijn we naar Den Haag verhuisd.” Daar woonde het gezin eerst aan de Conradkade, later verkasten ze naar de Prins Hendrikstraat.
Óf Asma was weg, voor concerten of om te studeren in de kerk, óf hij zat thuis achter de vleugel. Sonja: „Daar was hij altijd op bezig. Ik vond het geweldig wat hij deed. Ik was echt trots op mijn vader, ook al hield ik niet van die muziek.”
Heeft ze hem gemist in haar jeugd? „Ik was altijd samen met mijn moeder en mijn broertje. Dat was niet altijd leuk, maar daar groei je mee op. Nee, ik neem het hem niet kwalijk. De muziek was zijn leven, dat begreep ik. Alles was muziek: spelen, spelen, spelen. Dat is bij alle grote artiesten zo. Ik gunde hem dat van harte, tot op de dag van vandaag.”
Ze vergezelde hem zo nu en dan. „Samen in de auto naar een concert. Ik ging mee om hem gezelschap te houden. Fantastisch! Dan zat ik bij het orgel, terwijl hij speelde. Nee, registreren heb ik nooit gedaan, daarvoor had ik geen interesse. Na afloop van het concert gingen we dan ergens eten en dan weer naar huis.”
Op zondag ging Asma naar de evangelisch-lutherse kerk om de kerkdiensten te spelen. Feike jr. vergezelde zijn vader regelmatig. Sonja: „Wij waren thuis, we gingen nooit mee. Mijn moeder was niet zo, en ik ook niet.” Was haar vader een gelovige man? „Ik geloof dat hij heel erg gelovig was, maar thuis had hij het er met ons nooit over.”
Haar moeder had ook geen interesse in de muziek van haar man, zegt Sonja. „Maar dat was iets tussen haar en vader. Daar kun je als kind niets aan doen.” Was Asma eenzaam? „Dat geloof ik niet. Hij was altijd zo in zijn muziek. Als je hem zag spélen: helemaal in trance. En Feikie was wel geïnteresseerd in zijn muziek.”
Met de muziekkeuze van zijn dochter had Asma geen moeite, zegt Sonja. „Dat vond hij nooit erg. „Jij bent je eigen persoon”, zei hij dan. Ik kreeg alle vrijheid om te doen wat ik wilde doen.”
Canada
Op een foto uit 1965 staat Sonja naast haar vader. Zij met een bos bloemen in haar hand, hij pakt cadeaus uit. Het was het afscheidsconcert in de lutherse kerk, op 14 oktober. Asma had de benoeming tot organist in Maassluis aanvaard. Meer dan 3000 mensen bezochten het concert. Sonja weet er niets meer van. „Ik was toen bijna weg, naar Canada. We woonden nog in Den Haag. Twee jaar later zijn mijn ouders in Maassluis gaan wonen.”
Haar broer was al eerder naar Canada vertrokken, in 1960. Toen Feike sr. najaar 1959 een tournee naar Canada en Amerika maakte, kwam hij enthousiast terug. Hij spoorde Feike jr. aan om daarginds zijn toekomst op te bouwen. Junior vertrok al in mei 1960 naar Lethbridge.
Volgens Sonja staat haar vertrek naar Canada daar los van. „Ik ging in december 1965 met Willem deVries naar Canada. Hij was een vriend van mijn broer, maar ik ontmoette hem in Nederland. We zijn in Canada getrouwd.” Haar man werkte daar als molenbouwer. Het stel kreeg één dochter: Jackey. Die kreeg op haar beurt drie kinderen: een dochter en twee zoons.
Willem deVries vond het interessant, de muziek van haar vader, zegt Sonja. En haar vader mocht hem graag. „Hij was stapelgek op Willem. Beter kun je het niet krijgen.”
Sinds zijn eerste tournee naar de States bleef Asma concertreizen naar Amerika en Canada maken. Nu kon hij het combineren met familiebezoek. Sonja bewaart de beste herinneringen aan die bezoeken. „We hadden altijd het grootste plezier. Fantastisch! M’n vader was zo’n ontzettend joviale man, ongelooflijk. Altijd was hij aan het lachen, altijd grappen. Heel anders dan wat het publiek zag. Als hij met muziek bezig was, was hij heel serieus; dan praatte hij anders. Maar als hij niet hoefde te spelen, kwam hij los. Een heel andere man, zoals alleen wij hem kenden. We hadden de grootste gein als we bijvoorbeeld naar het winkelcentrum hier gingen. Dan kocht hij de gekste dingen. Hij had zo voor 100 dollar bij elkaar verzameld.”
Ook op de honden in Canada was hij dol. „Ik heb hier boxers. Stapeldol was hij erop. Thuis hadden we vroeger ook altijd een boxer. Eerst Alex, daarna Peter en ten slotte Dinckey. Iedere dag ging m’n vader met de hond wandelen, altijd moest het beest mee in de auto. Hij was er heel gek mee.”
Die joviale, uitbundige kant van haar vader kende ze als kind ook wel, bijvoorbeeld die keer dat ze op vakantie waren. „Ik herinner me dat we naar de Franse Rivièra gingen. Toen was hij ook helemaal gek en ging hij helemaal los.” Het was de eerste vakantie van het gezin, tegelijk ook de laatste.
Laatste ontmoeting
In de zomer van 1982 overleed Sonja’s moeder, na een langdurige ziekte. Het was de laatste keer dat Sonja in Nederland was. Toen haar vader in december 1984 overleed, was ze te laat. „Het lukte niet om naar Nederland te gaan. Geldproblemen. Dat was niet leuk, nee.”
Haar laatste ontmoeting met haar vader dateert uit 1983. „Net voordat hij met zijn nieuwe vrouw, Wil van der Kamp, trouwde. Toen zijn ze samen bij ons in Canada geweest. Ik heb hier nog met Wil de trouwjurk gekocht.”
Hoe houdt Sonja de herinnering aan haar vader levend? „Ik heb wel cd’s van hem, maar die draai ik nooit. Behalve één keer, in november 2008, toen m’n man overleed. Toen had ik er steun aan om de opnamen van mijn vader te beluisteren.”
Intussen houdt ze de „fantastische herinneringen” aan Asma vast. „Hij was een kunstenaar, groter dan groot. Het is mijn vader en het blijft mijn vader.” De mooiste herinnering dateert uit 1969. „Toen is onze Jackey geboren. Of het hier was of in Holland, weet ik niet meer. Maar het moment dat ik mijn dochter aan hem overhandigde, zal ik nooit vergeten. Je had z’n gezicht moeten zien: het straalde helemaal. Zó blij was hij met z’n kleinkind. Ik heb het als heel bijzonder ervaren: dat ik dit voor hem mocht doen, dat ik hem dit cadeau mocht geven. Fantastisch!”