IJsblokjes in de kruik
Het is stil op het voetpad dat langs het Veenendaalse verzorgingstehuis De Engelenburgh loopt. Een enkele bejaarde dame zwoegt achter haar rollator voort, maar de extreme hitte heeft de meeste ouderen van de straat verjaagd.
Ouderen vormen een risicogroep tijdens deze oververhitte dagen. Het grootste gevaar is uitdroging, aldus J. Versteeg, directeur van woon-, zorg- en dienstencentrum De Engelenburgh. „Met dit weer moeten mensen ook drinken als ze geen dorst hebben. Oudere mensen, vooral als ze plaspillen slikken, hebben daar vaak helemaal geen zin in.”
Het personeel van De Engelenburgh let er daarom extra op dat de ouderen genoeg drinken. „Het grootste risico lopen mensen die alleen wonen en op wie weinig toezicht is”, vertelt Versteeg. „Die drogen uit.” Medewerkers van De Engelenburgh die verantwoordelijk zijn voor de thuiszorg, proberen de mensen zo veel mogelijk door deze hete periode heen te helpen. Ook het bioritme van deze ouderen raakt met dit weer verstoord. „Omdat het zo warm is, kunnen mensen ’s avonds slecht in slaap komen. Sommigen slapen pas tegen vieren in. Maar ’s ochtends moeten ze weer gewoon op tijd worden gedoucht. Door het slaaptekort dat ze op die manier opbouwen, vermindert hun weerstand.”
Het gebouw van De Engelenburg heeft geen centrale airconditioning. Het is dan ook vrij warm binnen, hoewel de temperatuur hier nog altijd aangenamer is dan buiten. Het echtpaar Van Beek zit vrolijk in zijn door een kleine ventilator gekoelde woonkamer. „Last van de hitte? Valt best mee hoor! Ik zweet nooit, ook nu niet”, zegt de 85-jarige mevrouw Van Beek. Haar buurvrouw, mevrouw Tilroe (78), is even weggedut in haar stoel. Zij heeft wel veel last van de warmte. Toch wil ze, samen met haar 83-jarige man, best even naar buiten voor de foto. De overburen, het echtpaar Kroesbergen, zijn ook over te halen om eventjes naar buiten te komen. Eenmaal beneden wijst mevrouw Kroesbergen (79) op de rug van haar man (81): „Hij heeft het zweet al weer op zijn rug staan. Je moet je ook niet zo druk maken, joh”, voegt ze er plagend aan toe.
Als je je maar rustig houdt, valt het allemaal wel mee, vinden de drie echtparen. „Overdag slaap ik veel”, zegt mevrouw Tilroe. „Ik lees een mooi boek en val in slaap.” Haar man knikt instemmend. Het echtpaar gaat deze dagen de deur niet uit. „Absoluut niet.” „Iedereen gaat op vakantie”, vertelt mevrouw Kroesbergen, „maar wij niet hoor. Nu ik in een rolstoel zit, is het ook heel zwaar voor hem”, zegt ze, terwijl ze naar haar man knikt. „Dan moet je gewoon een jong vriendje zien te vinden”, brengt mevrouw Van Beek in. „O, die kan ik ook nog best wel krijgen”, lacht mevrouw Kroesbergen met een schuin oogje op haar man.
Van Beek benadrukt dat het belangrijk is om veel te drinken. „Het personeel is daar heel alert op”, zegt hij. „Vanmorgen hebben ze limonade rondgedeeld. Je hoeft maar te kikken of ze zijn er voor je.” Hoewel de drie echtparen nog met elkaar kunnen lachen, zijn er ook minder fortuinlijke bewoners. „Die man die wat verderop in de gang woont, heeft een spierziekte”, vertelt Kroesbergen. „Hij is slecht ter been. Hij heeft erg veel last van de hitte. Daar komt nog eens bovenop dat hij de hele dag de zon op zijn ramen heeft staan. Maar hij wordt goed in de gaten gehouden door het personeel.”
Het KNMI verwacht ook volgende week nog zeer warm weer. Zakt de moed de ouderen in de schoenen bij zo’n bericht? Mevrouw Tilroe slaakt een diepe zucht, terwijl mevrouw Van Beek de hoop uitspreekt dat de hitte snel voorbij zal zijn. Meneer Kroesbergen zit er niet zo mee. „Zweten doe ik toch wel. Ik heb in een atelier gewerkt, daar was het ook ontzettend warm. Je moet je gewoon rustig houden. Zeuren helpt niet. We moeten elkaar steunen”, voegt hij eraan toe. Ten slotte heeft hij nog een goede tip. „Vroeger, als het ’s winters koud was, hadden we altijd een kruik met warm water in ons bed. Waarom zou je nu geen ijsblokjes in een kruik doen en die bij je in bed leggen?”