Geschiedenis

Frederik de Grote maakte Pruisen tot geduchte macht

Toen Friedrich, de zoon van de Pruisische koning Friedrich Wilhelm, in 1712 Berlijn werd geboren, was het koninkrijk Pruisen nauwelijks meer dan een lappendeken van gebiedjes. Bij zijn overlijden in 1786 was Pruisen een geduchte Europese mogendheid.

dr. Hans Ester
8 March 2012 21:00Gewijzigd op 14 November 2020 19:49
Koning Frederik in menselijke pose tijdens de Zevenjarige Oorlog. Foto uit ”Der alte Fritz”, Berlijn, 1895.
Koning Frederik in menselijke pose tijdens de Zevenjarige Oorlog. Foto uit ”Der alte Fritz”, Berlijn, 1895.

Dit jaar wordt de 300e geboortedag van Frederik de Grote herdacht en daar is alle reden voor. De lappendeken die Pruisen in 1712 was (zelfs Ravenstein in Noord-Brabant hoorde erbij) groeide in de achttiende en de negentiende eeuw uit tot een grote mogendheid. Door enorme uitbreidingen omvatte Pruisen uiteindelijk grote delen van West- en Noord-Duitsland (nu voor een deel gelegen in het huidige Polen). De man die als jongetje ”Fritzken” werd genoemd, heeft daar een groot aandeel in gehad.

Tientallen jaren nadat de geallieerde machten in 1947 het land Pruisen hadden opgeheven, leefde Pruisen ogenschijnlijk alleen nog voort in de naam van voetbalclubs als Borussia Dortmund en in de eerbiedwaardige stichting Preussischer Kulturbesitz in Berlijn. Maar de nieuwsgierigheid naar het reilen en zeilen van deze staat die zo enorm belangrijk was voor de geschiedenis van Duitsland bleef onderhuids bestaan.

En toen kwam in 1981 de grote Preussen-Ausstellung (Pruisententoonstelling) in Berlijn. De op dat moment al niet meer zo vast op de benen staande Duitse Democratische Republiek (DDR) deed ook een duit in het zakje door het ruiterstandbeeld van Frederik de Tweede achter een heg in de paleistuin van paleis Sanssouci in Potsdam vandaan te halen en het een prominente plaats te geven midden op de beroemde avenue Unter den Linden in Oost-Berlijn. Pruisen leek gerehabiliteerd.

Gekoesterd

Maar zo simpel zat de werkelijkheid toch niet in elkaar. De DDR wilde immers niets weten van de koningen en de keizers uit het Zuid-Duitse huis Hohenzollern die Pruisen en Duitsland meer dan drie eeuwen hadden geregeerd. En toch, ook al wilde de DDR vooral niet de erfgenaam zijn van het door de geallieerden als militaristisch veroordeelde Pruisen, de vruchten van de Pruisische cultuur werden in de DDR gekoesterd. Niet de paleizen in Berlijn en Potsdam (met uitzondering van het enorme paleizencomplex Sanssouci –Zonderzorg– in Potsdam), maar wel de schilderijen van architect-schilder Karl Friedrich Schinkel (1781-1841) en de beeldhouwwerken van Johann Gottfried Schadow (1764-1850).

Er kwam nog een curieuze bijzonderheid bij. Bepaalde wijken van Oost-Berlijn hebben namen als Pankow en Karow. Dorpen nabij Berlijn heten Walchow en Lindow. Deze namen verwijzen naar de Slavische oorsprong van de Mark (gewest) Brandenburg, het hartland van Pruisen, zoals Pruisen zelf naar de Slavische stam ”der Pruzzen” is genoemd.

Aan de historie viel niet te ontkomen. Wie zich in de DDR ook maar even verdiepte in de geschiedenis van het eigen land, kwam in aanraking met het bijzondere verleden van een staat waarvan men de resten nog met eigen ogen kon aanschouwen. Of men wilde of niet, de DDR was de erfgenaam van Pruisen.

En wanneer een DDR-burger dat verleden niet met eigen ogen kon zien, kon hij er in ieder geval over lezen in ”Wanderungen durch die Mark Brandenburg” van de schrijver Theodor Fontane (1819-1898). Fontanes werk werd in de DDR gekoesterd en samen met Fontane herleefde na de Tweede Wereldoorlog voor de talrijke lezers van zijn werk dat merkwaardige Pruisen dat ooit een armetierig land was en na 1700 begon op te bloeien en uiteindelijk de lakens in het Duitse Rijk zou uitdelen.

Verbeelding

Koning Friedrich de Eerste was koning in Pruisen. ”In”, omdat de keurvorst geen toestemming van de paus wilde vragen om koning te worden, zichzelf in Koningsbergen kroonde en zich vervolgens door twee protestantse geestelijken liet zalven. Meer dan dat van zijn grootvader en ook sterker dan dat van zijn vader sprak echter het leven van kroonprins en latere koning Friedrich de Tweede (ook wel Frederik de Grote genoemd) tot de verbeelding.

Deze fascinatie is nooit helemaal verdwenen. Al lang voor zijn overlijden in 1786 deden over koning Friedrich de Tweede allerlei verhalen de ronde. Zeer talrijk zijn de anekdotes over hem. Zo werd de koning, die het odium ”oorlogszuchtig” met zich meedroeg, hanteerbaar voor huiselijk gebruik. Dit leidde in de beeldvorming tot de uiterst vreemde combinatie van strengheid, hardvochtigheid en gemoedelijkheid.

Tijdens zijn jeugd en prille volwassenheid was de gemoedelijkheid bij de kroonprins ver te zoeken. De koning eiste totale gehoorzaamheid van zijn zoon. Maar Friedrich ging zijn eigen weg: „Mijn vader beschouwde mij aanvankelijk als een soort kneedbare, menselijke massa, waaruit men zou kunnen vormen wat men wilde. Maar daar vergiste hij zich in! Hij wilde niet dat ik las en ik heb veel meer gelezen dan alle benedictijner monniken bij elkaar. Hij wenste niet dat ik danste en ik heb heel graag gedanst. Mijn vader wilde dat ik soldaat werd, maar hij kon zich destijds niet voorstellen dat ik ooit die soldaat zou zijn die ik nu ben.”

Koning Friedrich Wilhelm vertrouwde zijn zoon niet. Een gezamenlijk bezoek aan de koning van Saksen, August de Sterke, de man die 343 onwettige kinderen had verwekt, leidde tot amoureuze verwikkelingen waar de kroonprins bij betrokken was. Dat werd hem door zijn principiële vader niet in dank afgenomen.

In 1729 bereikte de vader-zoonrelatie een dieptepunt. Ten overstaan van de Engelse gezant kreeg de kroonprins een geweldig pak slaag en werd hij door de koning aan zijn haren rondgesleurd. Friedrich besloot in 1730 om naar Engeland te vluchten en kreeg daarbij aarzelend hulp van zijn adjudanten Keith en Von Katte. De vluchtpoging mislukte. Keith ontsprong de dans, omdat hij inmiddels in Wesel dienstdeed, maar Hans Hermann von Katte werd als medeplichtige ter dood veroordeeld. De koning wees verzachting van het vonnis af: „Het recht moet zijn loop hebben, ook al gaat de wereld daarbij te gronde.”

Afscheid

Theodor Fontane heeft de laatste dagen van Katte indrukwekkend beschreven in ”Das Oderland”. Op 6 november 1730 werd Katte onthoofd. In zijn boek stelt Fontane de vraag waar de kroonprins stond toen de executie plaatsvond. De kroonprins, zo luidde zijn conclusie, stond achter een raam van de vesting Küstrin. Katte zag zijn vriend staan en nam met enkele „hoffelijke en dankbare woorden in het Frans” afscheid van hem. Even later zag Friedrich dat de scherprechter met één klap Kattes hoofd van de romp scheidde.

Kroonprins Friedrich was gekalmeerd en accepteerde zelfs dat zijn vader bepaalde met wie hij zou gaan trouwen. Terwijl Friedrich zijn toekomstige vrouw eerst als „die vervloekte prinses von Bevern” betitelde, schreef hij later deemoedig (of was het ironisch?) aan zijn vader: „De prinses mag zijn wie ze wil, ik zal te allen tijde de bevelen van mijn allergenadigste vader naleven en verwacht in alleronderdanigste onderwerping verdere orders van mijn allergenadigste vader.”

Deze vader stierf in 1740. Op 27 mei 1740 gaf hij op zijn sterfbed aan zijn zoon nog een laatste instructie over de te volgen politieke strategie ten opzichte van de andere Europese landen. Hij gaf zijn zoon de raad om niet te snel een oorlog te beginnen, omdat hij het dan niet meer in de hand zou hebben om die oorlog te beëindigen. Maar, eenmaal „met Gods bijstand en zegen” aan een oorlog begonnen, moest de ingeslagen koers krachtig worden voortgezet. Kroonprins Friedrich was vanaf 1740 koning Friedrich de Tweede.

In de jaren 1742 en 1745 voerde koning Friedrich de Tweede twee oorlogen tegen Oostenrijk en hield aan deze oorlogen Silezië over, dat hij vervolgens met Duitse emigranten bevolkte.

Voltaire

Na deze oorlogen volgden jaren van vrede waarin de nauwelijks met zijn vrouw communicerende Friedrich een paleis liet bouwen naar het voorbeeld van het Franse Versailles: het reeds genoemde Sanssouci. Tijdens deze vredige jaren was de meest gewaardeerde gast in Sanssouci de Franse filosoof Voltaire. Tot 1756 verbleef Voltaire in Potsdam, waar de cultuur aan het hof volledig Frans was. Toen het tot een breuk was gekomen, schreef de koning aan zijn zuster Wilhelmine: „Hij is de grootste schurk op aarde. Je zou verbaasd zijn om te horen wat hij hier alles aan intriges, leugenachtigheden en kwaadaardigheden op touw heeft gezet.” Later correspondeerden de beide kemphanen toch weer met elkaar.

Knap strateeg

Of Friedrich een echte ”Haudegen” en vechtersbaas was, is nog maar de vraag. Hij was een knap strateeg en als zodanig won hij verschillende oorlogen. Maar hij was zo veel meer dan dat. Tijdens zijn regering versterkte hij de economie van zijn land door de ontwikkeling van de wol- en de zijde-industrie te bevorderen en in Berlijn de porseleinindustrie te ontwikkelen die later grote vermaardheid verwierf. In Zuid-Silezië en andere delen van het koninkrijk kwam de mijnbouw tot bloei.

De gastvrijheid die zijn grootvader aan de hugenoten na de opheffing van het Edict van Nantes in 1685 had geboden, zette Friedrich de Tweede voort. Ook deed hij zijn best om Nederlanders naar Potsdam te halen; zij vestigden zich daar in het tijdens de regering van zijn vader in 1740 voltooide ”Holländisches Viertel” (Hollandse wijk).

Pruisen was tijdens de zeventiende en de achttiende eeuw een gastvrij en tolerant land. Het was koning Friedrich de Tweede om het even welke religie men aanhing, mits men de koning van Pruisen maar gehoorzaamde.

Dat de positie van de Joden in Pruisen desondanks aan restricties onderhevig was, valt na te lezen in het in 1981 verschenen boek ”Juden in Preussen”, dat door het ”Bildarchiv Preussischer Kulturbesitz” werd samengesteld.

Terwijl de Mark Brandenburg tijdens de zeventiende eeuw vooral op de Nederlanden was georiënteerd, verschoof de aandacht in de achttiende eeuw richting Frankrijk. Talrijke monumenten en kunstwerken herinneren nog aan de invloed die de Nederlanders ooit hadden, onder meer Oranienburg bij Berlijn, delen van Unter den Linden in Berlijn en het jachtslotje Stern bij Potsdam. En wie het Neues Palais in Potsdam-Sanssouci bezoekt, staat verbaasd over het aantal uit Nederland afkomstige kunstenaars dat daar heeft gewerkt. Friedrich de Tweede bevorderde de kunsten, schreef libretto’s en componeerde zelf muziek.

Overwinningen

De Zevenjarige Oorlog tegen Frankrijk en het door Oostenrijk aangevoerde Rijksleger (1756-1763) bracht grote overwinningen voor Friedrich de Tweede met zich mee, onder meer bij Rossbach en Leuthen. Pruisische generaals als Seydlitz en Hans Joachim von Zieten kregen door hun dapperheid grote bekendheid. Na verschillende nederlagen lukte het Pruisen om deze oorlog toch te winnen en het bezit van Silezië veilig te stellen.

Nadat in 1772 Polen was opgedeeld tussen Rusland, Oostenrijk en Pruisen lukte het koning Friedrich de Tweede om het grondgebied van de Mark Brandenburg met dat van het hertogdom Pruisen (Oost-Pruisen) te verbinden. Toen Friedrich de Tweede in 1786 stierf, had hij het grondgebied van Pruisen wezenlijk vergroot, de nijverheid en de kunsten in Pruisen sterk bevorderd en zijn land een nieuwe status in Europa verschaft.

Het beeld van de koning, die allengs als Friedrich de Grote werd betiteld, versmalde in de jaren na zijn dood. Friedrich de Tweede werd volksbezit, men begon hem als iets eigens te koesteren. Zijn hardvochtigheid op het slagveld veranderde in bewonderde eigenzinnigheid. Zijn eigenaardigheden kregen een floers van humor. Ten slotte veranderde de strenge koning in ”der alte Fritz”. Hij was een van hen.

Ook de ”alte Fritz” zal niet het eindstadium van de beeldvorming zijn. De studie van de geschiedenis van Pruisen is inmiddels in volle gang.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer