Karakus denkt dat Nederland niet klaar is voor een nieuwe stroom arbeidsmigranten. „We hebben langer adempauze nodig. Maar als Brussel dit per se eist, dan willen wij geld uit de Europese fondsen die bedoeld zijn om achterstandwijken vooruit te helpen”, aldus de PvdA’er. „Uit onze enquêtes blijkt dat 40 tot 60 procent van de arbeidsmigranten hier wil blijven. Dat ontkennen is gevaarlijk.”

De wethouder vindt niet dat de problemen met de Oost-Europeanen wordt overdreven. „We treffen bizarre situaties aan in de stad. Ik ben zelf laatst in een woning in Rotterdam-West geweest. In de kelder hadden ze daar drie kamertjes getimmerd die werden afgescheiden door alleen een gordijn. Daar woonden drie stellen. In een hoek stond een oud kooktoestel dat als keuken moest fungeren. In een andere hoek stond iets wat een toilet en een bad moest voorstellen. Ik zou daar zelf nooit een douche hebben genomen, al was ik een jaar niet in bad geweest.”

Karakus is ook niet te spreken over de huurprijzen die betaald moeten worden. „In de woonkamer van het pand in Rotterdam-West vonden we nog eens zes bedden en voor dit alles moest 250 euro per persoon per maand worden betaald. Begrijp me goed, ik neem dit die mensen niet kwalijk, maar hun werkgevers wel.”

D66 in de Rotterdamse raad vraagt de wethouder ter verantwoording over zijn uitspraken. De partij vindt dat je met deze uitspraken richting een ’PVV light’ gaat. „Het stigmatiseren van de immigranten uit Midden- en Oost-Europa (MOE-landen) is niet waar wij achter staan”, zegt D66-raadslid Jan Schonk toe.

De D66-wethouders in het Rotterdamse college zeggen niet te weten van het interview en waren daarom verrast, weet Schonk. „Als dit dan zijn privé-opvatting is, kan hij die beter niet ventileren, want een wethouder hoort zijn mening te geven op basis van de afspraken die de coalitie met elkaar heeft gemaakt.”