Buitenland

Hamas en Fatah: twee tongen, maar één hart

Hamas en Fatah: radicaal versus gematigd, Gazastrook versus Westoever. Dat is het beeld van de twee Palestijnse partijen. Nu willen beide een eenheidsregering vormen. Maar wint in zo’n regering het gematigde voorkomen van Fatah of de geharnaste taal van Hamas? „De taal van Hamas”, zegt onderzoeker Itamar Marcus stellig. „Want dat is ten diepste ook de taal van Fatah.”

Jacob Hoekman
3 March 2012 12:03Gewijzigd op 14 November 2020 19:43
In Palestijnse media wordt Palestina zeer regelmatig voorgesteld als een land „van de zee tot de rivier” waarbij er voor Israël geen plaats meer is. Foto Palestinian Media Watch
In Palestijnse media wordt Palestina zeer regelmatig voorgesteld als een land „van de zee tot de rivier” waarbij er voor Israël geen plaats meer is. Foto Palestinian Media Watch

Het zenuwcentrum van Palestinian Media Watch in Jeruzalem gonst van bedrijvigheid. Er hangen grote kaarten van Israël en de Palestijnse gebieden, er staat apparatuur om videomateriaal gedetailleerd mee af te spelen. Overal liggen boeken en knipsels. Een man pluist Palestijnse kranten door. Een ander bestudeert een televisie-uitzending waarop de Palestijnse president Abbas zich over Israël uitlaat.

Tussen alles en iedereen door loopt de directeur, de Joodse Itamar Marcus, z’n keppeltje op het achterhoofd. Hier geeft hij aanwijzingen, daar staat hij even stil om mee te lezen of te kijken.

Marcus geldt als autoriteit op het gebied van het monitoren en analyseren van Palestijnse media en schoolboeken. Zo voerde hij eerder in opdracht van de Israëlische premier Netanyahu onderhandelingen met de Palestijnen over verdere provocaties tegen te gaan. Ook presenteerde hij eerder samen met de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Hillary Clinton, een rapport over de inhoud van Palestijnse schoolboeken.

De teneur van zijn werk is steeds hetzelfde: stelselmatig toont hij aan dat de officiële uitlatingen van Palestijnse leiders in het Arabisch een groot verschil laten zien met hun woordvoering richting het Westen.

Dat geldt óók voor de in het Westen als gematigd bekend staande Fatahpartij, benadrukt Marcus. Sterker nog, „wij richten ons alleen maar op Fatah. Dat Hamas in de Gazastrook liegt, weet iedereen al. Waar het mij om gaat, is te laten zien dat Fatah niet anders is. De partijleden verbloemen het alleen beter.”

Burgeroorlog

Wat vindt het gematigde Fatah nu werkelijk? De kwestie is actueel, omdat Hamas en Fatah de laatste tijd actieve toenaderingspogingen doen. Dat is wel eens anders geweest: de twee Palestijnse partijen zijn vanouds gezworen vijanden. In 2007 nog vochten de twee een burgeroorlog uit in de Gazastrook die in het voordeel van Hamas werd beslecht. Sindsdien heeft Fatah alleen nog macht in handen op de Westelijke Jordaanoever.

Maar de tijden zijn veranderd, mede ingegeven door de pro-Palestijnse Arabische opstanden. De Palestijnse Fatahpresident Mahmud Abbas, die de grote man is op de Westelijke Jordaanoever, en Hamaspremier Ismail Haniyeh uit de Gazastrook ontmoetten elkaar eind vorige week in Caïro tijdens een verzoeningsbijeenkomst. De twee spraken af dat ze zullen streven naar een eenheidsregering waarbij de verschilpunten zo veel mogelijk uit de weg gegaan zullen worden.

Israël ziet die ontwikkeling met lede ogen aan, want om te voorzien dat Fatah en Hamas hun krachten tegen Israël zullen willen bundelen, hoeft iemand niet helderziend te zijn.

Itamar Marcus heeft geen enkele twijfel dat de twee partijen elkaar op dit punt de hand zullen reiken. Dat Fatah meermalen heeft aangegeven Israël als staat te erkennen, in tegenstelling tot Hamas, zegt hem niets. De twee partijen spreken dan wel met twee tongen, maar hebben volgens hem één en hetzelfde hart. „Fatah wil net zo goed als Hamas héél Israël, en daar maakt de partij ook geen geheim van.”

Hij wijst op de omslag van een onlangs verschenen boek van zijn hand. Daarop is een kaart van Israël te zien, omwikkeld met een Palestijnse vlag en dwars daar doorheen een sleutel. De afbeelding was september vorig jaar te zien in een officiële uitzending van de Palestijnse Autoriteit op de Westoever, daags na het aanvragen van erkenning voor Palestina bij de Verenigde Naties. „De deur naar een eigen land gaat open”, verduidelijkt Marcus. „En ook voor Fatah is dat de deur naar een Palestina dat zo groot is als héél Israël.”

Martelaarschap

Met zijn acht medewerkers, van wie enkelen Arabisch als moedertaal hebben, heeft Marcus in de achterliggende jaren een overweldigende hoeveelheid bewijs verzameld dat zijn stelling onderstreept. In zijn kantoor staan wanden vol videomateriaal, geordend per jaar, waarin het bestaansrecht van Israël wordt ontkend, waarin opgeroepen wordt Joden te doden en waarin het martelaarschap van Palestijnse terroristen wordt verheerlijkt.

Zo heeft Marcus filmpjes vertaald waarin moeders van Palestijnse zelfmoordterroristen aanschuiven bij een praatprogramma van de officiële televisiezender op de Westelijke Jordaanoever. „Het martelaarschap was het eerste en het laatste doel in zijn leven”, zegt een van de moeders –van top tot teen in het zwart gehuld– over haar zoon. „Hij zei: Ik denk niet dat ik een meisje van deze wereld zou willen trouwen. Ik wil de donkerogigen (de maagden in het paradijs, JH) trouwen.” Voor de moeder was dat acceptabel, geeft ze aan. „Ik zei: Als dit zijn gedachten zijn, dan wens ik hem het martelaarschap.”

Veelzeggend is ook hoe Abu Alaa, voormalig premier van de Palestijnse Autoriteit, tijdens een conferentie van Fatah in 2009 de Palestijnse terrorist Khaled Abu Asba welkom heette. Abu Asba gijzelde in 1978 een bus waarbij 35 Israëliërs omkwamen. Hij kwam na zeven jaar cel vrij bij een gevangenenruil. Abu Alaa betitelde Abu Asba in 2009 openlijk als „held die we begroeten en welkom heten. Alle lof! Alle lof! Alle lof!”

Dergelijke uitzendingen zijn overigens geen uitzondering: afgelopen week nog werden herhaaldelijk beelden uitgezonden via de zender van de Palestijnse Autoriteit waarop de plegers van een soortgelijke aanslag werden verheerlijkt.

Het meest schokkend van de voorbeelden die Marcus verzamelde, zijn de video’s waarin kinderen figureren. Zo zijn er opnames van een talkshow van de Palestijnse televisie waarin drie kinderen aan tafel zitten om te praten over martelaarschap. „Ieder Palestijns kind zegt zo rond zijn twaalfde: O Allah, ik wil martelaar worden”, zegt het 11-jarige meisje Yussra in het programma.

„Martelaarschap is een mooi iets. Iedereen verlangt ernaar”, weet ook Walla, een eveneens 11-jarig meisje met prachtig zwart haar en donkere ogen. De interviewer vraagt haar wat beter is: vrede en volledige rechten voor het Palestijnse volk, of shahada – het martelaarschap. Walla kent geen enkele twijfel. „Shahada”, zegt ze gedecideerd. „Als ik martelaarster geworden ben, zal ik mijn rechten krijgen.”

Christelijke rechten

Hoe vijandig Fatah dan ook ten opzichte Israël mag staan, die vijandige houding heeft de partij niet in de richting van christenen, zeggen velen van hen op de Westelijke Jordaanoever. Sommige Palestijnse christenen geven zelfs aan door de Palestijnse Autoriteit gesteund te worden in hun werk voor christelijke organisaties.

Onderzoeker Marcus heeft daar twijfels bij. „Palestijnse media schrijven maar weinig over christenen, maar meestal is het niet positief”, concludeert Marcus. Fatah doet volgens hem inderdaad alsof de partij supporter is van christelijke rechten. „Maar in Bethlehem blijkt hoe het in werkelijkheid toegaat. Christenen zijn daar aangevallen. Een paar jaar geleden zijn er christelijke meisjes verkracht door Palestijnse politieagenten, maar daar is haast niets over gepubliceerd. Intussen zijn veel christenen vertrokken, en dat kan ik goed begrijpen.”

Marcus ziet de kwestie somber in: „Als je het mij vraagt, zal de situatie wanhopig worden voor christenen. Ik denk dat er over vijftien jaar geen christen meer over is op de Westelijke Jordaanoever.”

Het is moeilijk te zeggen in hoeverre dat scenario realistisch is. In elk geval zijn de meeste Palestijnse christenen zelf een stuk optimistischer. Zij wijzen, naast de intimidaties die de Palestijnse Autoriteit uitoefent, ook op de ellende die wegversperringen en controleposten van het Israëlische leger met zich meebrengen, waardoor hun bewegingsvrijheid vaak ernstig wordt ingeperkt.

Palestijnse media maken zich, als het over christenen gaat, volgens Marcus massaal schuldig aan wat hij noemt „diefstal van de christelijke identiteit.” „De Palestijnse Autoriteit spreekt vaak over Jezus omdat Hij ook in de islam een belangrijke profeet is. Maar tegelijk verwerpen Palestijnse leiders iedere christelijke aanspraak.”

Filmpjes tonen zijn gelijk: diverse Palestijnse leiders noemen Jezus „de eerste Palestijnse martelaar.” Hij werd net als de Palestijnen „onder bezetting geboren” en verzette zich daartegen. Marcus ziet het met argusogen aan. „Jezus wordt gebruikt om de eigen nationale Palestijnse identiteit te versterken, maar intussen wordt de christelijke traditie verwoest.”

Bekijk ook het digitale magazine Toekomst van de Halve Maan


En dit maak je ook mee – de achterkant van de journalistiek

Het is pauze als we het schoolplein van de Dar al-Arqamschool in Gaza-stad oplopen. Palestijnse jongetjes krioelen joelend om ons heen. Algemeen directeur Maged Salem Gaber komt lachend aangelopen en maant zijn leerlingen tot kalmte.

Met alle plezier laat Gaber zijn school zien, zegt hij, terwijl we langs een meer dan levensgroot portret van sjeik Ahmad Yassin bij de entree lopen. Sjeik Yassin was oprichter van Hamas en geldt sinds 2004, toen hij om het leven kwam bij een aanval van het Israëlische leger, als martelaar. Hier op school wordt zijn nagedachtenis nadrukkelijk in ere gehouden.

En dus is er een aantal principes waaraan de school vanzelfsprekend voldoet. Ja, knikt Gaber, er zijn alleen jongens op school; meisjes krijgen op andere locaties les. Ja, er is ook een grote gebedsruimte in de school, zodat de verplichte dagelijkse gebeden met de hele klas kunnen worden verricht. Hij laat de immense ruimte zien. Eén verdwaalde slipper staat eenzaam bij de deur op zijn eigenaar te wachten.

En natuurlijk is er ook een grote bibliotheek met uitgebreide islamitische lectuur. Zelfs kleurige kinderboekjes zijn aanwezig. Maar waarom hebben de slechte karakters in die verhalen van die grote haakneuzen en soms zelfs keppeltjes op? Blijkbaar is ook die bizarre voorstelling van de werkelijkheid onderdeel van de realiteit op een school van Hamas.

Directeur Gaber relativeert de boekjes. „Fantasie, gewoon fantasie”, zegt hij. Maar intussen laat het zien dat antisemitisme al van jongs af aan gevoed wordt op officiële instellingen. Dat geeft niet erg veel vertrouwen dat een nieuwe generatie Palestijnse leiders zal uitblinken in begrip voor de positie van Israël.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer