Woutertje Pieterse Prijs bestaat 25 jaar
Voor de vijfentwintigste keer is hij gisteren uitgereikt, de Woutertje Pieterse Prijs. Het zijn niet de achteloos te verslinden bestsellers die deze prijs in de wacht slepen. Volgens Bregje Boonstra –ze zat meerdere jaren in de jury– gaat het om boeken die „van belang” zijn. Ze reageert op vijf stellingen.
1. Een boek dat de Woutertje Pieterse Prijs heeft gekregen is een moeilijk boek.
„En dat zou dan inhouden dat je er dus maar niet aan moet beginnen? Kijk, als ik een ouder was die een boek ging uitkiezen, zou ik zo’n boek niet blind kopen, inpakken en overhandigen. Het boek dat dit jaar bekroond is, ”Driedelig paard”, is volgens mij een boek dat aanzet tot eigen creativiteit. Het kan voor sommige kinderen heel opwindend zijn als ze zien dat je met plaatjes de vorm van een gedicht kunt krijgen zonder dat er woorden zijn, iets wat Van Lieshout doet.
Het gaat ons niet om moeilijke boeken, wel om boeken die van belang zijn. Die boeken hebben vaak een ‘opkontje’ nodig, omdat ze het alleen niet zo makkelijk zouden redden. De Woutertje Pieterse Prijs is het begin van zo’n opkontje.”
2. De winnaar van dit jaar, ”Driedelig paard”, is voor elk kind rond de 12 jaar de moeite waard.
„Wat voor mij niet klopt in deze stelling is ”elk kind”. Er bestaan denk ik helemaal geen boeken die voor elke lezer geschikt zijn. Het hoeft ook niet. Ik denk dat een kind voor wie Van Lieshouts boek goed geschikt is in elk geval een creatieve geest heeft, graag zelf tekent en schrijft.
Als je Van Lieshouts teksten leest, zul je verbaasd zijn. Het kán afschrikken, maar op de leeftijd van een jaar of tien zijn kinderen vaak sponzen die werkelijk alles opnemen. Eigenlijk zijn de gedichten een soort raadseltjes die hun Sherlock Holmesgevoel in werking zetten.”
3. Een boek dat het goed doet in de verkooptoptienen heeft geen schijn van kans bij de jury van de Woutertje Pieterse Prijs.
„Dat zal waarschijnlijk wel zo zijn, maar is helemaal niet erg. Die boeken doen het op eigen kracht. Ze hebben dat opkontje waar ik het over had helemaal niet nodig. Maar als we alleen de toptienboeken hadden, zou het wel heel schraal worden in de kinderboekenwereld.
Andersom zal een Woutertjewinnaar niet snel in de top tien komen. Maar neem winnaars als Joke van Leeuwen met ”Iep!” en Guus Kuijer met zijn Pollekeboeken. Er zijn toneelvoorstellingen van gemaakt, ze zijn verfilmd. Ze worden toch door heel veel kinderen gelezen.”
4. Wie zijn kind een goede literaire opvoeding wil geven, kan niet om de vijf Roverhoofdmannen heen.
„Eh, wat bij stellingen hoort is dat ze ongelooflijk stellig zijn. Je kunt prima om de Roverhoofdmannen heen, want er is nog heel veel meer te vinden in de kinderboekenwereld. Het zijn wel boeken waarvan wij denken dat ze bij de Nederlandse klassieken horen. Die moeten in druk blijven, die moeten voorgelezen worden. Nou ja, moeten, het is een advies. Als je ”Annetje Lie in het holst van de nacht” niet hebt gelezen, hoeft het niet per se fout met je af te lopen.
Wie een literaire opvoeding wil geven –dat vind ik erg gewichtig klinken, hoor– mag deze vijf boeken wel op een plankje zetten. Ik hoop er mijn kleindochter, ze is nu 2,5 jaar, straks ook nog op te kunnen wijzen. Dingen verdwijnen tegenwoordig zo verschrikkelijk snel. Steeds iets nieuws hoeft voor kinderen helemaal niet. Ik vind het belangrijker dat je ook wat doet aan canonvorming.”
5. Bij gebrek aan kwaliteit wordt de Woutertje Pieterse Prijs niet uitgereikt, zeggen de spelregels. Maar dat gaat nooit gebeuren, gezien de afgelopen 25 jaar.
„Een jury wil gewoon bekronen, dat is een natuurlijk streven. Ik verwacht niet dat we ooit een uitreiking zullen overslaan. Wat mij betreft had het wel eens gekund. Maar dat is mijn persoonlijke mening. Natuurlijk was het boek waar ik op doel niet een totaal waardeloos boek. In mijn ogen voldeed het niet helemaal aan de criteria van de Woutertje Pieterse Prijs.”
De naam
Hij blijft een beetje vreemd, de naam Woutertje Pieterse Prijs. Want het negentiende-eeuwse werk van Multatuli is helemaal niet bedoeld voor kinderen. Uiteraard is daar over nagedacht toen de prijs in 1996 in het leven werd geroepen. Het boek ”De geschiedenis van Woutertje Pieterse” representeert volgens de oprichters in taal en inhoud de kwaliteit waarnaar de stichting Woutertje Pieterse Prijs streeft.
Roverhoofdmannen
Een jubileumjury onder leiding van Bregje Boonstra bestempelde uit alle prijswinnende titels tot en met 2011 vijf boeken tot zogenaamde Roverhoofdman. Het gaat om Imme Dros met ”Annetje Lie in het holst van de nacht” (1988) – een dromerig maar griezelig verhaal waarin fantasie en werkelijkheid door elkaar lopen; Toon Tellegen met ”Bijna iedereen kon omvallen” (1994) – een verhaal in kenmerkende Tellegentaal met veel filosofische dierendialogen; Joke van Leeuwen met ”Iep” (1997) – een verhaal over een meisje dat half mens, half vogel is waarin Van Leeuwen met taal speelt alsof het niets is; Wim Hofman met ”Zwart als inkt” (1998) – een tegendraadse versie van het sprookje van Sneeuwwitje, gruwelijker dan het origineel en met veel eigenzinnige verwijzingen naar de Bijbel; en Benny Lindelauf met ”De hemel van Heivisj” (2011) – een familiekroniek vol beelden en suggestieve beschrijvingen over de invloed van de Jodenvervolging in een Limburgs dorp vol magisch volksgeloof.
De winnaar
In ”Driedelig paard”, de winnaar van de Woutertje Pieterse Prijs 2012, experimenteert Ted van Lieshout met de vorm. Hij schrijft zijn tekst in blokken („blokgedichten”). Eigenlijk zijn het keurig uitgelijnde brieven zonder aanhef en groet, zegt Van Lieshout zelf, als een paard waarvan het hoofd en de staart zijn weggelaten. In de illustraties gaat hij nog verder: het zijn „beeldsonnetten” die niet uit woorden maar uit plaatjes bestaan, bijvoorbeeld allemaal radijsjes.
Inhoudelijk komt er van alles voorbij in het boek. Van verkoopteksten voor een huis tot als een gebed verpakte teksten en een brief waarin een zoon zijn ouders meedeelt dat hij homo- of misschien ook wel biseksueel is – alles kan in dit boek. Soms zijn er kabouters aan het woord, soms zelfs lepels. Door alle nonsens heen doet Van Lieshout ontegenzeggelijk aan maatschappijkritiek. Neem alleen al het voorstel om lastige bewoners van een bejaardentehuis maar te laten inslapen of ze zelfs te ruimen.