Koizumi verklaart partijgenoten de oorlog
De Japanse premier Koizumi heeft een „oorlogsverklaring” afgegeven aan tegenstanders binnen zijn partij, zo zei hij tijdens een persconferentie vorige week. „Soms moet je tegen de stroom ingaan en het risico nemen aanhangers van de partij te beledigen ten bate van de natie,” aldus Koizumi. Het zijn uitspraken als deze die de partijbonzen binnen Koizumi’s Liberaal Democratische Partij (LDP) witheet van woede hebben gemaakt.
De regeringspartij kiest in september een nieuwe leider. Die wordt dan automatisch premier van Japan. Het is voor een kandidaat gebruikelijk zoveel mogelijk bondgenoten te maken voor die verkiezingen. Maar Koizumi lijkt te hebben besloten zijn imago als ”vechtersbaas” te versterken door juist de strijd aan te gaan met zijn partijgenoten.
Koizumi is nooit echt geliefd geweest binnen zijn partij. Maar het Japanse volk dacht daar anders over. Japanners waren gek op de politicus met het voor Japanners unieke, golvende haar en zijn grote beloftes voor hervorming. Hij gaf hen nieuwe hoop. Het was dan ook dankzij hen dat hij in mei 2001, tijdens zijn derde poging om het leiderschap van de LDP te bemachtigen, met grote meerderheid werd gekozen.
De Japanse mediagigant Yomiuri hield kort daarna een opiniepeiling waaruit bleek dat 87 procent van het Japanse publiek achter de nieuwe premier stond. Nooit eerder wist een Japans kabinet zo hoog te scoren. Dat percentage staat nu op zo’n 45 procent. Een stuk lager, maar nog altijd veel hoger dan voorgaande kabinetten met meer dan twee jaar in de schoenen.
Die 45 procent en de herinnering aan zijn overweldigende overwinning van 2001 hebben Koizumi er klaarblijkelijk van overtuigd dat hij zijn kunststukje kan herhalen. Ook dit keer wil hij winnen via de steun van het volk.
De doorsnee Japanner heeft al jaren weinig tot geen vertrouwen in politici. Door tegen schenen te schoppen van belangrijke politici binnen zijn partij, maakt Koizumi zich geliefd bij de kiezer. Nu het er naar uitziet dat er vervroegde parlementsverkiezingen zullen worden uitgeroepen voor november, kan de LDP het zich niet permitteren zich ongeliefd te maken bij de kiezers.
Koizumi’s strategie is riskant: de LDP zou er verder door uit elkaar kunnen worden getrokken, maar voor de premier is het waarschijnlijk zijn enige kans om tot aan 2006, wanneer zijn ambtsperiode afloopt, aan de macht te blijven. Daarvoor mag eensgezindheid sneuvelen. „Er zijn er die vragen om verandering van beleid”, zei Koizumi afgelopen dinsdag, doelend op tegenstand binnen zijn partij, „maar dat zal ik nooit doen omdat ik ervan overtuigd ben dat mijn structurele hervormingsbeleid juist is.” Het klonk als een flinke schop tegen de schenen van de oude garde. Het verkiezingsprogramma van de LDP wordt altijd van beneden af naar boven samengesteld teneinde een zo groot mogelijke consensus te winnen. Maar de premier hoort daar niet tussen te gaan zitten, zoals Koizumi nu wel doet.
Takami Eto, een van de leiders van een belangrijke splintergroep binnen de LDP, reageerde woedend op Koizumi’s uitlatingen. „Het lijkt wel Hitler of Kim Jong Il van Noord-Korea.” Voormalig premier Nakasone suggereerde dat Koizumi „gek” was geworden. Koizumi’s voorganger, ex-premier Mori, zei dat „het niet voor te stellen is dat iemand in een democratisch land zegt: Mijn wil is wet.”
Maar Eto, Nakasone, Mori en andere leden van de oude LDP-garde doen er waarschijnlijk goed aan de opiniepeilingen beter te lezen die de grote Japanse kranten bijna wekelijks houden. In een opiniepeiling die het dagblad Asahi hield op 26 en 27 juli, zei 39 procent van de ondervraagden voor de grootste oppositiepartij (DPJ) te kiezen, en slechts 35 procent voor de regeringspartij als de verkiezingen vandaag gehouden zouden worden. Opvallend is echter dat een meerderheid liever Koizumi heeft als premier (46 procent), dan oppositieleider Naoto Kan (24 procent).
Een opiniepeiling van het Japanse persbureau Kyodo, gehouden tijdens dezelfde periode, kwam met meer interessante cijfers. Bijna de helft van de ondervraagden zei dat ze het Koizumi-kabinet steunden. Maar de belangrijkste reden (52 procent) is dat er geen andere geschikte persoon voor de baan is. Japan beseft dat het geen keus heeft. Neem Koizumi weg en de LDP zou kunnen imploderen. De peiling van Kyodo gaf de LDP overigens een grotere kans om de verkiezingen te winnen. Eenderde van de ondervraagden zei voor de LDP te stemmen, een kwart voor de DPJ.
De regeringspartijen hebben nu 284 van de 480 zetels in de Japanse Tweede Kamer. Zelfs als dit zo laag uitvalt als 241, zou Koizumi premier kunnen blijven. Woordvoerders van Koizumi zien geen onweerswolken aan de horizon. „Er is geen kans dat de regeringspartijen een verschrikkelijke nederlaag ondergaan met als resultaat een wisseling van de wacht,” vertelde een medewerker van Koizumi aan de Japanse krant Yomiuri.
Maar de ’vijand’ zit niet stil. De twee grootste oppositiepartijen zijn nu aan het overleggen hoe ze kunnen fuseren. Als Koizumi’s populariteit verder daalt, zou de LDP, na een halve eeuw aan de macht geweest te zijn, wel eens afstand kunnen moeten doen van het premierschap.