Kind met selectief mutisme klapt soms volslagen dicht
Rutger die thuis volop praat, maar in sommige situaties consequent zijn mond houdt. Het ventje is gewoon verlegen, oordeelt de leek. „Nee”, werpt dr. Maretha de Jonge tegen, „bij Rutger gaat het om selectief mutisme.”
De psycholoog en gedragstherapeut in het UMC Utrecht lanceerde begin deze maand een therapeutisch behandelprogramma voor kinderen zoals Rutger.
„Selectief mutisme is een extreme vorm van dichtklappen in situaties waarin kinderen zich angstig of onzeker voelen. Dat gebeurt vaak als ze de aandacht op zich gericht voelen”, zegt De Jonge. „Sommige kinderen hebben al een vasthoudend karakter en in veel gevallen zijn ze ook perfectionistisch. Als een vasthoudend en perfectionistisch kind angstig is om bijvoorbeeld in de klas te praten, zegt het maar liever helemaal niets.”
Selectief mutisme wordt meestal pas ontdekt als kinderen naar de kleuterschool gaan. De Jonge: „Een kindje dat op de peuterspeelzaal niet praat, is geen uitzondering. De groepsleidsters noemen het verlegen. De meeste peuters gaan op een gegeven moment ook echt wel praten. Maar als het kind zelfs op de basisschool consequent niet spreekt in de klas, moeten de alarmbellen gaan rinkelen.”
Zowel voor ouders als voor docenten is het volgens De Jonge vaak moeilijk om te besluiten wanneer er hulp nodig is en wat ze dan het beste kunnen doen. „Hoewel de grens met verlegenheid soms lastig is te trekken, is hét kenmerk van selectief mutisme dat kinderen consequent niet op school of in andere situaties spreken en thuis juist honderduit praten. Verlegen kinderen zeggen altijd wel iets, al is het slechts zachtjes. Een stil kind valt nu eenmaal minder op dan een druktemaker.”
Sommige kinderen uit De Jonges praktijk praten op school wel met leeftijdgenootjes, maar consequent niet met de juf of meester. „Hoewel dat minder problematisch klinkt, kunnen de gevolgen toch ook ingrijpend zijn. Ik behandelde een 9-jarig meisje dat op school prima kon meekomen en goede resultaten boekte. Zonder dat ze ooit in de klas praatte. Haar docenten waren ingesteld op haar zwijgzaamheid. Doordat ze kon lezen en schrijven, gaf ze de antwoorden in de klas niet mondeling, maar schriftelijk. Iedereen in haar omgeving was daaraan gewend.”
Uiteindelijk heeft De Jonge het meisje met succes kunnen helpen, „maar het was voor mij en voor haar een grote worsteling om haar van het selectief mutisme af te helpen. Bij 4- of 5-jarigen gaat dat veel makkelijker. Hoe langer ouders wachten met hulp inschakelen, hoe moeilijker het wordt. Het is ontzettend belangrijk dat kinderen voor hun tiende hulp krijgen.”
De gevolgen van selectief mutisme zijn groot, waarschuwt De Jonge. „Uit studies blijkt dat de scholing en de carrière van volwassenen die als kind lange tijd met de angststoornis kampten eronder hebben geleden. Uit wetenschappelijk onderzoek weten we dat, als de stoornis onbehandeld blijft, enkele van deze mensen in bepaalde situaties nog steeds niet voldoende durven te zeggen, uit angst dat ze de aandacht op zich vestigen.”
Kleuters die niet spreken, kunnen weliswaar prima met elkaar spelen zonder dat het ze beperkt, zegt De Jonge. „Als een ouder kind consequent niet spreekt in de klas, wordt het een minder aantrekkelijk speelkameraadje. Voor verjaardagen krijgt het geen uitnodiging. Het raakt geïsoleerd. Een kind dat op school niet durft te spreken, kan niet zeggen dat het buikpijn heeft of dat het wordt geplaagd. Het moet om hulp kunnen vragen en zich veilig weten, ook op school.”
Voor elke stoornis geldt dat ze mensen beperkt in het functioneren, stelt De Jonge. „Een 15-jarig meisje mailde me deze week dat zij op school nooit praat en vreselijk tegen bijvoorbeeld een mondeling tentamen opziet. Voor kinderen met een handicap of gedragsstoornis zijn aangepaste lesprogramma’s of hulpmiddelen beschikbaar. Het verbaast me dat voor kinderen met de angststoornis selectief mutisme blijkbaar geen alternatief geboden mag worden voor een mondeling examen.”
Pedagoog Willem de Jong waarschuwde recent in deze krant dat kinderen veel te snel een etiket van een bepaalde stoornis krijgen opgeplakt, terwijl ze gewoon te verwend zijn. De Jonge gelooft niet dat selectief mutisme een gevolg is van emotionele verwenning. „Uit wetenschappelijk onderzoek weten we dat angststoornissen voor een deel erfelijk zijn bepaald. Selectief mutisme is geen modeverschijnsel. Het heeft al heel oude papieren. De eerste casus werd in 1877 beschreven.”
De Jonge benadrukt dat ze juist helemaal geen verwende kinderen op haar spreekuur krijgt. „Sterker nog, ik zie kinderen die elke dag een strijd moeten voeren tegen hun angst om mee te doen in de klas. Als ze maar consequent blijven zwijgen, beschermen ze zichzelf tegen de angst om de aandacht op zich te vestigen. Het zwijgen in bepaalde situaties is een strategie van zelfbescherming, terwijl de ouders vaak aangeven dat het kind thuis zingt, plezier maakt, roept of soms zelfs driftig is.
Een jongetje kwam luid kwebbelend mijn spreekkamer in. Ik vroeg hem waarom hij thuis en bij mij wel praatte, maar op school niet. Hij zei stellig dat hij niet wilde praten, terwijl hij bedoelde dat hij het niet durfde. Het is een pure overlevingsstrategie in situaties waarin het kind door angst zijn mond niet durft open te doen.”
De Utrechtse orthopedagoog erkent dat kinderen met selectief mutisme uiteindelijk wél emotioneel verwend kunnen worden als ouders hen te beschermd opvoeden. „Anderzijds zie ik hier genoeg vaders en moeders die hun kind onbewust overvragen. Aan het eind van het spreekuur zeggen ze uit beleefdheid tegen hun zoon of dochter: „Kom, zeg nog even dag tegen die mevrouw.” Daar voelen alle betrokkenen zich ongemakkelijk bij, want iedereen weet dat het kind niets gaat zeggen. Belangrijk is dat ouders een manier vinden om hun kind op een goede manier op te voeden. Niet te beschermend, maar ook niet door het stellen van te hoge eisen. Het is niet eenvoudig om daarin het juiste evenwicht te vinden.”
„Robin praat nog steeds niet tegen de juf op school”
Robin van de Weerdt (5) uit Maarn is een meisje dat kampt met selectief mutisme. Haar moeder Maruscha: „We hadden al vermoedens dat er iets aan de hand was met onze dochter toen ze ongeveer een jaar was. Ze had onder meer veel last van verstijven. Toen ze naar de peuterspeelzaal ging, liet ze hetzelfde opvallende gedrag zien. Doordat onze zoon van 6 jaar autisme heeft, zaten we met Robin al snel in het hulpverleningstraject. We waren bang dat zij vanwege de erfelijkheid van autisme ook deze gedragsstoornis zou hebben.
Ze heeft meegedaan aan een diagnose- en observatieprogramma. Toen ze ruim 3 jaar was, is officieel de diagnose selectief mutisme gesteld. Robin praat niet tegen de juf op school. Ze kan nog steeds letterlijk verstijven als iemand haar plotseling een vraag stelt. Dan is ze één brok spanning, waardoor ze niet kan bewegen of reageren. Ze kan ook niet aangeven of ze pijn heeft. Daar zit ik best wel mee.
Intussen praat ze op het schoolplein gelukkig wel met leeftijdgenootjes. Contact met volwassenen blijft echter moeilijk. Bij andere vriendinnen spelen, is er voor haar niet bij. Daarom spelen ze altijd hier thuis. Voor feestjes krijgt ze vaak uitnodigingen, want Robin is populair. In alle gevallen ga ik mee naar partijtjes. Tegen mij praat ze wel, maar met andere moeders niet.
Het ligt voor de hand dat mensen tegen ons zeggen dat Robin gewoon een erg verlegen meisje is. Maar ik zag wel dat er meer aan de hand was. Verlegen kinderen zijn normaal gesproken thuis ook al wat timide. Robin is thuis juist erg expressief. Ze praat veel, ze lacht veel en ze is levenslustig. Ze praat honderduit met het buurjongetje op weg naar school. Zodra ze bij het hek is, verstijft ze. Er komt geen woord meer uit, ook niet tegen haar buurjongen.
In de opvoeding geeft Robins angststoornis wel eens moeilijkheden. Als we haar op de vingers tikken voor iets wat ze niet mag doen, verstijft ze soms ook helemaal. Het is voor ons erg lastig om in te schatten of haar reactie echt is of dat ze er een spelletje van maakt.
Op school komt ze gelukkig goed mee. Ik help veel op school. Dat geeft een grote druk op ons gezin. Toch zijn we blij dat ze het verder goed doet. Ze praat echter nog steeds niet tegen de juf.
Robin volgt een onlinebehandelprogramma en wekelijks heeft ze een gesprek met een therapeut. Die heeft haar vorige week voor het eerst aan de praat gekregen. Daar zijn we geweldig blij mee. Het is belangrijk dat kinderen met selectief mutisme zo jong mogelijk behandeld worden. Te vaak denken ouders, en vooral de omgeving, dat het om verlegenheid gaat die vanzelf weer overwaait.
Niet iedereen heeft begrip voor Robins angststoornis. Er zijn altijd mensen die zeggen dat ze gewoon een schop onder haar achterste moet hebben en dat ze moet praten. Maar als mensen het enorme contrast zouden zien tussen Robins gedrag thuis en op school, zouden ze wel anders oordelen.”
Behandeling
Het gedragstherapeutische behandelprogramma ”Spreekt voor zich” helpt kinderen om stapje voor stapje hun spreekangst te overwinnen. Ouders en school worden bij de behandeling betrokken. Behalve het durven spreken in de klas, nemen de versterking van een positief zelfbeeld en de vergroting van het zelfvertrouwen een belangrijke plaats in. Alle betrokkenen bij een kind krijgen toegang tot het beveiligde webportaal van ”Spreekt voor zich” met materialen, informatie over de voortgang van het kind en tips voor thuis en op school.