Bundel legt deel zendingsarchieven Protestantse Kerk open
De afronding van een vijf jaar durende inventarisatie van de zendingsarchieven van de vroegere Nederlandse Hervormde Kerk leidde in 2010 tot een symposium over deze „goudmijn.” De vrijdag verschenen bundel ”Mission History & Mission Archives” gaat nader in op de toen gegeven aanzet.
Driehonderdvijftig meter archieven, met documenten uit de geschiedenis van de Nederlandse zending vanaf 1797. Dat was wat de zendingsorganisaties van de Nederlandse Hervormde Kerk bijeenbrachten rond het samengaan van de zendingsorganisaties de Samen-op-Weg kerken in 1999.
Volgens Huub Lems, al vanaf 1981 betrokken bij de hervormde zendingsorganisatie, zijn de zendingsarchieven rond de eeuwwisseling stapsgewijs overgebracht naar het Utrechts Archief. „Dat garandeert goed beheer op de lange termijn.”
Lems geeft als administrateur leiding aan de Stichting de Zending van de Protestantse Kerk. Die organisatie beheert diverse fondsen, waarvan het rendement beschikbaar is voor het zendingswerk van Kerk in Actie, de zendings- en diaconaatsorganisatie van de Protestantse Kerk.
Behalve dat ze inkomsten genereert voor het zendingswerk, houdt de stichting ook de herinnering aan het verleden levend. Ze is verantwoordelijk voor de bibliotheek van het in 1999 van Oegstgeest naar Utrecht verhuisde Hendrik Kraemerzendingsinstituut. Deze is ondergebracht bij de Universiteit Utrecht. Daarnaast vallen de zendingsarchieven onder de verantwoordelijkheid van de stichting, al bevinden die zich in het Utrechts Archief.
De archieven vormen volgens Lems een „goudmijn” van informatie over zending vanuit Nederland. „Zendelingen waren vaak de eerste westerlingen die in contact kwamen met de inheemse bevolking. Hun observaties en rapporten geven informatie over hoe het er vroeger aan toeging in de binnenlanden van bijvoorbeeld Indonesië. Dat is waardevolle informatie voor wie wil weten hoe de samenleving daar geworden is tot wat ze nu is.”
Onderzoek van de zendingsarchieven kan daarnaast helpen om een zo objectief mogelijk beeld te krijgen van de gang van zaken in een bepaald zendingsgebied. Lems: „Nog niet zo heel lang geleden was het gebruikelijk dat zendelingen naar het thuisfront overwegend positieve berichten stuurden. Men wilde laten weten dat het werk ter plekke nuttig was en graag vertellen hoe de kerk zich uitbreidde. Maar de werkelijkheid was vaak weerbarstiger.”
De zendingsarchieven van de Nederlandse Hervormde Kerk bestaan volgens Lems uit drie delen. „Het oudste is dat van de afzonderlijke zendingsgenootschappen, die in 1951 opgingen in de zendingsorganisatie van de Nederlandse Hervormde Kerk. Dan is er het archief van de Raad voor de Zending, die in dat jaar werd opgericht. En ten slotte is er een verzameling documenten over de zendingsopleidingen.”
Wat is de waarde van de verschenen bundel?
„Je vindt er een grote verscheidenheid aan zendingsverhalen. De meerwaarde ervan is dat beschreven wordt hoe ze in het verleden tot ons zijn gekomen. Velen zijn opgegroeid met een soms romantische voorstelling van hoe het er op het zendingsveld aan toeging. In deze bundel wordt een aantal verhalen die dat beeld hebben geschapen in perspectief gezet.”
Zijn kerkgangers afgescheept met halve waarheden?
„Verslagen van overzee kwamen vaak gefilterd door bij het grondvlak. Dat er bijvoorbeeld in de beginjaren van de zending in Nederlands-Nieuw-Guinea veel zendelingen overleden, was iets waaraan weinig ruchtbaarheid werd gegeven. Zendelingen schreven bovendien over wat zíj belangrijk vonden. Dat betekent dus niet dat ze onwaarheden schreven, maar ze waren selectief in hun berichtgeving. Hedendaags archiefonderzoek laat daarover zijn licht schijnen. Dat leidt vaak tot een andere visie op wat er toentertijd gebeurde. Dat doet niets af aan de ijver waarvan sprake was. Maar duidelijk is nu wel dat westerlingen de cultuur niet altijd doorzagen.”
De bundel beschrijft diverse zendingssituaties. Welke sprak u zelf het meest aan?
„Die van Mufti Ali, een Indonesische wetenschapper die studeerde in Leiden. Hij beschrijft welke toegevoegde waarde de zendingsarchieven hebben ten opzichte van de mondelinge overlevering en omgekeerd. Het bijzondere is dat Ali moslim is, maar een afgewogen kijk heeft op de invloed van het christendom in Bantam. Dat was een islamitisch sultanaat op het eiland Java, waar Nederlandse zendelingen vanaf de 18e eeuw werkten. Ali publiceerde eerder hierover een uitgebreide studie. Die is van belang omdat het er nu spanningen zijn tussen christenen en moslims in Indonesië. Vanuit het verleden is soms te verklaren hoe dingen gelopen zijn. Dat kan helpen om elkaar vandaag beter te begrijpen.”
Aan de bundel is bijgedragen door missiologen, kerkhistorici en archivarissen. Wat is de meerwaarde daarvan?
„Er ontstaat een completer beeld. Drie disciplines kijken verschillend naar dezelfde bronnen en het gebruik ervan. Wat voor mij persoonlijk een ontdekking was, is dat mensen van vaak eenvoudige afkomst, zoals boeren en kleermakers, zich geroepen voelden het Evangelie uit te dragen. Een van de auteurs concludeerde: zo moet Jezus het bedoeld hebben. Christus gebruikte eenvoudige vissers en maakte van hen discipelen. Dat archiefonderzoek je zo leert kijken naar de Bijbel, vind ik bijzonder.”
Huub Lems
Mr. drs. Huub Lems (59) is administrateur bij de Stichting de Zending van de Protestantse Kerk in Nederland. Deze beheersstichting is onder meer verantwoordelijk voor de hervormde zendingsarchieven van de kerk.
Lems, werkzaam bij het dienstencentrum van de Protestantse Kerk in Utrecht, redigeerde de bundel ”Mission History & Mission Archives”.
Van 1981 tot en met 1987 woonde Lems met zijn gezin in Indonesië, waar hij als zendeling/financieel specialist betrokken was bij het kerkelijk gezondheidswerk in Noord-Sulawesi.
Lems is tevens administrateur van de Stichting Zonneweelde, die onder meer de bijscholing van predikanten bekostigt.
Ga naar ons archiefsysteem Digibron voor meer informatie.