Dat zei drs. ing. C. Stijnen donderdagavond tijdens een lezing van Febe, een vereniging voor mensen uit de gereformeerde gezindte die in de gezondheidszorg werken.

Primair moet bij het diagnosticeren van dementie de multidisciplinaire benadering centraal staan, aldus Stijnen.

„Specialisten met verschillende invalshoeken moeten de patiënt zien en onderzoeken, waarna een gezamenlijk plan aangeboden kan worden. Een case manager, iemand die mensen helpt door het doolhof in de zorgwereld, speelt daarin een cruciale rol.”

Stijnen pleit voor een totaalbenadering van de dementerende patiënt. „Deze wordt vaak ten onrechte eenzijdig psychiatrisch benaderd. Hulpverleners moeten nagaan op welke manier de meeste gezondheidswinst te behalen valt. Veel patiënten zijn gebaat bij een intensieve reactivatie. Bovendien ontlast dat ook de mantelzorger en de naaste omgeving.”

Stijnen waarschuwde voor de trend om dementie steeds meer te beschouwen als chronische ziekte waarvan de zwaarte en de ernst relatief eenvoudig meetbaar zijn. „Die aanpak kan de drempel naar euthanasie bij dementie nog verder verlagen”, aldus Stijnen.

Tegenwoordig is dementie steeds eerder te ontdekken via eiwitten in het bloed, MRI’s en andere echografische onderzoeken.

Febe organiseerde de bijeenkomst van gisteren in het verenigingsgebouw van de hersteld hervormde gemeente in Maartensdijk.