De Indonesische regering zegt dat zij de harmonie tussen verschillende geloofsgroepen wil bewaren en noemde de berichten over discriminatie en geweld jegens christenen en andere minderheden een mediahype. Zeker 119 van de in totaal 128 buitenlandse ambassadeurs waren aanwezig bij de topbijeenkomst. Twee dagen eerder had president Yudhoyono al een rechtstreeks door de televisie uitgezonden toespraak gehouden voor het volk. Hierin toonde hij zich overwegend positief over de richting van zijn land, een mening die steeds minder gewone Indonesiërs delen.

„In het algemeen wordt de religieuze en nationale harmonie goed
bewaard”, aldus Yudhoyono, die ervan wordt beschuldigd met zijn regering een dubbele moraal te hebben over de burgerrechten van religieuze minderheden. Ook beweerde hij dat de zaken niet zo slecht zijn als de media doen geloven. De Indonesische regering staat vooral onder druk over de voortslepende affaire rondom de protestantse GKI Yasminkerk in Bogor, op West-Java.

De kerkgemeenschap aldaar wordt het nog steeds onmogelijk gemaakt door de lokale burgemeester en moslimradicale demonstranten om op zondag kerkdiensten te houden. De zaak lijkt de Indonesische rechtsstaat uit te hollen, omdat het hooggerechtshof al begin vorig jaar de kerk in het gelijk stelde in een rechtszaak tegen de gemeente Bogor. Deze week maakte de gemeente bekend de zaak opnieuw aan te spannen bij het constitutionele hof, dat cruciale uitspraken doet in hooglopende politieke zaken, waaronder verkiezingsconflicten en kwesties die tegen de Indonesische grondwet indruisen.

Het hoofd van het constitutionele hof, Mahfud, heeft gezegd bereid te zijn om de zaak te onderzoeken, maar zegt ook dat het hooggerechtshof al een uitspraak heeft gedaan, wat de invloed van zijn rechtbank beperkt.

President Yudhoyono verklaarde woensdag dat zijn regering actief op zoek is naar een oplossing met alle partijen in Bogor en dat ze belangrijke vergaderingen leidt en organiseert. Ook waarschuwde de president dat als de regering de eisen van moslimgroepen negeert, een terugkeer van sektarisch geweld zoals op Ambon en Centraal-Sulawesi tien jaar geleden, mogelijk is.

Een andere steen des aanstoots voor de internationale gemeenschap is het geweld tegen leden van de islamitische Ahmadiyahsekte. Het is meer dan een jaar geleden dat een mensenmassa van circa 1000 moslimextremisten een lynchpartij hield, waarbij zeker drie Ahmadi’s omkwamen, in het plaatsje Cikeusik in Banten. President Yudhoyono verklaarde woensdag dat Ahmadi’s vrij zijn om hun eigen geloof te belijden, zolang het niet andere moslims beledigt.

Intussen uiten steeds meer Indonesiërs hun onvrede over de huidige religieuze situatie in Indonesië. Behalve kritiek op de overheid wegens het vermeende gebrek aan daadkracht, richten de pijlen zich ook op de moslimradicale organisatie Front Pembela Islam (FPI), oftewel het Islamitische Verdedigingsfront. De islamitische knokploeg intimideert al jarenlang gematigde moslims, kerkorganisaties en andere groepen die volgens de FPI de Indonesische moslimgemeenschap bedreigen.

Ook veel Indonesische moslims hebben inmiddels de buik vol van de FPI, die hun land een slechte reputatie lijkt te bezorgen. Onlangs besloten gemeenschapsgroepen in West-Kalimantan de FPI uit hun provincie te weren, een grote nederlaag voor de FPI.