SP-leider Roemer: Mensen zien dat ik gelijk heb
Tussen twee afspraken door praat hij over zijn partij, de gunstige peilingen én over waar hij met Nederland heen wil. SP-leider Emile Roemer (49): „Het neoliberale beleid is gewoon failliet.”
Nee, schreven de media, die Roemer bracht er weinig van terecht tijdens zijn eerste confrontatie in oktober 2010 met de kersverse regeringsleider Rutte. „Er viel geen PvdA te attaqueren, de rechtse regeringspartijen hebben niets van hem te vrezen en negeerden hem”, analyseerde een grote ochtendkrant.
„Jongeren met een arbeidshandicap die hadden gehoopt op een menselijk kabinet zitten nu met tranen in hun ogen voor de televisie, als zij die al kunnen betalen”, betoogde Roemer. De dag erna won hij de Klare Taalprijs, maar Rutte vertrok geen spier.
Ruim een jaar later is het dezelfde Roemer die in de peilingen als een komeet omhoogschiet. De fractievoorzitters die hem in 2010 negeerden, nemen hem om die reden nu alsnog de maat. Roemer als het nieuwe alternatief van het Binnenhof? „’t Zijn echt maar peilingen”, nuanceert de SP-leider in zijn werkkamer, „ik laat me er niet gek door maken, ik ben een nuchtere.”
U bedoelt: de populariteit van de SP is misschien morgen weer voorbij?
„Nee, dat niet, een peiling heeft wel degelijk iets te betekenen. Ik wil alleen maar aangeven dat het raar kan lopen in de politiek. Rutte stond drie jaar geleden nog op twaalf zetels. Inmiddels is hij premier.”
Wat is uw verklaring voor de gunstige peilingen?
„De mensen hebben in de gaten gekregen dat ik gewoon gelijk heb. Ik maakte me in 2010 al heel veel zorgen over het rechtse, neoliberale beleid van dit kabinet dat groepen mensen afschrijft of in de steek laat. En in 2011 nog veel meer.
Nu, in 2012, ziet iedereen wat ik bedoelde. Of mensen ervaren wat het is om eerst als postbode of schoonmaker te worden ontslagen, om vervolgens met een wurgcontract op zak hun oude job te moeten voortzetten. Of ze zien hoe in het speciaal onderwijs en op sociale werkplaatsen banen verdwijnen van mensen die nergens meer aan het werk kunnen. Of hoe schoonmakers, die altijd gezien werden als collega’s die er helemaal bij hoorden, nu actie moeten voeren voor meer respect. Er is verontwaardiging ontstaan door de gevoelige snaar die wij bij veel mensen geraakt hebben. Veel mensen met een bijstandsuitkering moeten 2000 euro inleveren. Iedereen ziet dat dat niet kan.”
De SP staat bekend om haar tweeslachtige houding ten opzichte van religie. Is er ruimte voor religie in de samenleving zoals u die voor ogen heeft?
„Religie is iets waarmee ik van kinds af aan al zit te stoeien. Kijk, al die symbolen en rituelen uit de rooms-katholieke traditie waarin ik ben opgevoed, die zeggen mij niets. Waar ik wel wat mee heb, is met Bijbelse verhalen waarin het gaat over naastenliefde, over vergevingsgezindheid. In mijn tijd als onderwijzer heb ik daar ook veel mee gewerkt. Ik vond het boeiend om te zoeken welke lessen ik kinderen uit die verhalen kon laten halen. Voorbeelden? Dat we niet alles wat ons voor de neus komt, moeten willen hebben, hoe we moeten omgaan met elkaar, met onderlinge verschillen en met onze eigen beperkingen.”
De vraag was: Is er ruimte voor religie in het publieke domein?
„Daar zijn we helder in. We gaan uit van de scheiding tussen kerk en staat en zijn voor het behoud van de godsdienstvrijheid. Maar de vrijheid van godsdienst en ook die van onderwijs is niet onbeperkt. De vrijheid van de een kan op een gegeven moment de belemmering van de ander worden. Zodra dat dreigt te gebeuren, vind ik dat de overheid iets moet doen.”
Orthodox-christelijke scholen mogen leerlingen weigeren als ouders de grondslag van de school niet onderschrijven. Is die vrijheid een belemmering en zo ja, voor wie?
„Ja, voor alle ouders uit de buurt die hun kind graag op die school willen hebben. En zeggen: Ik respecteer de grondslag wel, maar onderschrijf die niet.”
En als er in dezelfde wijk nog twee, drie andere, vergelijkbaar presterende scholen zitten?
„Een toelatingsbeleid dat anderen uitsluit, vind ik hoe dan ook onverstandig. Leer kinderen gewoon omgaan met verschillen. Of ze nu brildrager, beugeldrager of gelovig zijn, stop ze in één klas en leer ze begrijpen waarom iemand iets vindt of draagt.”
Roemer verwijst naar een reis naar het Midden-Oosten en Jeruzalem die hij afgelopen zomer maakte. „Ik heb veel gezien en gehoord, maar in Mea Shearim, een ultraorthodoxe wijk, lukte het niet om met iemand in gesprek te komen. Men schermde zich volledig van de buitenwereld af, heel beklemmend vond ik dat.”
Maar dat is, eventuele uitzonderingen daargelaten, toch niet wat orthodox-christelijke ouders en leerkrachten hun kinderen en leerlingen bijbrengen?
„Ik geef het maar als voorbeeld, ik wil voorkomen dat het in Nederland ooit zo ver komt.”
GroenLinks en SP willen wettelijk regelen dat bijzondere scholen kinderen van ouders die de grondslag niet onderschrijven maar alleen respecteren, moeten toelaten. Verwatert hun identiteit daardoor niet zo dat zo’n acceptatieplicht het einde betekent van het bijzonder onderwijs?
„Hola, dat gaat te snel, dat zou ik willen bestrijden. Toen de protestants-christelijke school waar ik tien jaar heb gewerkt een jenaplanschool moest worden, heeft men er nadrukkelijk voor gekozen om vanuit een oecumenische inslag te gaan werken. We hebben nooit tegen ouders gezegd: Je moet onze grondslag onderschrijven of van pc-huize zijn. Wel: Weet dat we uit de Bijbel vertellen en Bijbelse liederen met kinderen zingen, en we waren een groeischool van heb ik jou daar. Dus nee, het is niet zo dat ik zeg: Tegelijk met de acceptatieplicht moet er niets meer mogen. Laat scholen vooral hun eigen zoektocht houden naar de plaats van religie in hun onderwijs.”
Hoe verhoudt die invalshoek zich tot het SP-pleidooi in 2009 om een moratorium in te stellen voor alle orthodoxe scholen die per definitie voor één groep leerlingen bestemd zijn?
„Dat ging en gaat over orthodoxe scholen die de acceptatieplicht niet willen accepteren. Als ze daar ja tegen zeggen en geen andersgelovigen meer uitsluiten, zijn we al een heel eind.”
Het bijzonder onderwijs zal nu denken: het begint met een acceptatieplicht rond het toelatingsbeleid van leerlingen, het eindigt met de afschaffing van de rijksbekostiging.
Roemer schuift heen en weer op zijn stoel, speelt met zijn iPhone. „Kijk, als ik de samenleving opnieuw zou mogen inrichten, zou ik het liefst hebben dat alle kinderen in hun eigen wijk naar dezelfde school gaan, dat ze met elkaar in dezelfde groep zitten. Ik wil linksom of rechtsom bereiken dat we meer om elkaar geven, dat we kinderen niet afschermen voor wat erin hun omgeving gebeurt. Maar ik ben ook heel voorzichtig om mensen iets te willen opdringen. Je houdt altijd groepen die ervoor kiezen om alles enkel voor zichzelf te organiseren. Wat de SP op de lange termijn wil doen, is een boeiende, maar ook moeilijke vraag, of je het nu hebt over het koningshuis, de NAVO of het grondwetsartikel over de onderwijsvrijheid. Het einddoel is hoe dan ook een samenleving waarin we samen leven. Daar wil ik helder in zijn.”
Hoever staat de koers van dit kabinet af van wat de SP met samenleving wil?
„Mijlenver. Natuurlijk, elk kabinet, zelfs het allerslechtste, doet ook nog honderdduizend goede dingen. Maar kijk je naar de hoofdlijnen, de fundamentele keuzes, ja, die zijn toch echt anders dan de onze. Op de grote issues had ik graag ander beleid gezien.”
Kortom, op hoofdlijnen doet het kabinet eigenlijk niets goed?
„Nou ja, wat is niets goed. Laat me even denken hoe ik dit formuleer. In die grote reorganisatie bij de politie, de nationale politie, zijn we meegegaan omdat het kabinet de zeggenschap van gemeenten over de inzet van wijkagenten voor lokale prioriteiten wilde waarborgen. Zo is er nog wel wat te noemen, bijvoorbeeld dat het kabinet net als wij oog heeft voor het aanpakken van de bureaucratie. Maar het aanjagen van de marktwerking, bijvoorbeeld in de zorg, ja, dat is ons een gruwel. Artsen die het vroeger eerst een jaar of wat met fysiotherapie probeerden, worden nu geprikkeld om patiënten gelijk een nieuwe heup te geven. Puur omdat ze betaald worden per verrichting, ook al is dat niet goed voor de patiënt of de kostenbeheersing van de zorg. Dat systeem, daar willen wij dus van af.”
Hoe taxeert u de houding van de SGP tegenover dit kabinet?
„Ik zou wat opener zijn over wat ik in ruil voor mijn steun had binnengehaald en teruggekregen, maar ik neem de SGP niets kwalijk.” Lachend: „Ze heeft haar achterban minder uit te leggen dan de VVD.”
U zegt in diverse media klaar te zijn om te regeren. Kan de SP switchen van protestpartij naar kandidaat-regeringspartij?
„Switchen? Wij laten al jaren zien dat onze alternatieven op orde zijn, dat we regeringsverantwoordelijkheid willen en kunnen nemen. Lokaal, provinciaal en ook vanuit de oppositie in de Tweede Kamer krijgen we ook best wat voor elkaar. Maar om aan de touwtjes te trekken, moet je eerst in de regering komen. Inderdaad is dat het doel en zolang we niet in ons eentje 76 zetels of meer halen, zullen we moeten samenwerken met andere partijen. Met welke? Ik houd rekening met elk scenario. Eén ding staat voor mij vast: deze periode van twee decennia neoliberalisme loopt op haar eind. Dat beleid is gewoon failliet, dat hebben de economische en de financiële sectorcrisis laten zien. Dit kabinet denkt zo’n beetje dat deze crisis helemaal niet heeft bestaan, dat we hooguit wat beter moeten opletten en dan op de oude voet kunnen doorgaan. Maar overal waar ik kom, hoor en zie ik alleen maar kiezers die heel goed doorhebben dat het huidige systeem om vervanging vraagt. Het is te ver doorgeschoten, de samenhang in de maatschappij is verdwenen. Nederland gaat terug naar een samenleving die weer van iedereen is, niet alleen voor mensen die het geluk hadden dat ze op de goede plek werden geboren.”
Dit is het afsluitende deel in een tweeluik over de SP. Lees ook deel 1: SP momenteel de partij voor links.