Buitenland

Burgerjournalist Syrië is leven niet zeker

DAMASCUS (AFP) – De meeste beelden van het geweld in Syrië zijn gemaakt door burgers die filmen met hun telefoon. De veiligheidsdiensten maken jacht op de filmers, maar die weten van geen ophouden en werken steeds vaker samen.

10 February 2012 10:34Gewijzigd op 14 November 2020 19:18
Syrische rebel naast kapotgeschoten tank in Homs. Foto EPA
Syrische rebel naast kapotgeschoten tank in Homs. Foto EPA

Shami (32) is een van de honderden, zo niet duizenden burgerjournalisten die misdaden van het regime in Syrië verslaan. „Het regime zei dat de demonstraties een fabeltje waren. Wij wilden hun leugens aantonen”, zei hij gisteren telefonisch in de buurt van Damascus.

Tijdens een van de betogingen
werd hij gearresteerd. De politie vond de beelden op zijn telefoon. „Ik betaalde een hoge prijs voor de opnamen. Ik werd vijftien dagen lang geslagen en gemarteld.”

Shami was vóór de opstand ambachtsman. Veel van zijn collega’s zijn student, advocaat of ingenieur. Omdat ze groot gevaar lopen, werken ze steeds vaker samen. „Een van ons filmt gedurende een paar minuten en zoekt dan een veilige plek om de beelden te versturen, terwijl iemand anders doorgaat met filmen”, aldus Shami.

Inmiddels lopen de filmers niet langer mee in demonstraties. Ze filmen vanuit huizen en verborgen plekken. Mensen met satellietverbindingen in de buurt wordt gevraagd thuis te blijven, zodat een journalist de beelden meteen kan versturen. Hun apparatuur wordt steeds professioneler.

Toch loopt het geregeld ver-
keerd af. Burgerjournalist Omar de Syriër kwam zaterdag om tijdens beschietingen op de stad Homs. De 24-jarige student was ’s nachts op pad gegaan om opnamen te maken in een wijk die zwaar onder vuur lag.

„Hij probeerde mensen te helpen die gewond waren geraakt tijdens een bombardement, toen een nieuwe beschieting begon”, aldus een vriend. „Hij werd geraakt in zijn hoofd, buik en been.” Enkele uren later overleed de burgerjournalist in het ziekenhuis. Hij had nog maar net daarvoor een camera gekocht.

Omar de Syriër, wiens echte naam Mazhar Tayyara was, leverde zijn beelden aan media als CNN en Al-Jazeera, persbureau AFP en de kranten The Guardian en Die Welt. Ook hielp hij buitenlandse journalisten.

„Hij stierf terwijl hij deed wat hij dacht dat goed was”, aldus zijn vriend. Overigens lijken vooral de beelden van verminkte slachtoffers steeds belangrijker te worden bij de publieke meningsvorming in het Westen. Steeds meer westerse kranten, ook Nederlandse, drukken zulke foto’s ongecensureerd af om de gruwelijke situatie in Syrië te onderstrepen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer