De leider van het FSA, kolonel Riad al-Asaad, zei dat de aanslagen in Aleppo een reactie zijn op de aanhoudende bombardementen door het Syrische veiligheidsapparaat in de stad Homs, een van de bolwerken van het verzet tegen Assad. De overgelopen militairen toonden al op 16 november hun tanden. Ze beschoten toen een complex van de beruchte inlichtingendienst van de luchtmacht, even buiten de hoofdstad Damascus.

Maar twee andere kopstukken van de deserteurs gaven vervolgens juist het regime de schuld. „Wij houden deze fascistische en nazistische regering verantwoordelijk, met zijn steunpilaren Iran en Rusland”, zei kolonel Maher Nouaimi. Volgens kolonel Malek Kurdi willen de autoriteiten met de aanslagen „hun misdaden in andere steden verdoezelen.” In Homs vielen de afgelopen dagen honderden doden.

Onder de doden in Aleppo zijn zowel militairen als burgers. Doelwit waren kantoren van de veiligheidsdiensten. Volgens de Syrische staatstelevisie zitten „gewapende terroristische bendes” achter de explosies. Het bewind gebruikt de term voor de opstandelingen in Syrië. Zeker 235 mensen raakten gewond door de aanslagen.

Die hadden plaats op de belangrijkste protestdag in Syrië. Elke vrijdag gaan duizenden mensen na het middaggebed de straat op. Deze vrijdag richt de oppositie haar pijlen op Rusland, een bondgenoot van Assad. „Rusland vermoordt onze kinderen. Vliegtuigen, tanks en het veto van Rusland vermoorden onze kinderen”, schreven activisten op Facebook. Rusland blokkeerde vorige week een VN-resolutie die het geweld in Syrië zou veroordelen.

De aanslagen in Aleppo zijn de derde grote terreuraanval in een paar maanden tijd in Syrië. Op 23 december werden twee zelfmoordaanslagen gepleegd in de hoofdstad Damascus. Daardoor kwamen meer dan 40 mensen om het leven. Enkele weken later vielen 26 doden en meer dan 60 gewonden door een bomexplosie in Damascus.

Lees ook: Deserteurs willen Syrië verlossen van Assad