Zo wil de minister kijken naar het risico op misbruik, waarvoor SP’er Paul Ulenbelt en zijn D66-collega Fatma Koser Kaya waarschuwden. Volgens Ulenbelt is het risico op misbruik bijvoorbeeld groot in de bouw. Bouwvakkers gaan vaak na ontslag bij dezelfde baas als zelfstandige aan de slag en die zouden dan met de nieuwe regeling wel eens onnodig WW kunnen opstrijken.

Kamp wil een makkelijker uitvoerbaar alternatief naast de regeling dat beginnende ondernemers in de WW de gewerkte uren in mindering kunnen laten brengen op de uitkering. Vorig jaar opperde hij het plan om in de nieuwe startersregeling het eerste half jaar van het bedrijf de WW-uitkering standaard te korten met 29 procent.

De FNV zei eerder deze week dat het plan van Kamp oneerlijk uitpakt. De vakcentrale vindt het niet kunnen dat ondernemers die genoeg verdienen, zo toch nog een half jaar 71 procent WW kunnen krijgen en iemand die nauwelijks winst maakt, het moet doen met een onvolledige uitkering. De Kamer had de minister hiervoor een jaar geleden ook al gewaarschuwd.

Kamp zei woensdag na afloop van het Kamerdebat te overwegen de periode van een half jaar WW in de nieuwe startersregeling in te korten tot 4 maanden om ongewenste effecten tegen te gaan. Ook omarmde hij het voorstel van GroenLinks-Kamerlid Jesse Klaver om de gedragseffecten in de gaten te houden via een evaluatie.

Het verzoek van PVV’er Ino van den Besselaar om alle WW-starters de mogelijkheid te geven terug te kunnen vallen op hun oorspronkelijk opgebouwde uitkeringsrechten, ziet de minister echter niet zitten. Als mensen voor het ondernemerschap kiezen, is dat volgens hem een principiële keuze.