Koninklijk Huis

Vlag en wimpel in Ede

In Ede hangt tot en met 25 februari de vlag uit. Met de koninklijke wimpel. Kunsthandelaar Simonis & Buunk bracht een collectie kunst uit koninklijk bezit bij elkaar. Voor een deel te koop, voor een deel alleen te bewonderen. Zoals bijvoorbeeld de vaardig getekende jeugdschetsen van koningin Beatrix.

Aad van Toor

6 February 2012 19:31Gewijzigd op 14 November 2020 19:09
”Een logger bij ruw weer bij de Scheveningse haven” (1936), door J. H. van Mastenbroek. De Reedersvereeniging Scheveningen kocht het schilderij en schonk het aan prinses Juliana toen zij trouwde met prins Bernhard. Het werk hing in Paleis Soestdijk.
”Een logger bij ruw weer bij de Scheveningse haven” (1936), door J. H. van Mastenbroek. De Reedersvereeniging Scheveningen kocht het schilderij en schonk het aan prinses Juliana toen zij trouwde met prins Bernhard. Het werk hing in Paleis Soestdijk.

Het begon volgens Frank Buunk met een veiling vorig jaar bij Sotheby’s. Er kwamen meer dan 1700 voorwerpen, eigendom van prinses Juliana, onder de hamer. Meubilair, zilver, schilderijen en gebruiksvoorwerpen brachten (inclusief opgeld, het percentage dat het veilinghuis zichzelf toebedeelt) zo’n 7 miljoen euro op, bestemd voor goede doelen. Veel kunstvoorwerpen waren door vererving in het bezit gekomen van prinses Juliana, zodat een serie vorsten en vorstinnen vertegenwoordigd was op de veiling.

Buunk wilde in eerste instantie een schilderij van Koekkoek bemachtigen, maar vergiste zich en bood op een heel andere kavel mee. „Ik kwam er pas na de afslag achter dat ik een 18e-eeuws schilderij uit de Hollandse School had gekocht. Vandaar dat ik de prijs zo laag vond.” Er volgden nog wat kavels en het idee van een Oranjetentoonstelling schoot de handelaar door het hoofd. „Toen ben ik pas serieus gaan bieden en aan het eind van de veiling had ik 83 werken gekocht, waaronder schilderijen van Koekkoek, Mesdag en een heel mooi werk van Antonie Lodewijk Koster.”

De kunstwerken werden waar nodig gerestaureerd of van nieuwe lijsten voorzien en vormen nu een bont gevarieerde verzameling met slechts één overeenkomst: alles komt uit een van de koninklijke paleizen. De meeste werken zijn van gekroonde stempels voorzien. Toch zijn de werken niet extreem duur, vindt Buunk.

In de veilingcatalogus waren alle stukken heel laag geschat, kennelijk om veel publiek te trekken. De afslagprijzen kwamen zes tot zeven keer hoger uit dan de geschatte opbrengst. Daar komt dan nog het opgeld bij.

„Onze prijzen zijn transparant; de catalogus van Sotheby’s geeft richtprijzen, de veilingresultaten zijn op te vragen en het opgeld ligt vast. Tel daarbij de kosten en een redelijke winst.”

Cultuurliefhebbers

Elk koningshuis koopt kunst. Als belegging en om jonge kunstenaars te stimuleren. Nederland maakt daarop geen uitzondering.

Drie koningen: Willem I, II en III, een prinses: Marianne, en zes koninginnen: Anna Paulowna, Sophie, Emma, Wilhelmina, Juliana en Beatrix. Ze kopen kunst, ze krijgen kunst, ze winnen kunst en soms nemen ze les en maken ze kunst. Wilhelmina bijvoorbeeld krijgt onderricht van onder meer M. Brandenburg en schildert heel verdienstelijk in en naar de natuur. Koningin Beatrix legt zich toe op beeldhouwen, maar erft ook de tekenkwaliteiten van haar grootmoeder.

Mecenas

Koning-koopman Willem I (1772-1843) beschouwt kunst als een tak van nijverheid, die gestimuleerd moet worden. Kunstacademies worden opgericht, kleinere steden en dorpen krijgen tekenacademies en -scholen. Vanaf 1814 kunnen kunstenaars werk presenteren op de jaarlijkse Tentoonstelling van Levende Meesters. De vorst legt zelf een bescheiden kunstverzameling aan, van voornamelijk eigentijdse Nederlandse schilders als J. C. Schotel en Andreas Schelfhout. Zijn vrouw, koningin Wilhelmina van Pruisen, tekent en schildert ook.

Koning Willem II (1792-1849) is een kunstmecenas. Hij en zijn vrouw, koningin Anna Paulowna, besteden enorme bedragen aan kunst. De vorst geniet internationaal aanzien als verzamelaar. Vlaamse primitieven, Italiaanse meesters en 17e-eeuwse Nederlanders als Rubens, Van Dyck en Rembrandt zitten in zijn collectie. Door de grote gokschulden die de koning na zijn dood nalaat, zijn de nazaten gedwongen de collectie te verkopen.

Ondanks het feit dat Willem III (1817-1890) minder heeft te besteden dan zijn vader, steunt hij jonge getalenteerde schilders, maar ook de kunstenaarsverenigingen Arti et Amicitiae en Pulchri Studio. Hij heeft veel interesse in aquarellen. Charles Rochussen is zijn ongekroonde hofschilder.

De regentes Emma beperkt haar inzet voor de kunst vooral door het aankopen van werk van eigentijdse schilders. Bekende namen van toen waren Willem Witjens, Anton Mauve, Louis Apol, maar ook werk van Jan Willem van Borselen had haar liefde. Otto Eerelman zou een kleine dertig jaar lang opdrachten van haar ontvangen om onder meer de jeugd van prinses Wilhelmina vast te leggen.

Deze jonge prinses ontvangt schilderlessen van Albert Roelofs, Louis van Soest en A. M. Gorter en ontwikkelt zich naar professioneel niveau. Ze heeft grote liefde voor de natuur en laat haar schilderswagen in de bossen van Het Loo zetten om er te kunnen schilderen. Vanaf 1945 organiseert koningin Wilhelmina bijeenkomsten met schilders als Marie van Regteren Altena, Charley Toorop, Corneille en Wim Oepts. De vorstin exposeert zelfs tweemaal, hoewel haar werk verder niet aan het publiek wordt getoond.

Haar dochter Juliana houdt zich niet actief bezig met kunst, hoewel ze schilderlessen krijgt van de vrouw van Albert Roelofs. Voor kunstgeschiedenis heeft Juliana wel altijd belangstelling gehad.

De huidige vorstin gaat in de voetsporen van grootmoeder Wilhelmina. Ze voelt zich intens betrokken op kunst, verzamelt naoorlogse werken, heeft ook belangstelling voor modern-klassieke muziek en voor ballet. Zo mogelijk is de vorstin donderdags in haar atelier te vinden, waar ze beeldhouwt. Haar bekendste werk is Jantje Beton (1968), het symbool voor kinderen die buiten horen te spelen in hun eigen buurt.

Proefschetsen

In haar studententijd in Leiden tekende Beatrix cartoonachtige schetsen voor de studentenalmanak. Een veertigtal proefschetsen kwam enkele jaren geleden op de veiling. Inclusief een brief aan toenmalig almanakredacteur Marjan Moolenburgh.

Moolenburgh probeerde de verkoop van de schetsen te voorkomen, omdat ze verduisterd zouden zijn. „De brief met de schetsen is nooit bij mij aangekomen. Gelukkig wilde Beatrix nieuwe schetsen maken. Die zijn toen geplaatst in de almanak van 1961.”

De veiling ging door en verzamelaar Aad Ouborg (directeur van Princess huishoudelijke artikelen) kocht de serie en leende deze nu uit aan Simonis & Buunk.

Het Leidse universiteitsblad Mare meldt nog een saillant detail. In het Regionaal Archief in Leiden wordt alle kopij van de studentenalmanak opgeslagen. „Een bezoek leert dat alle stukken van de editie van 1961 bewaard zijn gebleven.” Alleen de nieuwgemaakte tekeningen van ”Trix” ontbreken. Die komen we dus wel weer eens tegen op een veiling.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer