„SP in spagaat omtrent religie”
DEN HAAG – In de peilingen is de SP bezig aan een gestage opmars. Waar staat de partij op de as confessioneel-seculier?
Lees zaterdag in het Reformatorisch Dagblad of later op de dag op rd.nl: SP momenteel dé partij voor links
„De ChristenUnie en de SGP slagen beter in het aan zich binden van religieuze jongeren dan het CDA. Maar er is voor religieuze jongeren nóg een alternatief: de SP.” De visie van huidig SP-Tweede Kamerlid Van Raak, in 2005 neergeschreven in het Nederlands Dagblad, liet aan duidelijkheid weinig te wensen over. Waar de antihouding van SP’ers tegenover religie zou zijn afgenomen, zou hun belangstelling om onder het motto ”voor solidariteit, tegen marktwerking” samen met progressieve christenen ten strijde te trekken tegen twee decennia liberale politiek juist zijn toegenomen. „Misschien tekent zich hier een nieuwe coalitie af”, analyseerde Van Raak.
Vier jaar later roemde hij in dezelfde krant „eenieder” die zich vanuit de beginselen van naastenliefde en besef van rentmeesterschap wilde inzetten voor de samenleving. Buitengewoon opmerkelijk was dan wel, aldus drie CU’ers in een reactie, dat de SP in de Tweede Kamer strengere regels wilde afdwingen voor het subsidiëren van identiteitsgebonden, maatschappelijke organisaties, zoals Tot Heil des Volks, door de overheid. Hun rake analyse: de SP roemt rentmeesterschap en naastenliefde, maar wantrouwt orthodoxe christenen die zich vanuit die waarden willen inzetten voor de maatschappij.
Wat sinds 2009 in elk geval is veranderd is de stormachtige opmars van de SP in de peilingen. Sommigen noemen, hoe voorbarig het ook mag zijn, de partij al als mogelijke regeringskandidaat. „De ambivalente houding van de partij ten opzichte van religie bestaat echter nog altijd”, zegt medewerker Geert Jan Spijker van het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie, in 2009 een van Van Raaks opponenten. Hij ziet bij de SP nog steeds het standpunt: orthodoxie moet kunnen, je moet er alleen niet publiekelijk naar willen leven of er van de meerderheid afwijkende standpunten over bijvoorbeeld homoseksualiteit of de positie van vrouwen op baseren. „Kijk maar naar de door hen bepleite acceptatieplicht in het bijzonder onderwijs of hun verzet tegen de gewetensbezwaarde trouwambtenaar. Het is eigenlijk een soort geestelijk liberalisme wat ik aantref bij de SP.”
Kritisch is Spijker ook over het SP-pleidooi voor een neutrale, seculiere overheid. „Wat seculier heet, is meestal een mix van breed verspreide overtuigingen. Seculier is daarom een misleidende term. Zogeheten seculiere overtuigingen of instellingen krijgen op die manier de schijn van objectiviteit of neutraliteit. Te denken dat je vanuit de overheid alles kunt regelen, levert slechts een soort eenheidsworst op.”
Waardering voor de SP heeft Spijker wel, „bijvoorbeeld voor de manier waarop ze de samenleving ingaan om te kijken wat er loos is. En voor hun gerichte inzet tegen het pure marktdenken, het ieder voor zich, zoals dat gevoed wordt vanuit de VVD en deels vanuit het CDA.”
Ziet Spijker brood in „de nieuwe coalitie” waar Van Raak voor pleitte? Aarzelend: „Bij de SP zie je de socialistische reflex om vanuit de staat te denken. De overheid heeft zeker een belangrijke rol, maar christelijke partijen denken meer vanuit de verantwoordelijkheid van burgers en gemeenschappen en zijn over het algemeen minder gecharmeerd van staatssturing.”